nr. 240b
MEMORIE VAN ANTWOORD
De nu voorgestelde wijzigingen van de Wet individuele huursubsidie per
1 juli 1996 zijn een eerste belangrijke stap om te komen tot een verdere matiging
van de huurlasten, met name voor huishoudens met een inkomen rond het minimumniveau.
De leden van de fractie van GroenLinks vroegen naar de relatie met de
voorstellen zoals die onlangs in de Tweede Kamer zijn besproken.
Het onderhavige wetsvoorstel houdt aanpassingen in voor het subsidietijdvak
1996–1997. De voorgestelde aanpassingen vloeien uit de voorstellen voort,
zoals opgenomen in de Beleidsbrief IHS, kenmerk HIS 16N95001 d.d. 17 november
1995. De voorstellen die daarin zijn opgenomen, hebben betrekking op de toekomst,
dat wil zeggen de tijdvakken vanaf 1 juli 1997. De voorstellen uit de Beleidsbrief
IHS en onderhavige voorstellen zijn in belangrijke mate gericht op matiging
van de huurlasten. De onderhavige voorstellen resulteren in een aanpassing
van de huidige systematiek. De voorstellen uit de Beleidsbrief gaan verder.
Zij betekenen een geheel nieuwe systematiek en leiden ook tot een verdergaande
matiging. Bespreking en implementatie hiervan kost tijd.
Overigens wijs ik erop dat het voorstel om de subsidietabel voor alleenstaanden
onder de 65 jaar te verlengen, oorspronkelijk bedoeld om in werking treden
met ingang van het subsidietijdvak 1997–1998, in overleg met de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, naar voren gehaald is en reeds 1 juli
aanstaande in werking zal treden als het voorstel van wet door de Eerste Kamer
wordt aangenomen.
In antwoord op nadere vragen van de leden van de fractie van GroenLinks
deel ik mee dat het Kabinet zich beraadt op een standpunt aangaande de door
Tweede Kamer tijdens het debat over de Beleidsbrief IHS aangenomen moties.
De meeruitgaven, voortvloeiend uit de in de Beleidsbrief IHS van 17 november
jongstleden door het Kabinet gedane voorstellen alsmede de meeruitgaven die
voortvloeien uit het onderhavige wetsvoorstel (en betrekking hebben op het
naar voren halen van de maatregel voor alleenstaanden en het indexeren van
de kwaliteitskorting), bedragen tot en met het jaar 2000 circa f 1,0
miljard ten opzichte van het Regeerakkoord. In het Regeerakkoord
is voorts voorzien in gelden voor normhuurcompensatie, ter grootte van f 0,5
miljard.
Naar aanleiding van de vraag van de leden van de fractie van GroenLinks
naar beperking van de fiscale aftrekbaarheid van de hypotheekrente verwijs
ik naar de opmerkingen van de Minister-President gemaakt tijdens het debat
over de regeringsverklaring. In dat debat heeft de Minister-President aangegeven
dat wijziging van de systematiek van de hypotheekrente-aftrek gedurende deze
kabinetsperiode niet aan de orde is (Handelingen II 1994/95). De Staatssecretaris
van Financiën heeft dit herhaald tijdens de Algemene Financiële
Beschouwingen 1994 en – onder verwijzing naar de uitspraken van de Minister-President
tijdens het debat over de regeringsverklaring – bij de beantwoording
van de schriftelijke vragen van de heer Rabbae op 21 juni 1995.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
D. K. J. Tommel