nr. 419
NADER GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat de apotheker
van een ziekenhuis ook geneesmiddelen mag bereiden en afleveren aan of ten
behoeve van anderen dan de in het ziekenhuis opgenomen patiënten en het
inwonende personeel;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de geneesmiddelenvoorziening wordt als volgt gewijzigd.
A
Artikel 13 wordt vervangen door:
Artikel 13
1. In dit artikel wordt verstaan onder «ziekenhuis»: een krachtens
artikel 8a van de Ziekenfondswet als ziekenhuis toegelaten instelling.
2. In een ziekenhuis met een grootte, gelijk aan of meer dan een bij ministeriële
regeling vast te stellen aantal bedden, bestemd voor opname van patiënten,
is een apotheek gevestigd waarin de bereiding en aflevering van geneesmiddelen
geschiedt door een in het register van gevestigde apothekers, bedoeld in artikel
14, ingeschreven apotheker die in dienst is van de rechtspersoon die het ziekenhuis
in stand houdt.
3. De aflevering van geneesmiddelen ten behoeve van patiënten die
zijn opgenomen in een krachtens artikel 8 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
als zodanig toegelaten psychiatrisch ziekenhuis, verpleeginrichting of zwakzinnigeninrichting,
of in een ziekenhuis waarin geen apotheek is gevestigd, geschiedt
door of onder toezicht van een apotheker die is ingeschreven in het register
bedoeld in het tweede lid.
4. Onze Minister kan voor een bepaald ziekenhuis of voor bepaalde groepen
van ziekenhuizen, al dan niet onder het stellen van voorwaarden, ontheffing
verlenen van de in het tweede lid bedoelde verplichting tot het vestigen van
een apotheek.
B
In artikel 31, eerste lid, onderdeel b, wordt «13, eerste en tweede
lid,» vervangen door: 13.
ARTIKEL II
Na de inwerkingtreding van deze wet berust de Beschikking van Onze Minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 juli 1963, gepubliceerd in de
Staatscourant van 15 juli 1963, nr. 48, op artikel 13, tweede lid, van de
Wet op de geneesmiddelenvoorziening, zoals die na de inwerkingtreding van
deze wet komt te luiden.
ARTIKEL III
Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zendt binnen twee
jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag
over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,