25 197
Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake afwijking van de bevoegdheidseisen ten behoeve van leraren-in-opleiding

nr. 281a
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS1

Vastgesteld 19 juni 1997

Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de fracties van CDA, GPV, SGP en RPF aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.

De leden van de CDA-fractie wilden weten wat de meerwaarde zal zijn van de toelating van betaalde onbevoegde leerkrachten in opleiding boven een onbetaalde stageperiode.

Is het gezien het grote aantal onderwijswachtgelders wel nodig om een extra leerweg in te richten voor nieuwe leerkrachten?

Is het verantwoord verschil te laten ontstaan tussen betalende en betaalde PABO-studenten?

Is voor de begeleiding in de instellingen voorzien in een betaling van de begeleidende leraar?

Zullen de beoogde leraren in opleiding tijdens hun werkzaamheden in de instellingen verzekerd zijn en zo ja, door wie?

Met belangstelling hadden de leden van de fracties van GPV, SGP en RPF kennisgenomen van het wetsvoorstel dat afwijking van bevoegdheidseisen mogelijk maakt t.b.v. leraren-in-opleiding (LIO's). Zij zeiden overtuigd te zijn van de waarde van een fase in de lerarenopleiding waarin studenten ervaring kunnen opdoen in een situatie die zoveel mogelijk gelijkenis vertoont met de gewone werksituatie van leraren. Deze leden zouden graag meer inzicht krijgen in de rechtspositionele aspecten van het LIO-schap.

Een LIO is een werknemer, maar dan wel een werknemer die werkt in het kader van een leer-arbeidsovereenkomst. Wat zijn precies de rechten en plichten van de LIO en van de school na afloop van een LIO-schap? Kan er een recht op wachtgeld ontstaan? Kunnen er voor de school verplichtingen ontstaan om de LIO na zijn LIO-schap in dienst te houden, bij voorbeeld vanwege een toets van het participatiefonds?

De voorzitter van de commissie,

Jaarsma

De griffier van de commissie,

Hordijk


XNoot
1

Samenstelling: Grol-Overling (CDA), Jaarsma (PvdA) (voorzitter), Holdijk (SGP), Tuinstra (D66), Veling (GPV), Werner (CDA), Roscam Abbing-Bos (VVD), Schoondergang-Horikx (GL), Hofstede (CDA), De Jager (VVD), Dees (VVD), Linthorst (PvdA).

Naar boven