nr. 321a
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1
Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de fractie van PvdA aanleiding tot een aantal opmerkingen en vragen.
Deze leden stonden aarzelend tegenover dit wetsvoorstel. Zij constateerden
dat de oorspronkelijke doelstelling van het bij wet opgerichte en met publieke
middelen gevoede Fonds Voorheffing Pensioenverzekering thans door kabinet
en Tweede Kamer is verlaten. Zij betwijfelden of dit wijs beleid is. De vraag
naar een alle werknemers omvattend stelsel van aanvullende pensioenregelingen
kan de overheid niet geheel onverschillig laten: «witte» en «grijze»
vlekken leiden in de toekomst tot een groter beroep op inkomensafhankelijke
regelingen.
Het kabinet poneert de stelling dat sociale partners primair verantwoordelijk
zijn voor aanvullende pensioenen. De leden van de PvdA-fractie onderschreven
deze stelling.
De vaststelling van een primaire (= eerste) verantwoordelijkheid laat
echter de vraag open of er ook andere verantwoordelijken zijn en welke verantwoordelijkheid
de overheid nog heeft. De leden van de PvdA-fractie stelden vast dat in het
recente verleden overheidsinterventie en soms ook rechterlijke interventie
nodig was op punten als pensioenbreuk, gelijke behandeling en pensioenkeuringen.
De leden van de PvdA-fractie vroegen om een meer uitgewerkte visie over
de verdeling van verantwoordelijkheden.
Bij het voorstel tot privatisering van het FVP is deze vraag des te klemmender
nu publiek bijeengebrachte middelen onder privaat beheer gebracht worden met
een wel zeer ruime omschrijving van de bestemming («aanvullende pensioenvoorzieningen
ten behoeve van werknemers en hun nagelaten betrekkingen en het op verzoek
van de SER voorzien in bijdragen ter financiering van onderzoeken inzake aanvullende
pensioenen» (artikel 2, lid 1).
Wordt invaliditeitspensioen (ter reparatie van WAO-gat) ook gerekend tot
de aanvullende pensioenvoorzieningen van artikel 2, lid 1?
De leden van de PvdA-fractie verzochten om een bredere beschouwing over
de vraag of en zo ja, onder welke condities het beheer over publiek bijeengebrachte
middelen overgedragen kan worden aan private maatschappelijke
organisaties.
De leden van de PvdA-fractie vroegen of ook andere mogelijkheden serieus
overwogen zijn, zoals
a. een wettelijk recht op pensioenopbouw voor alle werkloze werknemers
(vanaf een bepaalde leeftijd) in WW of IOAW, te financieren uit de rentebaten
van het FVP of
b. incorporering van het FVP in het spaarfonds AOW?
Voor de besteding van de rentebaten van het FVP zijn in het verleden twee
bestemmingen geformuleerd: voortgezette pensioenopbouw voor werkloze werknemers
én een subsidie voor inhaalpensioen voor voorheen gediscrimineerde
vrouwen. In hoeverre is de laatste doelstelling geëffectueerd? Indien
dit laatste niet of nauwelijks geëffectueerd is, wat is daarvan dan de
oorzaak? Moet deze gezocht worden in het gegeven dat nog steeds niet in laatste
instantie beslist is over de mate van terugwerkende kracht bij reparatie van
vrouwenpensioenen?
De voorzitter van de commissie,
Heijmans
De griffier van de commissie,
Heijnis
XNoot
1Samenstelling: Van de Zandschulp (PvdA), Heijmans (VVD), (voorzitter),
Gelderblom-Lankhout (D66), Jaarsma (PvdA), Rongen (CDA), Veling (GPV), Van
den Broek-Laman Trip (VVD), Batenburg, J. van Leeuwen (CDA), Van den Berg
(SGP), Hendriks, Hofstede (CDA), De Wit (SP), De Haze Winkelman (VVD) en Zwerver
(GL).