nr. 255c
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Vraag
Artikel 19 van het wetsvoorstel stelt dat de president van de Bank
op verzoek van de Tweede Kamer der Staten-Generaal of op eigen initiatief
kan worden gehoord door de bevoegde commissies van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
betreffende de taken welke uit de monetaire verdragsdoelstelling volgen.
De leden van de vaste commissie vragen, onder erkenning van het primaat
van de Tweede Kamer, of hier niet had moeten staan «Staten-Generaal»
in plaats van «Tweede Kamer der Staten-Generaal».
Antwoord
Vooreerst zij gesteld dat er nu reeds geen enkel beletsel voor de Eerste
Kamer is om de president van de Bank uit te nodigen het monetaire beleid toe
te lichten. In het algemeen kan de Staten-Generaal langs drie wegen een toelichting
verkrijgen op het gevoerde ESCB-beleid:
a. via de verslagen van de Bank en die van het ESCB;
b. via toelichting van de Minister verkregen;
c. door het horen van de president van de Bank.
Zoals reeds in de memorie van toelichting (Kamerstukken II, 1997–1998,
25 719 nr.3, pag.8) en in de aldaar aangehaalde brief is verwoord, acht ondergetekende
het dienstig wanneer de president van de Bank de vaste Kamercommissie voor
Financiën een toelichting kan geven op het door het ESCB gevoerde beleid.
Gelet op de ook in de vraagstelling aangestipte rolverdeling terzake werd
hierbij in eerste instantie aan de bevoegde commissies van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal gedacht.
Echter, gezien het belang en de aard van de materie kan een analoge regeling
gelden voor de Eerste Kamer. Van de zijde van de Bank, noch van die van de
regering, is er reden de Eerste Kamer een zelfstandige bevoegdheid in dezen
te onthouden – integendeel. Dat was naar de indruk van ondergetekende
ook niet de intentie van het door de Tweede Kamer ingediende amendement waaruit
artikel 19 is voortgekomen.
Derhalve is ondergetekende bereid om, in lijn met het verslag, het horen
van de president van de Bank door de bevoegde commissies van de Eerste Kamer
te bevorderen.
De Minister van Financiën,
G. Zalm