25 184
Samenvoeging van de gemeenten Boxmeer en Vierlingsbeek

nr. 277b
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 27 juni 1997

Ik heb met voldoening kennisgenomen van de steun die het voorstel tot samenvoeging van Boxmeer en Vierlingsbeek heeft gekregen van de leden van de fracties van uw Kamer. Dit mag blijken uit het feit dat alleen de leden van de fractie van het CDA een tweetal opmerkingen hebben gemaakt.

De leden van de fractie van het CDA hadden in de eerste plaats gerefereerd aan de Begrotingsbehandeling in de Eerste Kamer, (Handelingen I, 1996/97, nr. 12), waar de principiële visie van deze leden aan de orde was gekomen ten aanzien van gemeentelijke herindeling. Voor de inrichting van het gemeentelijk bestuur dient zich een reële samenhang binnen de gemeenschappen af te tekenen, aldus deze leden. Hoewel zij ten tijde van de Begrotingsbehandeling van mening waren dat het kabinet aan zo'n benadering weinig gelegen was, beoordeelden zij het voorstel tot samenvoeging van de gemeenten Boxmeer en Vierlingsbeek in dit verband overigens positief, zij het met enige aarzeling ten aanzien van het meer op Venray gerichte deel van de huidige gemeente Vierlingsbeek. De aanleiding van het voorstel ligt in de mondelinge behandeling in de Tweede Kamer in 1993, waarbij een meerderheid van de leden het gevoelen uitsprak dat een zelfstandig Vierlingsbeek niet langer gewenst was. In de gemeente Vierlingsbeek, zowel als in de gemeente Boxmeer, bij de provinciebesturen van Noord-Brabant en Limburg, bij mij zowel als in de huidige Tweede Kamer leeft inderdaad de opvatting dat een samengaan van beide gemeenten een goede zaak is. Bij voorkeur zou dat ongedeeld moeten geschieden, omdat de oriëntatie van de verschillende kernen divers is en overigens als enige argument niet van doorslaggevende aard zou moeten zijn voor een ingewikkelde splitsing.

In de tweede plaats stelden deze leden het op prijs inzicht te krijgen in de financiële en maatschappelijke gevolgen voor de periode van 1998–2001, met inbegrip van het beslag van de kosten van reorganisatie op de gemeentebegroting.

De gemeenten Boxmeer en Vierlingsbeek hebben gekozen voor een integrale samenvoeging. Daarbij blijft de nieuwe gemeente deel uitmaken van het Land van Cuijk, dit mede gelet op het instandhouden van de daar aanwezige voorzieningen op het gebied van de medische en maatschappelijke zorg.

Beide gemeenten hebben de voorbereiding van de fusie serieus aangepakt, hetgeen uitmondde in een convenant van 28 november 1996. Daarin is het overgangstraject naar de nieuwe gemeente voorbereid en uitgewerkt. Ik ben daar erg mee ingenomen daar uit herindelingsonderzoek blijkt dat een tijdige voorbereiding van de herindeling de negatieve fusie-effecten voor een belangrijk deel kan verminderen. Ten behoeve van de fusie is een projectorganisatie in het leven geroepen, die een en ander voorbereidt. Dit alles om de feitelijke samenvoeging per 1 januari 1998 zo geruisloos mogelijk te laten verlopen.

De financiële gevolgen zijn duidelijk voor zover het de inkomsten na de herindeling betreft die na aftrek van de vermindering van de uitkering van het gemeentefonds een positief saldo van f 4.3 miljoen opleveren. De kosten van het fusieproces, dat tijdig is gestart, zijn begroot op een bedrag van f 1.3 miljoen, waarbij de gemeenten aangeven dat deze kosten een zeer indicatief karakter hebben. Dit geldt eveneens voor eventuele kosten van bijvoorbeeld de afvloeiing van personeel, omdat op dit moment nog niet duidelijk is hoe de daadwerkelijke inpassing van personeel vorm zal krijgen. Men is daar momenteel mee bezig. Naar verwachting wordt de integratie van het ambtelijk personeel kort na de inwerkingtreding van de gemeentelijke herindeling afgerond.

In de huidige gemeente Vierlingsbeek is sprake van een aantal spontane initiatieven tot vorming van wijk- en dorpsraden. Daarnaast worden gedachten ontwikkeld ten aanzien van het wijk- en buurtbeheer aldaar. Concluderend geven deze berichten vertrouwen in de wijze van omgaan van de beide gemeenten met het fusieproces en met de toekomstige inrichting van de nieuwe gemeente.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort

Naar boven