25 859
Vervanging van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen door de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 in verband met onder meer een herziening van de omslagregeling, het functioneren van het uitvoeringsorgaan en het toezicht daarop (Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998)

nr. 363b
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 25 juni 1998

Algemeen

Met genoegen kan ik vaststellen dat de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport in hun voorbereidend onderzoek over het onderhavige wetsvoorstel zich snel een oordeel over het wetsvoorstel hebben kunnen vormen en in hun verslag van 24 juni 1998 het vertrouwen uitspreken dat met tijdige beantwoording van de vragen de openbare beraadslaging voldoende is voorbereid. Hierdoor is het mogelijk de parlementaire behandeling van dit wetsvoorstel nog voor het zomerreces af te ronden. Dat maakt het mogelijk dat belangrijke delen van het wetsvoorstel al in september van dit jaar en de overige delen van het wetsvoorstel per 1 januari aanstaande in werking kunnen treden. Voor deze snelle behandeling in de Eerste Kamer ben ik u zeer erkentelijk.

Artikel 16, de voorziening

De leden van de fractie van het CDA, zo blijkt uit het verslag, kunnen instemmen met de in het wetsvoorstel opgenomen wijzigingen. Zij zouden graag vernemen waarom een nieuwe voorziening moet worden opgebouwd in een omslagregeling waarin nauwelijks risico wordt gelopen. Deze leden kan ik mededelen dat de voorziening als bedoeld in artikel 16 van het wetsvoorstel niet de functie heeft van het mitigeren van enig risico in de omslagregeling maar is bedoeld om, in geval van opheffing van de Wtz, de dan nog nakomende schaden te kunnen financieren. Door de gewijzigde systematiek van vaststelling van de omslagbijdragen wordt het in enig jaar te verwachten omslagtekort gefinancierd met de in datzelfde jaar door de verzekerden op te brengen omslagbijdragen. De op grond van artikel 16 van het wetsvoorstel te vormen voorziening strekt ertoe om bij beëindiging van de omslagregeling de per saldo nog verschuldigde bedragen aan de ziektekostenverzekeraars, uit hoofde van de omslagregeling te kunnen voldoen. Het gaat dan om de hogere dan bij de vaststelling van de omslagbijdrage geraamde schade over dat jaar en de naijlende schadenota's die betrekking hebben op het laatste jaar van het bestaan van de omslagregeling. Over de bepaling van de omvang van deze voorziening zal de Verzekeringskamer de Minister van VWS adviseren. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is uitgegaan van de in de praktijk waargenomen naijling van schaden van ongeveer twee maanden. Daarvan is ook het in de memorie van toelichting genoemde bedrag van f 500 mln. afgeleid. Afhankelijk van de verdere ontwikkeling met betrekking tot de Wtz, waaronder de in- of uitstroom van verzekerden, zal de Minister van VWS de hoogte van de vereiste voorziening bepalen. In het wetsvoorstel is voorzien in een geleidelijke opbouw van deze voorziening te beginnen met het jaar 2002. Het aannemen van de wet betekent instemmen met de vorming van een voorziening voor de naijlende schaden. Instemming met het wetsvoorstel betekent niet per definitie instemmen met de vorming van een voorziening ter grootte van f 500 mln. Immers de hoogte van de voorziening zal mede worden bepaald door de ontwikkeling van de Wtz-omslagregeling. Overigens is het nog van belang te weten dat bij een eventuele opheffing van de omslagregeling, bij de vaststelling van de voor dat laatste jaar verschuldigde Wtz-omslagbijdragen, tevens de omvang van de dan aanwezige voorziening in de beschouwing zal worden betrokken. In de systematiek van vaststelling van de omslagbijdragen vindt, te beginnen met 2002 jaarlijks, met inachtneming van het daarover uit te brengen advies van de Verzekeringskamer, een beoordeling plaats van de noodzakelijke omvang van de voorziening. Een hogere dan vereiste voorziening zal dan leiden tot een voor dat jaar toe te passen verlaging van de omslagbijdrage; een nog onvoldoende omvang van de voorziening zal leiden tot het meenemen in de vaststelling van de omslagbijdrage van een deel voor de opbouw van de voorziening. Deze flexibiliteit in de opbouw en instandhouding van de voorziening biedt een voldoende waarborg voor het niet méér vormen aan voorziening dan voor de uitvoering van de wet strikt noodzakelijk is.

Slot

Ik hoop hiermee de vragen van de leden van de CDA-fractie bevredigend te hebben beantwoord.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Naar boven