Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 24613 nr. 19b |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 24613 nr. 19b |
Ontvangen 12 februari 1998
Mede namens de minister van Binnenlandse Zaken ben ik verheugd over de voortvarende behandeling van dit wetsontwerp. Wij hopen dan ook dat de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel niet te lang op zich zal hoeven te laten wachten.
De leden van de CDA-fractie vragen naar de redenen waarom de regering er niet voor heeft gekozen om de specifieke regels van de EG-richtlijn in te passen in de eveneens specifieke nationale milieurechtelijke wetgeving.
Voor die optie heeft de regering indertijd niet gekozen, omdat het merendeel van de artikelen uit de EG-richtlijn zonder problemen aansloot bij een combinatie van reeds bestaande artikelen uit de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet milieubeheer en de Wet milieugevaarlijke stoffen. Op dit punt zij verwezen naar de implementatietabel in de memorie van toelichting (kamerstukken II, 1995/96, 24 613, nr. 3, blz. 1–2).
Daarmee werd en wordt voldaan aan het grootste gedeelte van de uit de richtlijn voortvloeiende implementatieverplichtingen. Dit is bevestigd door de brief van de Europese Commissie van 20 oktober 1992.
Volgens de Europese Commissie zijn evenwel de uitzonderingsgronden vervat in artikel 10, tweede lid, onder b en g, van de Wob niet in overeenstemming met artikel 3 van de EG-richtlijn, hetgeen de reden tot het onderhavige wetsvoorstel vormt.
De door de CDA-fractie gesuggereerde oplossing zou bovendien afbreuk doen aan het uitgangspunt van de Wet openbaarheid van bestuur als algemene administratieve wet. Het voordeel van een algemene wet is onder meer dat herhalingen in de wetgeving worden voorkomen, waardoor een grotere doorzichtigheid in de wetgeving wordt bereikt.
Indien alleen zou worden geïmplementeerd door middel van aanpassing van de specifieke milieuwetgeving dan zou daarin tevens een duplicering moeten worden opgenomen van de in de tabel aangegeven Wob-artikelen. Gekozen is voor een wijze van implementatie die zo dicht mogelijk aansloot bij de reeds bestaande nationale wetgeving.
In het tweede cluster van vragen van de CDA-fractie staat centraal de verhouding tussen de Wet openbaarheid van bestuur en de specifieke milieuhygiënische wetgeving. De verhouding hiertussen is in de ogen van de regering die van een algemene tot een specifieke wet (wetten). Voorzover de ter inzage regelingen als beschreven in de artikelen 13.6, 19.1 en 19.3 worden gevolgd, zijn de in die artikelen beschreven openbaarheidsvoorschriften van toepassing.
De bestaande verhouding tussen de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet milieubeheer, alsmede de Wet milieugevaarlijke stoffen verandert niet.
Immers ook onder het huidig wettelijke regime kan Wob-informatie milieu-informatie omvatten. Dit betekent dat ook thans al verschillende rechters zich uitspreken over openbaarheid van milieu-informatie.
Voor wat betreft het door de CDA-fractie aangehaalde interpretatieprobleem menen de ondergetekenden dat dit vergelijkbaar is met een identiek vraagstuk onder de huidige wetgeving, dat zijn beantwoording heeft gekregen in de jurisprudentie (verg. bijvoorbeeld Vz. Afd. rechtspraak RvS 24 juni 1993, AB 1994, 19 inzake de verhouding tussen de Wob en de bijzondere terinzageregelingen in (destijds) de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne). Zodra ten aanzien van informatie een bijzondere openbaarmakingsregeling geldt, is die regeling bepalend voor de openbaarheid van de betrokken informatie. In het andere geval geldt alleen de Wob. Het is in ons rechtsbestel overigens zeker niet uitzonderlijk dat verschillende rechters over gelijksoortige materie oordelen.
De algemeen gestelde eis van artikel 3 Wob dat de verzochte informatie betrekking moet hebben op een bestuurlijke aangelegenheid geldt eveneens voor milieu-informatie. Dit vereiste is in overeenstemming met de EG-richtlijn, omdat daarin ook wordt uitgegaan van informatie die in een bestuurlijke context relevant is. Het begrip bestuurlijke informatie heeft in de Wet openbaarheid van bestuur betrekking op het bestuur in al zijn facetten. Het is een zeer ruim begrip. De toestand van een aantal componenten van het milieu, genoemd in de richtlijn is zozeer verweven met het milieubeleid dat de gegevens daarover zonder meer van bestuurlijke aard zijn. Wij zien dan ook niet dat artikel 3 van de Wob op dit punt tot een tegenstrijdig resultaat zal leiden van hetgeen met de richtlijn beoogd wordt.
Naar onze mening is er sprake van een misverstand waar de CDA-fractie in de Nota naar toegankelijkheid van overheidsinformatie leest, dat elektronische bestandsgegevens nooit onder de Wob kunnen vallen. In die nota wordt een onderscheid aangebracht tussen bestandsgegevens als zodanig en de bestandsgegevens, die gebruikt worden in het kader van een bestuurlijke aangelegenheid. Terzake stelt de nota: «Dit vereiste brengt mee dat informatie die bestuursorganen met behulp van hun bestanden maken in het kader van het voorbereiden of uitvoeren van hun beleid, in beginsel als openbare informatie kan worden opgevraagd. Dit geldt echter niet voor de basisgegevens uit de bestanden die als zodanig (nog) niet concreet gebruikt worden bij het uitvoeren van bestuurlijke taken».
Het toe te voegen derde lid van artikel 10 van de Wob beoogt de uitzonderingsgrond in artikel 10, tweede lid, onder b te beperken. Artikel 3, tweede lid, eerste aandachtstreepje, van de richtlijn strekt tot een ruimere openbaarheid waar het milieu-informatie betreft, dan de geldende Wob. Daarom wordt in het nieuwe derde lid van artikel 10 van de Wob voorgesteld de mogelijkheid tot het weigeren van informatie, omdat zulks niet opweegt tegen de economische en financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel 1a, onder c en d, van de Wob bedoelde bestuursorganen te beperken tot informatie over handelingen met een vertrouwelijk karakter. Met de voorgestelde tekst wordt, zoals de CDA-fractie veronderstelt, gedoeld op handelingen van overheidsinstanties.
Binnen de door de Wet openbaarheid van bestuur gehanteerde terminologie komt dit neer op het begrip «bestuursorgaan». Bij gelegenheid van een volgende wijziging van de Wet openbaarheid van bestuur zal een zodanige verduidelijking voorgesteld worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-19971998-24613-19b.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.