25 282
Het onder de werkingssfeer van de wettelijke werknemersverzekeringen brengen van het overheidspersoneel (Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen)

nr. 114a
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT1

Vastgesteld 8 december 1997

Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de VVD-fractie aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.

Deze leden konden in het algemeen wel instemmen met het regeringsbeleid inzake de normalisering van de arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen van het overheidspersoneel. Onnodige verschillen tussen de overheidssector en de marktsector kunnen (geleidelijk) worden uitgebannen. Een zorgvuldige bewaking van dit proces lijkt echter wel vereist, omdat er op de lange duur ook enkele schaduwkanten zouden kunnen zijn.

In het verleden is – althans naar de indruk van velen – door de overheid een personeelsbeleid gevoerd dat er op neerkwam dat een matig salaris min of meer werd gecompenseerd door een zeer goede rechtspositie en een zekere ambtelijke status. Het is aannemelijk dat dit beleid goed heeft gewerkt, in die zin dat de overheid op relatief goedkope wijze goede en integere ambtenaren heeft kunnen aantrekken.

Als deze indruk juist is rijst vervolgens de vraag of er radicaal met dit beleid gebroken zou moeten worden. Het zal toch altijd zo blijven dat de positie van de ambtenaar, die steeds het algemeen belang moet voorstaan, verschilt van die van de werknemer in de marktsector die een eenzijdig belang moet of mag behartigen. Dit verschil mag in de arbeidsvoorwaarden tot uitdrukking komen.

Het leek de leden van de VVD-fractie wel goed dat een ruime uitwisselbaarheid van werknemers in de overheidssector en de marktsector mogelijk wordt. Het leek hen echter ook wel waardevol dat er families en andere groepen bestaan waarin dienstbaarheid aan de openbare zaak traditioneel voorop staat.

Gaarne zouden deze leden hierover nog de zienswijze van de regering vernemen. Wat is het einddoel van het beleid en wat zijn daarvan op de lange duur de budgettaire consequenties? Tenslotte wilden zij nog de vraag stellen of er gevolgen zijn voor de toepassing van de Verhaalswet Ongevallen Ambtenaren.

Vertrouwende dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Grewel

De griffier van de commissie,

Hordijk


XNoot
1

Samenstelling: Postma (CDA), Holdijk (SGP), Van Dijk (CDA), Staal (D66), Jurgens (PvdA), De Beer (VVD), Batenburg (AOV), Rensema (VVD), Schoondergang-Horikx (GL), Grewel (PvdA), (voorzitter), Hendriks, Bierman, Wiegel (VVD), De Wit (SP), Hirsch Ballin (CDA).

Naar boven