nr. 212
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het bij
Koninklijke Boodschap van 8 maart 1994 ingediende voorstel van wet tot wijziging
van de Wet op de omzetbelasting 1968 (levering van bouwkavels) aan te passen
in het licht van jurisprudentie;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Indien het bij koninklijke boodschap van 8 maart 1994 ingediende voorstel
van wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (levering van bouwkavels)
(Kamerstukken II 1993/94, 23 638) tot wet wordt verheven, wordt deze
wet als volgt gewijzigd:
Artikel I wordt vervangen door:
ARTIKEL I
In de Wet op de omzetbelasting 1968 worden de volgende wijzigingen aangebracht.
A
In artikel 3, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht.
1. Aan onderdeel c wordt na de woorden «heeft vervaardigd»
toegevoegd: , met uitzondering van andere onbebouwde terreinen dan bouwterreinen
als bedoeld in artikel 11, vierde lid.
2. Aan onderdeel h wordt na de woorden «waaronder grond is begrepen»
toegevoegd: ; van de toepassing van dit onderdeel worden uitgezonderd andere
onbebouwde terreinen dan bouwterreinen als bedoeld in artikel 11, vierde lid.
B
In artikel 11 worden de volgende wijzigingen aangebracht.
1. Het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, wordt vervangen door:
1°. de levering van een gebouw of een gedeelte van een gebouw en het
erbij behorend terrein vóór, op of uiterlijk twee jaren na het
tijdstip van eerste ingebruikneming, alsmede de levering van een bouwterrein;.
2. Na het tweede lid worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:
3. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, onder 1°:
a. wordt als gebouw beschouwd ieder bouwwerk dat vast met de grond is
verbonden;
b. wordt na de verbouwing van een gebouw de ingebruikneming als eerste
ingebruikneming aangemerkt, indien door die verbouwing een vervaardigd goed
is voortgebracht;
c. wordt als erbij behorend terrein beschouwd ieder terrein dat naar maatschappelijke
opvattingen behoort bij dan wel dienstbaar is aan het gebouw.
4. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, wordt
als bouwterrein beschouwd onbebouwde grond:
a. waaraan bewerkingen plaatsvinden of hebben plaatsgevonden;
b. ten aanzien waarvan voorzieningen worden of zijn getroffen die uitsluitend
dienstbaar zijn aan de grond;
c. in de omgeving waarvan voorzieningen worden of zijn getroffen; of
d. ter zake waarvan een bouwvergunning is verleend; met het oog op de
bebouwing van de grond.
ARTIKEL II
Indien het bij koninklijke boodschap van 8 maart 1994 ingediende voorstel
van wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (levering van bouwkavels)
(Kamerstukken II 1993/94, 23 638) tot wet wordt verheven en in werking
treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,