25 408
Voorstel van wet van het lid Oudkerk houdende wijziging van artikel 13 van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening

nr. 41b
BRIEF VAN HET LID VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL OUDKERK

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 1998

Bij deze zend ik u een brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, waarin een vraag beantwoord wordt die de VVD-fractie heeft gesteld in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel houdende wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (25 408).

Met vriendelijke groet,

R. H. Oudkerk

BIJLAGE

Met betrekking tot de vraag van de leden van de VVD-fractie in de Eerste Kamer in het voorlopig verslag van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de meerwaarde van het initiatief voorstel van het lid Oudkerk tot wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening in relatie tot het voornemen om de inkoopfunctie bij de extramurale apotheken weg te nemen, merk ik het volgende op.

Het voornemen om de inkoopfunctie weg te nemen maakt onderdeel uit van de voorstellen van de commissie Koopmans. Deze voorstellen zijn nog niet op alle punten volledig uitgewerkt. Thans buigt een ambtelijke commissie zich over deze voorstellen. Nadere uitwerking van de voorstellen en van de effecten daarvan voor de regelgeving op het terrein van de geneesmiddelenvoorziening, alsmede de verwezenlijking van een en ander, zullen nog enige tijd in beslag nemen. Het initiatief wetsvoorstel heeft derhalve meerwaarde.

Onderhavig voorstel van wet biedt meer mogelijkheden om samen te werken tussen de diverse zorginstellingen hetgeen de kwaliteit van de (transmurale) farmaceutische hulp ten goede komt. Bovendien wordt met het scheppen van de mogelijkheid voor de ziekenhuisapotheker om ook buiten de muren van het ziekenhuis af te leveren het domeinmonopolie van de openbare apotheker doorbroken.

Met betrekking tot de toegezegde hoofdlijnen-notitie inzake de modernisering van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening, merk ik op dat de Staten-Generaal deze één dezer dagen zal ontvangen.

Hoogachtend,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers