23 682
Wijziging van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht

nr. 219
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 1996

Bij de behandeling in uw Kamer op 7 november jl. van het wetsvoorstel Wijziging van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (23 682) heb ik toegezegd de richtlijnen die door het OM en de politie zouden worden opgesteld aan uw Kamer te doen toekomen (pagina 5–150 van het verslag). Inmiddels zijn de richtlijnen opgesteld en zijn deze in de vorm van een handleiding verspreid. In de bijlagen2 is het verslag van het besprokene in uw Kamer integraal opgenomen.

Een aantal exemplaren van de richtlijn gaat hierbij.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

De eerder verschenen stukken inzake dit wetsvoorstel zijn gedrukt onder de nrs. 250 t/m 250b, 1994–1995.

XNoot
2

Deze bijlagen zijn ter inzage gelegd op het Centraal Informatiepunt onder griffienr. 116438.2.

Naar boven