24 137
Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake bestuurlijke fusie tussen openbare en bijzondere scholen

nr. 142c
NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS1

Vastgesteld 27 maart 1998

De memorie van antwoord gaf de leden van de CDA-fractie aanleiding tot het stellen van de volgende vragen en het maken van de volgende opmerkingen.

Is de informatie uit de memorie van antwoord over Eernewoude wel correct? Het betreft hier immers een openbare school die bestuurd wordt door een bestuurscommissie ex artikel 82 van de Gemeentewet.

Deze leden hadden berichten bereikt over de adressering van een brief van deze staatssecretaris van 22 december 1997 aan een school voor Voorbereidend Onderwijs in Stadskanaal. De adressering luidde namelijk: «de Heer Lieftink, rector Comenius College voor openbaar, protestants-christelijk en rooms-katholiek Voorbereidend Onderwijs».

Hoe spoort dit met de tekst in de memorie van antwoord over formele en materiële identiteit van scholen?

Is de heer Lieftink van zins om voort te gaan zijn school te presenteren als school voor openbaar, rooms-katholiek en protestants-christelijk onderwijs?

Deze leden waren van mening dat dit in strijd is met de wet en drongen er bij de staatssecretaris op aan om hen te laten weten op welke wijze zij aan deze onwettige situatie een einde zal maken.

De leden van de CDA-fractie vroegen de staatssecretaris gedetailleerd in te gaan op de opmerkingen in de brief van de Nederlands Katholieke Schoolraad van 4 februari 1998*.

Het kwam deze leden voor dat dit wetsvoorstel is ingegeven door bezuinigingsmotieven met name de wens om wachtgeldverplichtingen te voorkomen. Weliswaar kunnen kleine scholen inderdaad niet blijven bestaan, maar anderzijds, nu hier sprake is van een bestuursaanstelling, zullen minder snel wachtgeldverplichtingen ontstaan. De leden hier aan het woord verwezen in dit verband naar de laatste vier regels van de memorie van antwoord en vroegen de staatssecretaris om een reactie.

* Deze brief is ter kennis gebracht van de regering en ter inzage gelegd op het Centraal informatiepunt onder nr. 121 379.

De voorzitter van de commissie,

Jaarsma

De griffier van de commissie,

Hordijk


XNoot
1

Samenstelling: Grol-Overling (CDA), Jaarsma (PvdA), (voorzitter) Holdijk (SGP), Tuinstra (D66), Veling (GPV), Werner (CDA), Roscam Abbing-Bos (VVD), Schoondergang-Horikx (GL), Hofstede (CDA), De Jager (VVD), Dees (VVD), Linthorst (PvdA).

Naar boven