00000
Notitie Overgangsrecht

nr. 46j
nr. 31
MOTIE VAN HET LID VAN DE ZANDSCHULP C.S.

Voorgesteld 21 februari 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging;

overwegende, dat de (inkomensvervangende) sociale verzekeringen binnen het geheel van collectieve voorzieningen een eigen rechtskarakter hebben, gelet op o.a. de wettelijke afbakening van de kring van verzekerden, de geheel of overwegend afzonderlijke financiering door middel van premies en de directe of indirecte relatie tussen verzekering, premie en prestatie;

voorts overwegende, dat verzekerden aan het verzekeringskarakter en het lange-termijnperspectief ervan gerechtvaardigde verwachtingen ontlenen;

van oordeel, dat bij wijziging van sociale verzekeringswetten ten aanzien van degenen bij wie het verzekerd risico ingetreden is eerbiedigende werking terzake van toetredingsvoorwaarden, hoogte en duur van de uitkering uitgangspunt dient te zijn;

verder van oordeel, dat eventuele afwijkingen van dit uitgangspunt een verzwaarde motivering van de wetgever vergen;

spreekt uit, dat dit uitgangspunt leidraad behoort te zijn bij de vormgeving van overgangsrecht bij wijziging van sociale verzekeringswetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van de Zandschulp

Heijne Makkreel

Gelderblom-Lankhout

De Savornin Lohman

Heijmans

Rongen

Veling

Jaarsma-Buijserd

Van der Meulen

De Boer

Van Gijzen


XNoot
1

De eerder verschenen stukken met betrekking tot dit onderwerp zijn gedrukt onder de nrs. 46j, 46j-1, 46j-2.

Naar boven