nr. 166
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel
in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming
van bepalingen inzake de Nationale ombudsman;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Er bestaat grond het hierna in artikel II omschreven voorstel tot verandering
in de Grondwet in overweging te nemen.
ARTIKEL II
De Grondwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 57, tweede lid, wordt na «lid van de Algemene Rekenkamer»
ingevoegd: , Nationale ombudsman of substituut-ombudsman,.
B
Het opschrift van hoofdstuk 4 komt te luiden: Raad van State, Algemene
Rekenkamer, Nationale ombudsman en vaste colleges van advies
C
Na artikel 78 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 78a
1. De Nationale ombudsman verricht op verzoek of uit eigen beweging onderzoek
naar gedragingen van bestuursorganen van het Rijk en van andere bij of krachtens
de wet aangewezen bestuursorganen.
2. De Nationale ombudsman en een substituut-ombudsman worden voor een
bij de wet te bepalen termijn benoemd door de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Op eigen verzoek en wegens het bereiken van een bij de wet te bepalen leeftijd
worden zij ontslagen. In de gevallen bij de wet aangewezen kunnen zij door
de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden geschorst of ontslagen. De wet
regelt overigens hun rechtspositie.
3. De wet regelt de bevoegdheid en werkwijze van de Nationale ombudsman.
4. Bij of krachtens de wet kunnen aan de Nationale ombudsman ook andere
taken worden opgedragen.
D
Artikel 108 vervalt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,