25 368
Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met de beëindiging van de medeverzekering van WSF-gerechtigden

nr. 304
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT1

Vastgesteld 26 juni 1997

Het voorbereidend onderzoek gaf de commissie aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.

De leden van de CDA-fractie deelden mee met gemengde gevoelens te hebben kennis genomen van dit wetsvoorstel. Het ontging deze leden wat nu eigenlijk het nut van de exercitie is om de studenten weer uit de ziekenfondsverzekering te halen waar zij nog niet zo lang geleden in onder zijn gebracht. Wat is de zin van dit jo-jo beleid? Wat is de ratio achter het gelijk willen houden van de verhouding particulier- en ziekenfondsverzekerden nu het verschil tussen particulier- en ziekenfondsverzekeringen nagenoeg is verdwenen door middel van de vrijwillige convergentie? De financiële consequenties zijn uiterst ondoorzichtig. Wil de regering aangeven wat per saldo het effect is op de collectieve uitgaven en de collectieve lastendruk, ervan uitgaande dat er inderdaad 200 000 ouderen instromen en circa 180 000 studenten uitstromen die alle nagenoeg gecompenseerd worden in de studiefinanciering?

Waarom hebben de bewindslieden met deze manoeuvre niet willen wachten op de uitkomsten van het debat over de nieuwe studiefinanciering en op de nota die door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en sport in het najaar is toegezegd over de kring van verzekerden van de Ziekenfondswet, zodat de verzekering voor ziektekosten van studenten in een meer fundamenteel kader bezien had kunnen worden?

De leden van de PvdA-fractie hadden er moeite mee de gedachtelijn onder dit wetsvoorstel tot de hunne te maken.

Beleidsmatig misten zij de onderbouwing studenten uit het ziekenfonds te doen treden. In andere wetgeving – bijvoorbeeld ook de WAJONG – worden studenten nu juist weer gelijk geschakeld met jongeren onder de 18.

Vanuit die invalshoek is medeverzekering in het ziekenfonds niet onlogisch.

Ook budgettair zagen zij niet in wat het wetsvoorstel nu precies toevoegt aan de herstructurering van de Ziekenfondswet. Immers, de kosten gemoeid met de ziektekosten van studenten worden overgeheveld

naar het ministerie van OCW ter compensatie van de uitgaven van de particuliere ziektekostenverzekering.

Eventuele meevallers, als gevolg van het in loondienst gaan werken (in een baantje van beperkte omvang ter aanvulling van de studiebeurs) zullen derhalve ook toevallen aan OCW, waar zij de compensatie niet meer hoeft te verlenen.

Waarom, zo vroegen deze leden, kan het wetsvoorstel niet ingaan nadat de nieuwe instroom heeft plaatsgevonden?

Welke beleidsmatige en budgettaire overwegingen verzetten zich daartegen? Deze leden vroegen dit temeer daar ook de omvang van de nieuwe instroom nog onduidelijk resp. onbekend is.

Vertrouwende dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Ter Veld

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling: Van de Zandschulp (PvdA), Heijmans (VVD), Michiels van Kessenich-Hoogendam (CDA), Boorsma (CDA), Tuinstra (D66), Van den Broek-Laman Trip (VVD), Werner (CDA), Batenburg (AOV), Schoondergang-Horikx (GL), Van den Berg (SGP), Hendriks, Ter Veld (PvdA), (voorzitter), Dees (VVD), De Wit (SP).

Naar boven