23 960
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Gratiewet (herziene gratieregeling en regeling inzake schadevergoeding voor voorlopige hechtenis)

nr. 32c
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIEAAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

24 januari 1996

Naar aanleiding van de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel 23 960 inzake de herziene gratieregeling en de schadevergoeding voorlopige hechtenis op 16 januari 1996 voldoe ik hierbij aan mijn toezegging nog drie vragen schriftelijk te beantwoorden.

1. De cijfers voor de afdoening van de binnengekomen verzoekschriften om gratie zijn dit jaar, vanwege een andere opzet van de memorie van toelichting op mijn begroting voor 1996 niet daarin opgenomen. Zij zijn evenwel beschikbaar en ik zend ze u hierbij toe. De uitkomst over het jaar 1994 is reeds in de Nota naar aanleiding van het verslag van de Tweede Kamer vermeld, 23 960, nr. 6, blz. 1.

2. De beslissing op het verzoekschrift om gratie die op mijn departement is bevorderd, wordt in tweevoud aan het plaatselijk openbaar ministerie gezonden met het verzoek een exemplaar aan de rechter die het advies terzake heeft uitgebracht te doen toekomen. Het is de afdeling Gratie bekend dat deze doorzending niet in alle gevallen plaats vindt. Bij gelegenheid van de attendering op de wettelijke regeling ten behoeve van het openbaar ministerie en de zittende magistratuur zal ik voor deze kwestie aandacht vragen.

3. Ik streef ernaar het wetsvoorstel schadevergoeding naar aanleiding van de toepassing van dwangmiddelen voor het eind van dit jaar in te dienen.

Ik hoop u met het voorgaande voldoende te hebben ingelicht.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Gratie

Voor het derde achtereenvolgende jaar gaf het aantal gratieverzoeken in 1994 een daling te zien. De in 1993 ingezette vermindering van het aantal straffen waarvan gratie werd gevraagd, zette zich eveneens voort. In het hieronder volgende cijfermatig overzicht van de verzoeken, straffen en beslissingen zijn ten aanzien van de laatstgenoemde categorie de onderlinge percentages vermeld.

Jaar	Aantal verzoeken	Aantal straffen	Afgewezen		Geheel/gedeeltelijk gratie
1988	5 803	9 485	6 556	(69,1%)	2 930	(30,9%)
1989	5 710	10 695	7 604	(71,1%)	3 091	(28,9%)
1990	5 254	7 661	5 258	(68,6%)	2 403	(31,4%)
1991	5 635	7 880	5 236	(66,4%)	2 644	(33,6%)
1992	5 143	8 455	5 548	(65,6%)	2 907	(34,4%)
1993	4 618	7 633	5 160	(67,6%)	2 473	(32,4%)
1994	4 373	6 594	4 551	(69,1%)	2 043	(30,9%)
Jaar	Aantal verzoeken	Aantal geldboeten	Afgewezen		Geheel/gedeeltelijk gratie
1988	5 803	5 986	4 346	(72,6%)	1 640	(27,4%)
1989	5 710	5 793	4 156	(71,7%)	1 637	(28,3%)
1990	5 254	3 831	2 717	(70,9%)	1 114	(29,1%)
1991	5 635	3 732	2 530	(67,7%)	1 202	(32,3%)
1992	5 143	4 694	3 027	(64,4%)	1 667	(35,6%)
1993	4 618	4 285	2 880	(67,2%)	1 405	(32,8%)
1994	4 373	3 789	2 634	(69,5%)	1 155	(30,5%)
Jaar	Aantal verzoeken	Aantal vrij- heidsstraffen	Afgewezen		Geheel/gedeeltelijk gratie
1988	5 803	3 186	1 959	(61,5%)	1 227	(38,5%)
1989	5 710	4 108	2 828	(68,8%)	1 280	(31,2%)
1990	5 254	3 253	2 086	(64,1%)	1 167	(35,9%)
1991	5 635	3 699	2 359	(63,7%)	1 340	(36,3%)
1992	5 143	3 368	2 221	(65,9%)	1 147	(34,1%)
1993	4 618	3 077	2 064	(67,0%)	1 013	(33,0%)
1994	4 373	2 555	1 719	(67,2%)	836	(32,8%)
Jaar	Aantal verzoeken	Aantal ove- rige sancties	Afgewezen		Geheel/gedeeltelijk gratie
1988	5 803	318	250	(79,8%)	63	(20,2%)
1989	5 710	794	620	(78,0%)	174	(22,0%)
1990	5 254	577	455	(78,8%)	122	(21,2%)
1991	5 635	449	347	(77,2%)	102	(22,8%)
1992	5 143	393	300	(76,3%)	93	23,7%)
1993	4 618	271	216	(79,7%)	55	(20,3%)
1994	4 373	250	198	(79,2%)	52	(20,8%)

Van de 2048 gunstige beslissingen strekten er 1120 tot onvoorwaardelijke en 823 tot voorwaardelijke gratieverlening, waarbij in 427 gevallen de voorwaarde van het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemene nutte werd gesteld (1993: 525).

Jaar	Aantal gratieverleningen	Onvoorw. gratie	Voorw. gratie		Voorwaarde van onbetaalde arbeid
1988	2 930	2 143	787		222
1989	3 091	2 019	1 072		415
1990	2 403	1 421	982		393
1991	2 644	1 503	1 141		520
1992	2 907	1 799	1 108		529
1993	2 473	1 413	1 060		525
1994	2 043	1 220	823		427

Tenslotte is nog berekend van hoeveel mensjaren detentie (in casu van nog niet aangevangen en van de onvervulde gedeelten van reeds aangevangen vrijheidsstraffen sedert 1989 gratie is verleend:

Jaar	Gratie aantal vrijheidsstraffen	In mensjaren detentie
1988	1 280	178
1990	1 167	167
1991	1 340	170
1992	1 147	141
1993	1 013	174
1994	836	121