25 439
Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening (Inspectie jeugdhulpverlening en jeugdbescherming)

nr. 26
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT1

Vastgesteld 13 oktober 1998

* Het eerder verschenen stuk inzake dit wetsvoorstel is gedrukt onder EKnr. 420, vergaderjaar 1997–1998.

Het voorbereidend onderzoek gaf de commissie aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.

Met belangstelling hadden de leden van de VVD-fractie kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel.

Deze leden staan positief tegenover de wettelijke verankering van de inspectietaken voor instellingen van de jeugdhulpverlening. Slechts een vraag rest:

In de memorie van toelichting wordt op pagina 2 onderaan en pagina 3 bovenaan uitvoerig stil gestaan bij het feit dat de inspectie in feite «drie bazen» heeft: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de minister van Justitie en de Provincies. Dit lijkt een gekunstelde en niet eenvoudige werkbare structuur. Competentiestrijd ligt op de loer. De staatssecretaris heeft aangegeven dat zij «haar steentje» bij zal dragen dat er in de komende jaren niet opnieuw competentiegevechten zullen uitbreken.

Genoemde leden twijfelden niet aan de actie die de staatssecretaris, indien nodig, zal voeren. Maar toch stelden zij de vraag of de staatssecretaris nog eens precies kan aangeven hoe de verantwoordelijkheden liggen. Uit de wettekst en de memorie van toelichting is dat in het geheel niet duidelijk geworden en tijdens het plenaire debat in de Tweede Kamer werd ook niet echt duidelijk hoe de verantwoordelijkheden liggen. Wie beslist, zo vroegen zij, als er problemen ontstaan?

Stel, de inspectie richt al zijn onderzoek op justitiële instellingen in Gelderland, andere provincies lopen te hoop en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil ook graag meer onderzoek in de instellingen op het terrein van de jeugdzorginstellingen. Wie beslist dan? Voorts vroegen deze leden of de staatssecretaris ook nog wat nader kan ingaan op de taken en bevoegdheden van de Coördinatiecommissie kwaliteitsbeleid jeugdzorg.

De voorzitter van de commissie,

Ter Veld

De griffier van de commissie,

Heijnis


XNoot
1

Samenstelling: Maas-de Brouwer (PvdA), Van Heukelum (VVD), Michiels van Kessenich-Hoogendam (CDA), Boorsma (CDA), Tuinstra (D66), Van den Broek-Laman Trip (VVD), Werner (CDA), Batenburg, Schoondergang-Horikx (GL), Van den Berg (SGP), Ter Veld (PvdA) (voorzitter), Dees (VVD), Ruers (SP).

Naar boven