nr. 28
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 10, vijfde
lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 de Uitvoeringsregeling willekeurige
afschrijving bij wet dient te worden goedgekeurd voor zover daarin beperkingen
van de mogelijkheid tot willekeurige afschrijving zijn opgenomen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De artikelen 6, 8, 13 en 14 van de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving
worden goedgekeurd.
ARTIKEL II
Voor de toepassing van artikel 10, derde lid, onderdeel b, van de Wet
op de inkomstenbelasting 1964, wordt onder de gemeenten, bedoeld in artikel
13, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving, tevens
de gemeente Landgraaf begrepen.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,