24 510
Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering (de dagvaardingstermijn voor de politierechter, de oproeping in kantongerechtszaken en het instellen van hoger beroep)

nr. 50c
NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE1

Vastgesteld 11 februari 1997

De memorie van antwoord gaf de leden van de VVD-fractie aanleiding tot de volgende vragen.

Op welke wetsbepaling berust de stelling dat als de uitreiking van een stuk niet voltooid wordt omdat de verdachte aanneming van het stuk weigert, de gevolgen van die weigering voor zijn rekening komen?

Deze leden zouden gaarne een uiteenzetting ontvangen over wat de minister verstaat onder het «bestaande systeem der wet» waaruit zou voortvloeien dat een mislukte uitreiking wordt aangemerkt als een uitreiking in persoon.

Waarom kan, als een verdachte weigert de akte van hoger beroep te ondertekenen omdat hij de oproeping niet in ontvangst wil nemen, daarop niet de sanctie worden gesteld dat het hoger beroep niet ontvankelijk is?

Wil de minister alsnog zo uitvoerig mogelijk antwoord geven op de vragen, gesteld in het voorlopig verslag onder 1b?

De voorzitter van de commissie,

Heijne Makkreel

De griffier van de commissie,

Hordijk


XNoot
1

Samenstelling: Heijne Makkreel (VVD) (voorzitter), Talsma (VVD), Glasz (CDA), Michiels van Kessenich-Hoogendam (CDA), Holdijk (SGP), Vrisekoop (D66), Pitstra (GL), Le Poole (PvdA), Cohen (PvdA), De Wit (SP), Hirsch Ballin (CDA), De Haze Winkelman (VVD).

Naar boven