25 648
Wijziging van de Wet op de medische keuringen

nr. 175a
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 15 december 1997

De regering heeft met genoegen geconstateerd dat het voorstel van wet tot wijziging van de wet op de medische keuringen door de leden van de commissie positief is ontvangen en dat het voorstel in het algemeen geen aanleiding heeft gegeven tot opmerkingen. Alleen de leden van de VVD-fractie hebben een tweetal vragen gesteld. Deze vragen hebben betrekking op de kern van het wetsvoorstel, het onder de reikwijdte van de wet brengen van de publieke sector.

De leden vroegen of de regering kan verklaren hoe het in het proces van totstandkoming van de Wet op de medische keuringen kon voorkomen, dat de opvatting van de indiener van het wetsvoorstel dat uitbreiding van de werkingssfeer naar de publieke sector «complicaties oplevert en buiten het vermogen van de indiener ligt» door andere betrokkenen bij het wetgevingsproces kennelijk nimmer is gecorrigeerd, terwijl dit, naar nu blijkt, door een eenvoudige wijziging bewerkstelligd had kunnen worden.

In antwoord hierop kan worden opgemerkt dat de regering bij de indiening van het wetsvoorstel door de initiatiefnemer de noodzaak van een uitbreiding van de werkingssfeer van de wet naar de publieke sector niet inzag.

In navolging van het Protocol aanstellingskeuringen, dat beoogt het aantal aanstellingskeuringen bij indiensttreding van werknemers te beperken, gaf de overheid immers vanaf 1 januari 1996 reeds materieel uitvoering aan de voorschriften die thans in de wet zijn opgenomen. De keuringspraktijk van de overheid was voor zover bekend, volledig in overeenstemming met het protocol. Daarbij waren ook de regelingen omtrent aanstellingskeuringen niet alleen aangepast op het punt van de algemene verplichtstelling, maar ook kritisch bezien op de gewenste kwaliteitsnormen en procedures.

Daarnaast kan een verklaring worden gevonden in het feit dat de indiener van het wetsvoorstel, noch anderen die bij het wetgevingsproces waren betrokken, tijdens de voorbereiding van het wetsvoorstel bij de regering nimmer verzocht hebben om deskundige bijstand bij het zoeken naar een mogelijkheid om de publieke sector onder de werkingssfeer van de wet te brengen.

De leden van de fractie hebben voorts gevraagd of de regering er zeker van is, dat het brengen van de publieke sector onder reikwijdte van de Wet op de medische keuringen, elders geen wijzigingen in wetgeving noodzakelijk maakt.

Hierop kan worden geantwoord dat dit het geval is.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Naar boven