nr. 250
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 24 december 1996 te
Ottawa tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en
Canada tot voortzetting van het op 4/5 december 1986 tot stand gekomen verdrag
inzake de opleiding van eenheden van de Nederlandse strijdkrachten in Canada
ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal
behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 24 december 1996 te Ottawa tot stand gekomen Verdrag tussen het
Koninkrijk der Nederlanden en Canada tot voortzetting van het op 4/5 december
1986 tot stand gekomen verdrag inzake de opleiding van eenheden van de Nederlandse
strijdkrachten in Canada, waarvan de tekst is geplaatst in Tractatenblad 1996,
359, en de vertaling in het Nederlands in Tractatenblad 1997, ..., wordt goedgekeurd
voor Nederland.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Defensie,
De Minister van Buitenlandse Zaken,