19 326
Akkoord tussen de Regeringen van de Benelux, de Bondsrepubliek Duitsland en Frankrijk betreffende geleidelijke afschaffing van grenscontroles, Schengen, 14 juni 1985

nr. 59a
nr. 102
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 16 maart 1995

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 20 maart 1995.

De wens dat het ontwerp-besluit uitdrukkelijke instemming behoeft kan door of namens één van beide Kamers te kennen worden gegeven uiterlijk op 4 april 1995.

Het Belgische Voorzitterschap van het Uitvoerend Comité van Schengen heeft een ontwerp-besluit voorgelegd dat via een schriftelijke procedure zal worden afgehandeld. Dit ontwerp-besluit betreft een wijziging van de bijlagen 1, 2, 3, 4, 5 en 9 van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en van de bijlagen 5 en 11 van het Gemeenschappelijk Handboek. De tekst van het ontwerp-besluit (doc. SCH/Com-Ex (95) 1) is bijgevoegd, waarbij zij opgemerkt dat een gedeelte van de bijlagen een vertrouwelijk karakter draagt1. Naar de opvatting van de Regering is dit een Koninkrijk-bindend besluit.

Deze wijziging heeft onder andere betrekking op de lijst van visumplichtige landen en de Portugese modellen van verblijfstitels of terugreisvisa.

Het Belgisch Voorzitterschap heeft de lidstaten verzocht om zo mogelijk voor 24 maart 1995 te laten weten of zij met dit ontwerp-besluit akkoord kunnen gaan. Van Nederlandse zijde is reeds een parlementair wacht-voorbehoud gemaakt.

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

M. Patijn

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie. De vertrouwelijke bijlagen zijn ter inzage gelegd, alleen voor de leden.

Naar boven