nr. 175a
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 15 december 1997
De regering heeft met genoegen geconstateerd dat het voorstel van wet
tot wijziging van de wet op de medische keuringen door de leden van de commissie
positief is ontvangen en dat het voorstel in het algemeen geen aanleiding
heeft gegeven tot opmerkingen. Alleen de leden van de VVD-fractie hebben een
tweetal vragen gesteld. Deze vragen hebben betrekking op de kern van het wetsvoorstel,
het onder de reikwijdte van de wet brengen van de publieke sector.
De leden vroegen of de regering kan verklaren hoe het in het proces van
totstandkoming van de Wet op de medische keuringen kon voorkomen, dat de opvatting
van de indiener van het wetsvoorstel dat uitbreiding van de werkingssfeer
naar de publieke sector «complicaties oplevert en buiten het vermogen
van de indiener ligt» door andere betrokkenen bij het wetgevingsproces
kennelijk nimmer is gecorrigeerd, terwijl dit, naar nu blijkt, door een eenvoudige
wijziging bewerkstelligd had kunnen worden.
In antwoord hierop kan worden opgemerkt dat de regering bij de indiening
van het wetsvoorstel door de initiatiefnemer de noodzaak van een uitbreiding
van de werkingssfeer van de wet naar de publieke sector niet inzag.
In navolging van het Protocol aanstellingskeuringen, dat beoogt het aantal
aanstellingskeuringen bij indiensttreding van werknemers te beperken, gaf
de overheid immers vanaf 1 januari 1996 reeds materieel uitvoering aan de
voorschriften die thans in de wet zijn opgenomen. De keuringspraktijk van
de overheid was voor zover bekend, volledig in overeenstemming met het protocol.
Daarbij waren ook de regelingen omtrent aanstellingskeuringen niet alleen
aangepast op het punt van de algemene verplichtstelling, maar ook kritisch
bezien op de gewenste kwaliteitsnormen en procedures.
Daarnaast kan een verklaring worden gevonden in het feit dat de indiener
van het wetsvoorstel, noch anderen die bij het wetgevingsproces waren betrokken,
tijdens de voorbereiding van het wetsvoorstel bij de regering nimmer verzocht
hebben om deskundige bijstand bij het zoeken naar een mogelijkheid om de publieke
sector onder de werkingssfeer van de wet te brengen.
De leden van de fractie hebben voorts gevraagd of de regering er zeker
van is, dat het brengen van de publieke sector onder reikwijdte van de Wet
op de medische keuringen, elders geen wijzigingen in wetgeving noodzakelijk
maakt.
Hierop kan worden geantwoord dat dit het geval is.
De Minister van Binnenlandse Zaken,
H. F. Dijkstal