nr. 346
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een vast college
van advies van het Rijk in te stellen op het terrein van het landelijk gebied
en dat het in verband met artikel 79 van de Grondwet noodzakelijk is daartoe
wettelijke bepalingen vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Er is een raad voor het landelijk gebied, verder te noemen: de raad.
Artikel 2
De raad heeft tot taak de regering en de beide Kamers der Staten-Generaal
te adviseren over strategische beleidsvraagstukken ten aanzien van de functies
landbouw, natuur, bos en landschap, openluchtrecreatie en visserij van het
landelijk gebied alsmede strategische beleidsvraagstukken die verband houden
met dan wel van invloed zijn op die functies, al dan niet in onderlinge samenhang.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.
Artikel 4
Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de raad voor het landelijk gebied.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,