24 546
Wijziging van de Grondwaterwet (verbreding heffingsdoeleinden)

nr. 116a
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VERKEER EN WATERSTAAT1

Vastgesteld 11 december 1996

Het voorbereidend onderzoek had de leden van de commissie aanleiding gegeven tot het stellen van de volgende vragen en het maken van de volgende opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie deelden mee te kunnen instemmen met de verbreding van de heffingsdoeleinden die met deze wet worden beoogd, alsmede met de aangenomen amendementen. Zij hadden echter nog een aantal vragen.

Deze leden stelden vast dat dit wetsvoorstel de bedoeling heeft met de gelden uit deze heffing een anti-verdrogingsbeleid door provincies en waterschappen mogelijk te maken. Dat is een goede zaak want verdroging is in grote delen van ons land een majeur probleem. Kan de minister de garantie geven dat de opbrengsten ook structureel ten goede komen aan een goed onderbouwd, effectief anti-verdrogingsbeleid?

Worden daarbij prioriteiten gesteld zoals bijvoorbeeld rondom kwetsbare natuurgebieden etc.?

Dienen in het algemeen de provinciale waterhuishoudingsplannen hiervoor als basis?

Kan van die plannen worden afgeweken als veranderde inzichten, bijvoorbeeld uit de vierde nota Waterhuishouding, daartoe aanleiding geven?

Worden de effecten van dit beleid inzichtelijk gemaakt?

Deze leden merkten tot slot op dat de handhaving voor de provincies veel extra kosten met zich meebrengt (schatting ± 5 miljoen). Oorspronkelijk was voorzien deze uit de heffing te bestrijden. Daar is van afgezien. Is het niet voor de hand liggend hiervoor tenminste een eenmalige rijksbijdragen te voteren?

De leden van de fractie van het CDA vroegen welke maatregelen tegen verdroging uit de opbrengst van de heffingen kunnen worden bekostigd; wat is de rol hierin van de rijksoverheid?

Zij vroegen voorts of het in het voornemen van de minister ligt om te bevorderen dat het grondwaterbeheer in handen van de waterschappen komt.

Wil de minister aangeven wat de relatie is tussen het oppervlaktewaterbeheer en het grondwaterbeheer?

Kan, zo vroegen ook deze leden, de minister aangeven op welke wijze wordt veilig gesteld dat de opbrengst van de provinciale heffingen uitsluitend ten goede komt aan de bestrijding van de verdrogingsproblematiek.

De leden van de PvdA-fractie hadden met instemming kennis genomen van het wetsvoorstel. Zij hadden begrip voor de wens van de minister het wetsvoorstel vóór 1 januari 1997 te behandelen. Zij wensten er wel op te wijzen, dat een termijn van behandeling van 2 weken zeer kort is, vergeleken met de bijna vier jaar, die zijn verstreken sinds de behandeling van het kabinetsstandpunt over het advies van de commissie-Zevenbergen terzake.

Deze leden hadden een vraag over de verantwoordelijkheid van het Rijk voor het verdrogingsbeleid. Strookt deze verantwoordelijkheid wel met de afwerende houding, die de minister in de Tweede Kamer met betrekking tot het rijkstoezicht heeft ingenomen? Deze leden waren het er mee eens, dat het Rijk zich in deze terughoudend dient op te stellen. Kan de minister niettemin toezeggen, dat de Kamers periodiek worden geïnformeerd over de ontwikkeling van de hoogte en de besteding van de heffing van de provincies of op andere wijze in staat worden gesteld te beoordelen of de landelijke doelstelling van het anti-verdrogingsbeleid voldoende wordt waargemaakt met behulp van de verbrede heffing? Deze leden vreesden, dat anders de relatie tussen de uitdrukkelijke landelijke «verdrogingsdoelstelling» en dit ingezette decentrale instrument uit het zicht gaat verdwijnen.

De leden, behorende tot de fractie van D66, vroegen welke garanties de minister geeft dat de opbrengsten van de heffingen uitsluitend worden aangewend ter bestrijding van de verdrogingsproblemen. Zij vroegen voorts in welke mate in de evaluatie aandacht zal worden besteed aan de directe relatie tussen opbrengsten en anti-verdrogingsmaatregelen.

De voorzitter van de commissie,

Baarda

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling: Talsma (VVD), Baarda (CDA), voorzitter, Zijlstra (PvdA), Eversdijk (CDA), Hilarides (VVD), Vrisekoop (D66), Pitstra (GL), Rongen (CDA), Batenburg (AOV), Lodewijks (VVD), Van den Berg (SGP), Hendriks, Bierman, De Wit (SP), Linthorst (PvdA).

Naar boven