nr. 63h
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 1999
Gevolg gevend aan mijn toezegging tijdens de mondelinge behandeling van
het wetsvoorstel 25 398 (bijzondere politieregisters) naar aanleiding
van een vraag van het lid van Uw Kamer, de heer prof. dr. E. M. H.
Hirsch Ballin, inzake bovenvermeld onderwerp bericht ik U als volgt.
De verstrekking van gegevens uit politieregisters aan het buitenland,
rechtstreeks of via Europol dan wel Interpol, vindt plaats op grond van artikel
18, eerste lid, van de Wet politieregisters. In artikel 13 van het Besluit
politieregisters zijn de nadere voorwaarden met betrekking tot deze verstrekkingen
uitgewerkt.
Artikel 18, eerste lid, van de Wet politieregisters in verbinding met
artikel 13 van het Besluit politieregisters vormt na de inwerkingtreding van
de door Uw Kamer aanvaarde wijziging van de Wet politieregisters (25 398)
ook de grondslag voor verstrekkingen aan het buitenland van gegevens die zijn
opgeslagen in bijzondere politieregisters. Genoemde bepalingen bieden –
zij het onder gedegen waarborgen – voldoende ruimte voor de verstrekking
van «zachte» opsporingsinformatie aan politieautoriteiten in andere
landen en aan Europol of Interpol. Artikel 18, eerste lid, van de Wet politieregisters
regelt overigens alleen de verstrekkingen aan buitenlandse politie-autoriteiten.
Verstrekking van gegevens aan buitenlandse vervolgingsinstanties (openbare
ministeries in andere landen) kan plaatsvinden door tussenkomst van het Nederlands
openbaar ministerie. Onder de nieuwe wetgeving komt ook daarin geen verandering.
Volledigheidshalve merk ik nog op dat het door het lid van Uw Kamer, de
heer prof. dr. E.M.H. Hirsch Ballin, in het kader van zijn vraag genoemde
artikel 13a, vijfde lid, van het wetsvoorstel beschouwd moet worden en bedoeld
is als een bijzondere variant op artikel 18, derde lid, van de Wet politieregisters.
Om die reden is laatstgenoemd (algemeen) artikel in het tweede lid van artikel
13a voor wat betreft verstrekkingen uit het register zware criminaliteit buiten
toepassing verklaard. Een dergelijke voorziening is niet getroffen
voor artikel 18, eerste lid, hetgeen betekent dat dit artikel onverkort voor
het register zware criminaliteit blijft gelden als grondslag voor de verstrekking
van gegevens aan het buitenland.
Met het vorenstaande hoop ik Uw Kamer voldoende te hebben geïnformeerd
over de mogelijkheden tot verstrekkingen aan het buitenland van gegevens uit
bijzondere politieregisters.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals