nr. 272
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voor het voortgezet
onderwijs de regeling met betrekking tot informatievoorziening te moderniseren
en uit te breiden, alsmede de besteding van nascholingsgelden in het voortgezet
onderwijs nader te regelen;
dat in verband daarmee wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs
en van de Wet van 7 juli 1993, Stb. 405, houdende wijziging van enkele onderwijswetten
in verband met de besteding van nascholingsgelden, wenselijk is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 103 wordt vervangen door:
Artikel 103. Informatie over bekostiging
1. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het ten behoeve van Onze
Minister beschikt over een overzichtelijke informatieverzameling van de financiële
gegevens die op enigerlei wijze van belang zijn voor de bekostiging, bedoeld
in deze afdeling.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften
worden vastgesteld omtrent de wijze van beschikbaarstelling van de gegevens,
bedoeld in het eerste lid, en de wijze van ordening daarvan.
B
Na artikel 103 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 103a. Informatie over onderwijs
1. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het beschikt over geordende
gegevens ten behoeve van het door Onze minister te voeren beleid met betrekking
tot het onderwijs en verleent desgevraagd medewerking aan door of namens Onze
minister uit te voeren onderzoek dat geheel of mede op deze gegevens is gebaseerd.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven
omtrent de wijze van beschikbaarstelling van de in het eerste lid bedoelde
gegevens.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden voorschriften vastgesteld
over de wijze van ordening van de informatie en over de kengetallen waarover
informatie beschikbaar is of wordt verstrekt.
4. Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het tweede en derde
lid treedt niet eerder in werking dan 12 maanden na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij is geplaatst.
ARTIKEL II
De wet van 7 juli 1993, Stb. 405, houdende wijziging van enkele onderwijswetten
in verband met nascholing, wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel XIV wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste volzin vervalt «een bij de wet te bepalen tijdstip
en in elk geval voor».
2. Na de eerste volzin wordt een volzin ingevoegd, luidende: De bestedingsverplichting,
bedoeld in de eerste volzin, is eveneens van toepassing op de bedragen ten
behoeve van nascholing die tot en met 31 juli 1997 in een fonds zijn ondergebracht,
en na die datum worden besteed.
B
In artikel XV vervallen het tweede lid en de aanduiding van het eerste
lid.
ARTIKEL III
In artikel 1, onderdeel e, onder 1°a, van de Les- en cursusgeldwet
wordt na «Wet op de studiefinanciering» ingevoegd: dan wel in
de artikelen 9 en 10 of 22 en 24 van de Wet tegemoetkoming studiekosten.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van 31 juli 1997.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,