24 777
Wijziging van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement om te bepalen dat het lidmaatschap van een adviescollege als bedoeld in de Kaderwet adviescolleges niet verenigbaar is met het lidmaatschap van de Staten-Generaal en van het Europees Parlement

nr. 199
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

4 februari 1997

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, mede gelet op artikel 57, vierde lid, van de Grondwet, wenselijk is de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement te wijzigen om te bepalen dat het lidmaatschap van een adviescollege als bedoeld in de Kaderwet adviescolleges behoudens een uitzondering niet verenigbaar is met het lidmaatschap van de Staten-Generaal en van het Europees Parlement;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

c. lid van een adviescollege als bedoeld in de Kaderwet adviescolleges.

B

Aan artikel 2, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

g. lid van een adviescollege als bedoeld in de Kaderwet adviescolleges, niet zijnde een adviescollege als bedoeld in artikel 6 van die wet.

ARTIKEL II

Artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement geldt niet ten aanzien van degenen die op de dag van inwerkingtreding van deze wet lid zijn van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, doch uiterlijk tot het einde van de zittingsduur van die kamer.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken,

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

Naar boven