25 646
Wijziging van de Wet op de kansspelen (speelautomaten)

nr. 260a
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE1

Vastgesteld 20 maart 1998

Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de VVD-fractie aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.

Deze leden konden met het voorstel in hoofdlijnen instemmen. Zij betreurden echter de opname van het (bij amendement-Koekkoek ingevoerde) artikel III. Over hetgeen in dit artikel bepaald wordt zou immers – zoals door de regering terecht betoogd is – ook zonder dat dit uitdrukkelijk bepaald was redelijkerwijs geen twijfel hebben kunnen bestaan. Leidt het niettemin opnemen van deze bepaling nu niet tot de noodzaak dit voortaan in soortgelijke gevallen altijd te doen teneinde ongewenste a-contrarioredeneringen te voorkomen? Zou het niet de voorkeur hebben verdiend als de regering zich wat stelliger tegen de aanneming van dit amendement had verzet?

Vertrouwende dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Heijne Makkreel

De griffier van de commissie,

Hordijk


XNoot
1

Samenstelling: Heijne Makkreel (VVD) (voorzitter), Talsma (VVD), Glasz (CDA), Michiels van Kessenich-Hoogendam (CDA), Holdijk (SGP), Vrisekoop (D66), Pitstra (GL), Le Poole (PvdA), Meeter (PvdA), De Wit (SP), Hirsch Ballin (CDA), De Haze Winkelman (VVD).

Naar boven