nr. 233
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Wet
Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement te wijzigen in verband
met de wijziging van de non-activiteitsbepalingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement wordt
als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd.
1. In het eerste, tweede en vijfde lid, wordt «lidmaatschap van
de Staten-Generaal of dat van het Europees Parlement» telkens vervangen
door: lidmaatschap van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
2. Een nieuw zesde lid wordt toegevoegd, dat luidt:
6. Degene die een in artikel 1, tweede en derde lid, bedoeld ambt bekleedt
en die tot het lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal of het
Europees Parlement is toegelaten, wordt in verband daarmee eervol ontslag
verleend met ingang van de dag van zijn toelating, dan wel op zijn verzoek
met ingang van die dag tijdelijk ontheven van de waarneming van zijn ambt.
B
Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:
1. Tijdens de non-activiteit wordt, onverminderd het bepaalde in de volgende
artikelen, door de betrokkene een non-activiteitswedde genoten ten bedrage
van de helft der laatstelijk door hem in zijn ambt genoten bezoldiging.
C
Artikel 5, eerste lid, komt te luiden:
1. De inkomsten die betrokkene geniet of gaat genieten uit of in verband
met arbeid of bedrijf, ter hand genomen nadat hij op non-activiteit is gesteld,
worden met de non-activiteitswedde als volgt verrekend: de non-activiteitswedde
wordt verminderd met het bedrag waarmee de non-activiteitswedde, vermeerderd
met die inkomsten, de laatstelijk in zijn ambt genoten bezoldiging overschrijdt.
D
In artikel 6 vervalt de zinsnede: , alsmede uit hoofde van het lidmaatschap
van de Tweede Kamer of van het Europees Parlement genoten schadeloosstelling,
pensioen of uitkering,.
ARTIKEL II
1. Degenen die bij inwerkingtreding van deze wet reeds op non-activiteit
zijn gesteld op grond van artikel 3 van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal
en Europees Parlement, zoals het luidde voor inwerkingtreding van deze wet,
behouden de aanspraken als omschreven in de artikelen 4 tot en met 7 van die
wet, gedurende de periode dat zij zonder onderbreking lid zijn van de Tweede
Kamer, onderscheidenlijk van het Europees Parlement.
2. Degenen die op grond van het eerste lid de aanspraken als omschreven
in de artikelen 4 tot en met 7 van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal
en Europees Parlement, zoals die luidden voor inwerkingtreding van deze wet,
hebben behouden tot aan de eerstvolgende verkiezing van de leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, worden indien zij opnieuw worden toegelaten tot
het lidmaatschap van de Tweede Kamer omdat een ander lid van de Tweede Kamer
minister of staatssecretaris wordt bij de kabinetsformatie, van rechtswege
op non-actief gesteld. Zij verkrijgen opnieuw de aanspraken als omschreven
in de artikelen 4 tot en met 7 van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal
en Europees Parlement, zoals die luidden voor inwerkingtreding van deze wet.
3. Degenen die een in artikel 1, tweede en derde lid, van de Wet Incompatibiliteiten
Staten-Generaal en Europees Parlement bedoeld ambt bekleden, worden, indien
zij na de datum van inwerkingtreding van deze wet op grond van een voor de
inwerkingtreding van deze wet gehouden verkiezing worden toegelaten tot het
lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van rechtswege op non-actief
gesteld. Zij verkrijgen de aanspraken als omschreven in de artikelen 4 tot
en met 7 van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement,
zoals die luidden voor inwerkingtreding van deze wet. Het eerste en tweede
lid zijn van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de zesde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Bij
koninklijk besluit kan een eerder tijdstip worden vastgesteld waarop deze
wet in werking treedt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken,