nr. 105
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de rechtsbescherming
wenselijk is voor een aantal fiscale beschikkingen de mogelijkheid van bezwaar
en beroep open te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 22j wordt «de voldoening of de inhouding»
vervangen door: «de voldoening of de inhouding onderscheidenlijk de
afdracht».
B. In artikel 23 wordt «aanslag» telkens vervangen
door «belastingaanslag» en vervalt in het eerste lid «tegen
een uitnodiging tot betaling, tegen een navorderingsaanslag, tegen een naheffingsaanslag».
C. In artikel 24 wordt «voldaan» vervangen door:
voldaan of afgedragen.
D. Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Een uit een uitspraak van de inspecteur voortvloeiende teruggaaf van
ingehouden of op aangifte afgedragen belasting wordt verleend aan degene die
het bezwaarschrift heeft ingediend.
2. In het tweede lid wordt na «ingehouden» ingevoegd: of op
aangifte afgedragen.
3. Na het tweede lid wordt toegevoegd:
3. Indien zowel de inhoudingsplichtige als degene van wie is ingehouden
ter zake van dezelfde feiten in bezwaar of beroep zijn gekomen, wordt, indien
uit een uitspraak of een arrest ter zake een teruggaaf voortvloeit, die teruggaaf
uitsluitend verleend aan degene van wie is ingehouden.
E. Artikel 30f, derde lid, onderdeel c, onder 2°, wordt
vervangen door:
2°. in de overige gevallen waarin een naheffingsaanslag wordt opgelegd:
over het tijdvak dat aanvangt op de dag na het einde van het kalenderjaar
waarop de nageheven belasting betrekking heeft en eindigt op de dag van de
dagtekening van het aanslagbiljet;
3°. in de overige gevallen waarin een teruggaaf wordt verleend: over
het tijdvak dat aanvangt drie maanden na het einde van het kalenderjaar waarop
de teruggaaf betrekking heeft en eindigt op de dag van de dagtekening van
het afschrift van de uitspraak of de beschikking of van de kennisgeving waaruit
van de teruggaaf blijkt;.
ARTIKEL II
De Wet op de inkomstenbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 18, eerste lid, wordt na de eerste volzin ingevoegd:
De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking
waarin de in de vorige volzin bedoelde voorwaarden zijn opgenomen.
B. Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na de eerste volzin ingevoegd: De beschikking
wordt gegeven gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag over het jaar
waarin het verlies is ontstaan.
2. In het derde lid wordt na «de inspecteur» ingevoegd: bij
voor bezwaar vatbare beschikking.
ARTIKEL III
In artikel 34a, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964
vervalt: , met dien verstande dat voor de toepassing van hoofdstuk V van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen de op aangifte afgedragen belasting wordt
aangemerkt als belasting die op aangifte is voldaan.
ARTIKEL IV
In de Wet op de dividendbelasting 1965 wordt na artikel 12
ingevoegd:
Artikel 13
De inspecteur stelt, op verzoek van de inhoudingsplichtige, bij voor bezwaar
vatbare beschikking vast hetgeen is gestort op de aandelen van een besloten
vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een naamloze vennootschap,
niet zijnde een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal, alsmede
het gemiddeld op de desbetreffende aandelen gestorte kapitaal. Bij ministeriële
regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het verzoek.
ARTIKEL V
De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:
A.1. In artikel 14 wordt, onder vernummering van het derde,
vierde en vijfde lid tot onderscheidenlijk vierde, vijfde, zesde lid, na het
tweede lid ingevoegd:
3. De belastingplichtige die zekerheid wil hebben omtrent de vraag of
sprake is van een bedrijfsfusie, kan vóór de overdracht van
de onderneming of het zelfstandig onderdeel van de onderneming een verzoek
indienen bij de inspecteur, die daarop bij voor bezwaar vatbare beschikking
beslist.
A.2. In het tot zesde lid vernummerde vijfde lid wordt «derde lid»
vervangen door «vierde lid» en wordt «het derde en het vierde
lid» vervangen door «het vierde en het vijfde lid».
B. In artikel 15, eerste lid, wordt na de tweede volzin ingevoegd:
De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking
waarin de in de vorige volzin bedoelde voorwaarden zijn opgenomen.
C. Artikel 15a, eerste lid, wordt na de eerste volzin ingevoegd:
De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking
waarin de in de vorige volzin bedoelde voorwaarden zijn opgenomen.
D. Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na de eerste volzin ingevoegd: De beschikking
wordt gegeven gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag over het jaar
waarin het verlies is ontstaan.
2. In het derde lid wordt na «de inspecteur» ingevoegd: bij
voor bezwaar vatbare beschikking.
E. Artikel 28a, derde lid, komt te luiden:
3. Onze Minister kan op verzoek, onder door hem te stellen voorwaarden,
de inspecteur machtigen afwijkingen toe te staan van het eerste en het tweede
lid. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking
waarin de in de vorige volzin bedoelde voorwaarden zijn opgenomen. De voorwaarden
mogen slechts strekken ter verzekering van de heffing en de invordering van
de belastingen.
F. In artikel 32 wordt «artikel 14, derde lid»
vervangen door: artikel 14, vierde lid.
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,