nr. 65
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Rijswijk, 27 oktober 1995
In het overleg met uw Kamer over het voorstel van wet tot intrekking van
de Wet op de Raad van Advies inzake Bibliotheekwezen en Informatieverzorging
(Kamerstukken I 1993/94, 23 255, nr. 300b) op dinsdag 24 oktober jl.
heb ik toegezegd u nader te zullen informeren over de mogelijkheid tot ongevraagde
advisering door de Tijdelijke Commissie voor Informatiebeleid.
Zoals ik u reeds meldde, is het regeringsstandpunt ten aanzien van ongevraagde
advisering recentelijk aan de Tweede Kamer medegedeeld. In de brief van de
staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 14 juli 1995 (Kamerstukken II
1994/95, 23 275, nr. 13) is nader ingegaan op de «vrije ruimte»
die vaste adviescolleges, binnen het door de betrokken bewindspersoon vast
te stellen adviesprogramma, zullen hebben. Het gaat daarbij om «vrije
ruimte» voor ongevraagd advies, voor het geval bijvoorbeeld actuele
vraagstukken opkomen die aanleiding kunnen zijn tot advisering.
Indien het adviescollege de «vrije ruimte» in het adviesprogramma
wil benutten, ligt het in de rede dit tevoren met de betrokken bewindslieden
te bespreken. Dit overleg dient ertoe de voorgenomen advisering af te stemmen
op de adviesbehoeften van de bewindslieden. Het is denkbaar dat dit overleg
op zich zelf al leidt tot een adviesaanvraag van de betrokken bewindslieden.
Indien dit echter niet het geval is, zou een bewindspersoon benutting van
de «vrije ruimte» door het college alleen in uitzonderlijke situaties
en alleen op zwaarwegende gronden moeten weigeren.
Ik zeg u thans toe deze gedragslijn, vooruitlopend op het opnemen hiervan
in de Kaderwet Adviescolleges, ook voor de Tijdelijke Commissie voor Informatiebeleid
van toepassing te laten zijn. Daarmee zal ook voor deze commissie het door
de regering beoogde evenwicht tussen politieke aansturing en mogelijkheden
van eigen initiatief ontstaan.
Ik vertrouw er op dat het bovenstaande voor u aanleiding zal zijn in te
stemmen met het wetsvoorstel Intrekking Wet Rabin.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
A. Nuis