nr. 268c
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES
VAN STAAT1
De memorie van antwoord gaf de leden van de CDA-fractie nog
aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.
Deze leden dankten de staatssecretaris voor de memorie van antwoord doch
waren van mening dat afziende van verschillen van mening bepaalde vragen niet
beantwoord zijn. Zij benadrukten echter te hechten aan een zorgvuldige schriftelijke
voorbereiding van het wetsvoorstel.
Gevraagd was een overzicht van gemeenten met meer dan 7500 inwoners die
hun zelfstandigheid inleveren. Dat overzicht is gegeven, overigens inclusief
gemeenten die door overname groeien zoals Breda en Tilburg. Ook was gevraagd
naar de knelpunten binnen de op te heffen gemeenten. De staatssecretaris is
daar niet op ingegaan en vermeldt dat de provincie al voorstellen had gedaan
of dat de gemeenten zelf al voorstellen hadden gedaan. Maar deze voorstellen
zijn in gang gezet met name door aandringen van de regering. Wil de staatssecretaris
toch de knelpunten benoemen?
Ten aanzien van het wetenschappelijk onderzoek was gevraagd om de verschillende
bevindingen weer te geven. Ten dele (De Zeeuw, Herwijer) is dat gebeurd, doch
voor een ander deel niet of nauwelijks. De leden hier aan het woord herhaalden
derhalve hun vraag en lieten weten een zorgvuldige weergave op prijs te stellen.
Gevraagd was om, van gemeenten groter dan 7 500 inwoners die hun
zelfstandigheid verliezen, aan te geven waaruit een eventuele «wenselijkheid
van versterking van het bestuur» is gebleken.
De leden van de CDA-fractie hadden geen antwoord gekregen op die vraag.
Gevraagd was naar een operationalisering van het begrip draagvlak.
De staatssecretaris noemt de factoren «kwetsbaarheid», «ligging»
en «relatie met buurgemeenten». Er is geen operationalisatie gegeven
omdat ook deze begrippen een operationalisatie vergen. Deze leden nodigden
de staatssecretaris uit alsnog deze vraag te beantwoorden, opdat de plenaire
behandeling beter voorbereid is.
Vertrouwende dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de
commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende
voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
J. Th. J. van den Berg
De griffier van de commissie,
Hordijk
XNoot
1Samenstelling: Postma (CDA), Holdijk (SGP), Van Dijk (CDA),
Staal (D66), Van den Berg (PvdA), voorzitter, De Beer (VVD), Batenburg (AOV),
Rensema (VVD), Schoondergang-Horikx (GL), Grewel (PvdA), Hendriks, Bierman,
Wiegel (VVD), De Wit (SP) en Hirsch Ballin (CDA).