nr. 252
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de totstandkoming van de derde
tranche van de Algemene wet bestuursrecht het wenselijk maakt een wettelijk
kader te scheppen voor de verstrekking van subsidies op het terrein van de
volksgezondheid door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goed- vinden
en verstaan bij deze:
Artikel 1
In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder: Onze
Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Artikel 2
Onze Minister kan subsidies verstrekken voor activiteiten op het terrein
van:
a. de gezondheidsbevordering;
b. de gezondheidsbescherming;
c. de gezondheidszorg.
Artikel 3
1. Onverminderd hoofdstuk 3 van de Financiële-verhoudingswet kunnen
bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van Onze Minister
de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt nader worden bepaald
alsmede andere criteria voor die verstrekking worden vastgesteld.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van
Onze Minister kunnen voorts regels worden gesteld met betrekking tot:
a. het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt
bepaald;
b. de aanvraag van de subsidie en de besluitvorming daarover;
c. de voorwaarden waaronder subsidie kan worden verleend;
d. de verplichtingen van de subsidie-ontvanger;
e. de vaststelling van de subsidie;
f. de intrekking en wijziging van de subsidieverlening of subsidievaststelling;
g. de betaling van de subsidie en de verlening van voorschotten;
h. het verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie
in de praktijk, bedoeld in artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht;
i. delegatie van de bevoegdheid besluiten te nemen met betrekking tot
de subsidie.
Artikel 4
Onze Minister verstrekt slechts subsidie op grond van een algemene maatregel
van bestuur of een ministeriële regeling als bedoeld in artikel 3, tenzij
het een subsidie betreft:
a. als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
of
b. waarvan de voorgenomen strekking tevoren schriftelijk is meegedeeld
aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
Artikel 5
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële
regeling als bedoeld in artikel 3 kan worden voorzien in de vaststelling van
een subsidieplafond en de regeling van de wijze van verdeling.
Artikel 6
1. Een aanvraag kan worden afgewezen en een beschikking tot subsidieverstrekking
op grond van deze wet kan worden ingetrokken of gewijzigd voor zover subsidieverstrekking
in strijd zou zijn respectievelijk in strijd is met ingevolge een verdrag
voor de staat geldende verplichtingen.
2. Bij de intrekking of wijziging kan worden bepaald, dat over onverschuldigd
betaalde subsidiebedragen een rentevergoeding verschuldigd is.
3. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop
de subsidie is verstrekt tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.
4. De artikelen 4:49, derde lid, en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht
zijn niet van toepassing op de intrekking of wijziging, bedoeld in het eerste
lid.
Artikel 7
1. Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wet aan
de subsidie-ontvanger opgelegde verplichtingen zijn belast de bij besluit
van Onze Minister aangewezen personen.
2. De toezichthouders beschikken niet over de bevoegdheden, genoemd in
de artikelen 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht.
3. Aan de subsidies op grond van deze wet is de verplichting verbonden
dat de subsidie-ontvanger aan een toezichthouder alle medewerking verleent
die deze redelijkerwijze kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.
4. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan
door plaatsing in de Staatscourant.
Artikel 8
De Welzijnswet 1994 wordt gewijzigd als volgt:
A
Na artikel 9 wordt een artikel 9a ingevoegd, luidende:
Artikel 9a
Onze Minister verstrekt slechts subsidie op grond van een algemene maatregel
van bestuur of een ministeriële regeling als bedoeld in artikel 10 tenzij
het een subsidie betreft:
a. als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
of
b. waarvan de voorgenomen strekking tevoren schriftelijk is meegedeeld
aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
B
Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van
Onze Minister kunnen de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt
nader worden bepaald alsmede andere criteria voor die verstrekking worden
vastgesteld.
2. In het tweede lid wordt een onderdeel g toegevoegd, luidende:
g. delegatie van de bevoegdheid besluiten te nemen met betrekking tot
de subsidie.
Artikel 9
De Wet collectieve preventie volksgezondheid wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 7 vervalt.
Artikel 10
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 11
Deze wet wordt aangehaald als: Kaderwet volksgezondheidssubsidies.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,