24 484
Tijdelijke regeling houdende beperking van de inkomensgevolgen door toepassing van arbeidsongeschiktheidscriteria voor personen in bepaalde leeftijdscategorieën (Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria)

nr. 121a
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 12 januari 1996

Het voorbereidend onderzoek gaf de commissie aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.

Met de voorgestelde maatregelen om de inkomensgevolgen als gevolg van de herkeuringen volgens het nieuwe arbeidsongeschiktheidscriterium voor een tweetal nader omschreven categorieën arbeidsongeschikten te beperken konden de leden van de CDA-fractie instemmen.

Wel wilden deze leden er nadrukkelijk op wijzen dat zij aan een rechtstreekse oplossing, zoals tijdens de behandeling van de aanpassingen van het Schattingsbesluit aan de orde is geweest, duidelijk de voorkeur hadden gegeven.

Thans is er opnieuw sprake van een wetsvoorstel, dat de uitvoeringsorganisaties, meer dan strikt noodzakelijk is om het beoogde doel te bereiken, voor problemen stelt en ook de nodige uitvoeringskosten met zich meebrengt.

Waarom zijn overigens deze uitvoeringskosten niet afzonderlijk geraamd binnen de kosten van de regeling? Aannemende dat het bedrag, noodzakelijk voor de uitvoering, wel bekend is, stelden de leden van de CDA-fractie nadere informatie hierover op prijs.

Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer is bij amendement een derde categorie nl. van 55-plussers, die herkeurd worden, maar nog steeds op basis van het oude arbeidsongeschiktheidscriterium, onder de werking van het voorliggende wetsvoorstel gebracht.

Afgedacht van gemaakte afspraken, waaraan de leden van de CDA-fractie uiteraard geen boodschap hebben, bevreemdt hen de summiere argumentatie om tot een ernstige ontrading van aanvaarding van het amendement te moeten komen.

Sloeg het principiële bezwaar nu uitsluitend op het niet hebben plaatsgevonden van de herbeoordeling op basis van het nieuwe arbeidsongeschiktheidscriterium of vreest de staatssecretaris ook andere gevolgen, waaronder ook die in de uitvoeringssfeer? Naar verluidt, zijn er bij uitvoering van de werkzaamheden voor deze categorie de nodige uitvoeringsproblemen te verwachten.

Zoals bekend hadden de leden van de CDA-fractie bij de behandeling van het wetsvoorstel «Amber» twijfels geuit over de uitwerking van de reïntegratie-opdracht in combinatie met het overgangsrecht terzake van de malus-opleggingen. Kort na deze behandeling verscheen een rapportage van het C.T.S.V. dat terzake van de loonkostensubsidie deze twijfel alleen maar bevestigde.

Uit zowel de schriftelijke als de mondelinge behandeling van het zogeheten BINA-wetsvoorstel in de Tweede Kamer blijkt opnieuw dat deze twijfels terecht zijn geweest. De leden van de CDA-fractie realiseerden zich dat deze materie in het kader van dit wetsvoorstel slechts beperkt aan de orde kan komen, maar het Tica-advies noopt hen toch wel tot het maken van een kritische kanttekening.

Het Tica-advies beperkt zich tot de – in het kader van de arbeidsmarktpositie van de BINA-uitkeringsgerechtigden – begrijpelijke opmerking dat het noodzakelijk is intensief reïntegratie-instrumenten in te zetten om BINA-gerechtigden te activeren om aan passend werk te komen. Zonder concreet aan te geven op welke wijze dit dan zal worden gerealiseerd, deed dit de leden van de CDA-fractie nog steeds het ergste vrezen. Het bracht hen tot de vraag naar de actuele stand van zaken rond het nieuwe reïntegratiemodel, de uitwerking van de reïntegratie-opdracht tot dusverre en alle relevante beschikbare gegevens om hun vrees zoveel mogelijk weg te nemen. Is de situatie dezelfde gebleven, zoals de staatssecretaris deze tijdens het debat in de Eerste Kamer moest toegeven, of is er sprake van verbetering?

De inmiddels ontvangen informatie inzake de stand van zaken ao-criterium gaf deze leden toch nog weinig houvast terzake.

Zo exact mogelijke informatie is ook van belang nu er toch een wezenlijk verschil van inzicht bestaat tussen het ministerie en het Tica over de kansen op werkhervatting. Heeft het Tica overigens naar aanleiding van de nadere toelichting van de staatssecretaris nog een ander standpunt terzake ingenomen? Welke extra kosten voor de regeling moeten worden geraamd als de prognose van het Tica juist blijkt te zijn. Uiteraard konden de leden van de CDA-fractie niet voorbijgaan aan de problematiek van de geremigreerde WAO-er die na herkeuring zijn WAO-uitkering geheel of gedeeltelijk verliest.

Deze leden stelden zich met de staatssecretaris op het standpunt - zonder de uitleg van de staatssecretaris over te nemen - dat deze materie terwille van de noodzakelijke samenhang het beste aan de orde kan worden gesteld in de nog te verwachten notitie van de minister van Binnenlandse Zaken over aanpassing/wijziging van de remigratieregelingen. Deze notitie zal immers ook nog steeds een antwoord moeten geven op het advies van de S.E.R. over de binnen de bestaande remigratieregelingen geconstateerde tekortkomingen.

Ongetwijfeld zullen dan vraagstukken als de terugkeeroperatie en de problemen rond geremigreerde W.A.O.-ers alsook de ziektekostenproblematiek en het opzetten van werkgelegenheidsprojecten in het land van herkomst aan de orde komen. Op welke termijn kan nu deze lang verbeide notitie tegemoet worden gezien?

De leden van de CDA-fractie waren er niet gerust op dat uiteindelijk de handhaafbaarheid voor de categorie niet-werknemers binnen de WW-regime toch niet onder grote spanning zal blijven staan, ook al kunnen speciaal op deze situatie toegesneden nieuwe richtlijnen wellicht een bijdrage leveren aan het handhavingsprobleem.

Deze formulering, waaruit opnieuw de twijfel duidelijk spreekt, komt rechtstreeks uit het Tica-advies. Hoever is het Tica met deze richtlijnen reeds gevorderd en neemt bij het opstellen van deze richtlijnen de twijfel af?

De voorzitter van de commissie,

Heijmans

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling: Van de Zandschulp (PvdA), Heijmans (VVD) voorzitter, Gelderblom-Lankhout (D66), Jaarsma (PvdA), Rongen (CDA), Veling (GPV), Van den Broek-Laman Trip (VVD), Batenburg (AOV), J. van Leeuwen (CDA), Van den Berg (SGP), Hendriks Hofstede (CDA), De Wit (SP), De Haze Winkelman (VVD), Zwerver (GroenLinks).

Naar boven