24 092
Goedkeuring van het op 5 november 1992 te Straatsburg tot stand gekomen Europees Handvest voor streektalen of talen van minderheden (Trb. 1993, 1 en 199)

nr. 264
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 1999

Op 5 november 1992 is te Straatsburg het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden tot stand gekomen (Trb. 1993, 1 en 199). Dit Handvest is voor Nederland aanvaard, nadat de Tweede Kamer op 19 oktober 1995 en de Eerste Kamer op 23 januari 1996 een daartoe strekkend wetsvoorstel hadden aangenomen (Stb. 1996, 136). Op 1 maart 1998 is het Handvest voor Nederland in werking getreden (Trb. 1998, 20).

Bij de behandeling van het wetsvoorstel tot goedkeuring van bovengenoemd Handvest is vanuit de Kamer aandacht gevraagd voor de positie van de regionale talen in Frankrijk. Daarbij had de Kamer onder meer het oog op de positie van het Nederlands in Frans-Vlaanderen. De wens werd uitgesproken dat ook Frankrijk tot ondertekening en ratificatie van het Handvest zou overgaan.

Het doet mij genoegen u te kunnen berichten dat de Franse regering op 7 mei jl., tijdens de plechtigheden rond de viering van 50 jaar Raad van Europa in Boedapest, het onderhavige Handvest heeft ondertekend en tevens heeft aangekondigd te willen overgaan tot ratificatie. Zoals bekend is ondertekening een eerste stap op weg naar ratificatie. Uit de ratificatiegeschiedenis van ons eigen land met betrekking tot het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden blijkt dat tussen ondertekening en ratificatie gewoonlijk enige tijd verstrijkt. Ik zeg gaarne toe dat ik de Kamer nader zal berichten, zodra Frankrijk het proces van ratificatie van dit Handvest heeft voltooid.

Inmiddels hebben twintig lid-staten van de Raad van Europa het verdrag ondertekend. Daarvan zijn acht landen tot het verdrag toegetreden. Het betreft hier voornamelijk West-Europese landen met een langere traditie van minderhedenbescherming, zoals Nederland, Duitsland, Zwitserland,1

Noorwegen en Finland. Van de Midden- en Oost-Europese landen zijn Kroatië en Hongarije partij bij dit verdrag.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries


XNoot
1

De eerder verschenen stukken inzake dit wetsvoorstel zijn gedrukt onder EK nrs. 100 en 100a, vergaderjaar 1995–1996.

Naar boven