23 543
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met opneming van regels betreffende het gebruik van de taal in het bestuurlijk verkeer

nr. 23c
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT1

Vastgesteld 17 januari 1995

De memorie van antwoord gaf de leden van de CDA-fractie aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.

Met betrekking tot de erkenning van andere regionale talen dan het Fries vroegen de leden naar de betekenis van de uitdrukking «voor deze erkenning is echter wel nodig dat deze streektalen ten aanzien van hun maatschappelijke erkenning en aspiraties hetzelfde niveau als het Fries bereiken». Gaarne zouden de leden van de regering een limitatieve opsomming van de criteria ontvangen aan de hand van dewelke beoordeeld wordt of de andere talen hetzelfde niveau bereikt hebben als het Fries nu.

Vertrouwende dat bovenstaande vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Van den Berg

De wnd. griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling: Van Dijk (CDA), Huberts-Fokkelman (CDA), Postma (CDA), Van den Berg (PvdA), voorzitter, Mastik-Sonneveldt (PvdA), Staal (D66), Vis (D66), Korthals Altes (VVD), Talsma (VVD), Pitstra (GroenLinks), Holdijk (SGP), Schuurman (RPF), Veling (GPV).

Naar boven