25 704
Regeling van de subsidiëring van politieke partijen (Wet subsidiëring politieke partijen)

nr. 65b
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 27 april 1999

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat¹ heeft op 20 april 1999 een brief geschreven aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als reactie op de brief van de minister van 19 april jl. (EK nr. 65a, 1998–1999).

De minister heeft hierop gereageerd bij brief van 22 april 1999.

De commissie brengt hierbij verslag uit van het aldus gevoerde overleg.

De voorzitter van de commissie,

Stoffelen

De griffier van de commissie,

Hordijk

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Schedeldoekshaven 200

2511 EZ Den Haag

Den Haag, 20 april 1999

Uw brief van 19 april jl., inzake de beantwoording van het voorlopig verslag over wetsvoorstel 25 704 (Wet subsidiëring politieke partijen), is besproken in de vergadering van de commissie Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat van heden. In de commissie is verbaasd en ontstemd gereageerd op uw brief.

Ik breng u in herinnering dat de commissie op 10 november 1998 voorlopig verslag heeft uitgebracht over het wetsvoorstel. Nu, een half jaar later, spreekt u in uw brief zonder verdere motivering over «onvoorziene capaciteitsproblemen». Namens de commissie kan ik u meedelen dat zij hiermee geen genoegen kan nemen. Zij wenst uiterlijk 27 april 1999 over de memorie te beschikken.

De voorzitter van de commissie (waarnemend),

H. Wiegel

Brief aan de voorzitter van de Eerste kamer der Staten-Generaal

Van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 22 april 1999

Uw brief van 20 april jl. heb ik in goede orde ontvangen.

Het spijt mij oprecht dat mijn brief van 19 april jl. inzake wetsvoorstel 25 704 (wet subsidiëring politieke partijen) in uw commissie tot verbazing en ontstemming heeft geleid. Dat is geenszins de bedoeling geweest.

Uiteraard zal ik er op toezien dat de betreffende memorie van antwoord u uiterlijk 27 april a.s. zal bereiken.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

---

1 Samenstelling: Postma (CDA), Tiesinga-Autsema (D66), Holdijk (SGP), van Dijk (CDA), de Beer (VVD), Batenburg, Rensema (VVD), Schoondergang-Horikx (GL), Jurgens (PvdA), Bierman, Wiegel (VVD) (plv. voorzitter), Hirsch Ballin (CDA), Stoffelen (PvdA), (voorzitter), Ruers (SP).