24 699
Wijziging van de Gemeentewet, houdende opneming daarin van de bevoegdheid van de burgemeester om woningen, niet voor het publiek toegankelijke lokalen of bij die woningen of lokalen behorende erven te sluiten bij verstoring van de openbare orde

nr. 103f
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 1996

Ter voldoening van onze toezegging gedaan op 11 maart jl. tijdens het plenaire debat over het wetsvoorstel 24 699 (woningsluiting), zenden wij u bijgaand1 de rapportage uit 1995 van het onderzoek naar het gemeentelijk drugsbeleid. Daarbij wijzen wij erop dat op korte termijn gegevens bekend zullen worden van een vervolgonderzoek. Wij zullen de resultaten van het onderzoek spoedig na het verschijnen ervan onder uw aandacht brengen.

Tijdens het debat in uw Kamer op 11 maart jl. over wetsvoorstel 24 699 is door enkele afgevaardigden stilgestaan bij het vermeende «gat» tussen strafrechtelijk en bestuursrechtelijk optreden. Wij gaan hierop nader in.

De Opiumwet stelt onder meer strafbaar het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van hard- en softdrugs. Tegen overtreding van de Opiumwet kan strafrechtelijk worden opgetreden. In tegenstelling tot de verkoop van kleine hoeveelheden softdrugs in coffeeshops, geldt voor de handel in woningen en daarmee vergelijkbare ruimten geen strafrechtelijk gedoogbeleid. Daarmee is het pand van waaruit de handel wordt gevoerd echter nog niet gesloten. Zoals u tijdens de behandeling van het wetsvoorstel zal zijn gebleken, is in bepaalde situaties sluiting van een drugpand noodzakelijk om de door de handel veroorzaakte verstoring van de openbare orde te beëindigen. Op twee fronten wordt hieraan gewerkt. Ten eerste maakt artikel 174a van de Gemeentewet sluiting van een woning en daarmee vergelijkbare ruimten mogelijk bij verstoring van de openbare orde. Ten tweede wordt in het wetsvoorstel Bestuurlijke handhaving Opiumwet voorgesteld een bevoegdheid in de Opiumwet op te nemen tot het toepassen van bestuursdwang bij overtreding van die wet. Dit wetsvoorstel is de Raad van State gepasseerd en wordt op zeer korte termijn aan de Tweede Kamer aangeboden.

Bij het tweede voorstel sluiten de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving van drugsvoorschriften naadloos op elkaar aan. Ten aanzien van het eerste wetsvoorstel constateren wij dat voor sluiting van een woning meer nodig is dan alleen een overtreding van de Opiumwet. Er dient ook sprake te zijn van een verstoring van de openbare orde. De reden hiervan is gegeven door het feit dat een dergelijk bestuurlijk optreden jegens woningen een beperking betekent van het recht op privacy. Het scheppen van een dergelijke bevoegdheid om de enkele reden dat een handeling strafbaar is, is naar onze mening niet verenigbaar met het Europees verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) aangezien de noodzaak voor een dergelijke bevoegdheid ontbreekt. Om een einde te maken aan strafbare feiten dient in zo'n geval het strafrecht te worden benut. Sluiting van woningen is echter wel noodzakelijk om aan de bijkomende verstoring van de openbare orde een einde te kunnen maken. Bij de beëindiging van de drugshandel in woningen alleen via het strafrecht, speelt een belangrijke rol dat in de bestuursrechtelijke rechtsbescherming de waarborgen ontbreken waarop een verdachte van het plegen van een strafbaar feit kan rekenen.

Overigens wijzen wij er op dat in Terneuzen door het openbaar ministerie positieve ervaringen zijn opgedaan met verbeurdverklaring van een woning na overtreding in de woning van de Opiumwet.

Uiteraard zullen wij de ervaringen van gemeenten met de toepassing van de sluitingsbevoegdheid monitoren. De resultaten daarvan worden bij de evaluatie betrokken.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm


XNoot
1

De bijlage is ter inzage gelegd op het Centraal Informatiepunt onder griffienr. 119021.12

Naar boven