nr. 209
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het tot de
provincie Flevoland behorende zuidelijke deel van het IJsselmeer gemeentelijk
in te delen en in verband daarmee het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders
op te heffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Met ingang van de datum van herindeling wordt het tot de provincie Flevoland
behorende zuidelijke deel van het IJsselmeer gemeentelijk ingedeeld bij de
gemeenten Almere en Lelystad, zodat de nieuwe grenzen van beide gemeenten
komen te lopen als aangegeven op de bij deze wet behorende kaart.
Artikel 2
1. De Wet openbaar lichaam «Zuidelijke IJsselmeerpolders»
wordt met ingang van de datum van herindeling ingetrokken.
2. Het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders wordt met ingang
van de datum van herindeling opgeheven.
Artikel 3
Ten aanzien van de rechtskracht van voorschriften en de overgang van rechten
en verplichtingen zijn de artikelen 28, 30, 37, 41, 44, 50 en 70 van de Wet
algemene regels herindeling van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4
Ter uitvoering van de artikelen 41, derde lid en 44, eerste lid, van de
Wet algemene regels herindeling wordt aangewezen de gemeente Lelystad.
Artikel 5
1. Ter uitvoering van artikel 70, eerste lid, van de Wet algemene regels
herindeling wordt aangewezen de gemeente Almere.
2. De besturen van de gemeenten waarvan grondgebied bestuurlijk is ingedeeld
geweest bij het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders, hebben met
ingang van de datum van herindeling het recht kosteloos inzage te nemen van
de archiefbescheiden die betrekking hebben op de desbetreffende gemeente en
op kosten van hun gemeente afschriften van of uittreksels uit die archiefbescheiden
te vorderen.
Artikel 6
In artikel 4 van de Wet op de rechterlijke indeling vervalt met ingang
van de datum van herindeling onder kantongerecht Lelystad de zinsnede «en
het Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders».
Artikel 7
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 8
Ter uitvoering van artikel 56, vierde lid, van de Wet op het basisonderwijs
wordt de stichtingsnorm voor basisscholen met ingang van de datum van herindeling
voor de gemeente Lelystad vastgesteld op 200.
Artikel 9
Ter uitvoering van artikel 107c, eerste lid, van de Wet op het basisonderwijs
wordt de opheffingsnorm voor basisscholen met ingang van de datum van herindeling
voor de gemeente Lelystad vastgesteld op 84.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken,
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
De Minister van Financiën,
BIJLAGE
bij het wetsvoorstel tot gemeentelijke indeling van het tot de provincie
Flevoland behorende zuidelijke deel van het IJsselmeer en opheffing van het
openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders.
!!! Zie voor deze indelingskaart het gedrukte document
!!!