19 326
Akkoord tussen de Regeringen van de Benelux, de Bondsrepubliek Duitsland en Frankrijk betreffende geleidelijke afschaffing van grenscontroles, Schengen, 14 juni 1985

nr. 100
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 23 december 1994

Ten vervolge op mijn brieven van 1 december en 13 december 1994, (resp. 19 326, nrs. 97 en 98) waarmee ik U de geannoteerde agenda van bovengenoemd overleg toezond, doe ik U thans mede namens de Staatssecretaris van Justitie het verslag van dit overleg.

Aan de vergadering van het Uitvoerend Comité hebben de volgende bewindslieden deelgenomen:

Voor België: De heer F. Roelants, als vertegenwoordiger van de heer R. Urbain, Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken;

Voor Duitsland: De heer B. Schmidbauer, Staatsminister bij de Bondskanselier;

Voor Frankrijk: De heer A. Lamassoure, Minister van Europese Zaken;

Voor Griekenland: De heer L. Chrysanthopoulos, als vertegenwoordiger van de heer Y. Kranidiotis, Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken;

Voor Italië: De heer G. Lo Iacono, als vertegenwoordiger van de heer V. Trantino, Staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken;

Voor Luxemburg: De heer G. Wohlfart, Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken;

Voor Nederland: De heer M. Patijn, Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken;

Voor Portugal: De heer V. Martins, Staatssecretaris voor Europese Aangelegenheden;

Voor Spanje: De heer C. Westendorp, Staatssecretaris voor Europese Zaken.

De heer W. Pahr, als vertegenwoordiger van de heer F. Löschnak, Bondsminister voor Binnenlandse Zaken van Oostenrijk, en de heer R. Vanni d'Archirafi, lid van de Europese Commissie, hebben de vergadering als waarnemer bijgewoond.

Het Uitvoerend Comité heeft het besluit goedgekeurd, waarmee de Uitvoeringsovereenkomst van Schengen per 26 maart 1995 onomkeerbaar in werking zal worden gesteld. De tekst van dit besluit is voor de goede orde bijgevoegd.1 Deze inwerkingstelling geldt voor België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Portugal en Spanje. Voor de overige tot de Uitvoeringsovereenkomst toegetreden Staten, te weten Italië en Griekenland, zal op een later tijdstip een besluit genomen worden. Eerst dienen zij aan de voorwaarden voor inwerkingstelling te voldoen.

Het Schengen Informatiesysteem heeft alle tekstfasen succesvol verlopen, en is technisch bedrijfsklaar. Het voor de werking van het SIS vereiste basisbestand is geladen. Thans worden nog additionele gegevens geladen.

Alle andere U eerder voorgelegde ontwerp-besluiten zijn op deze vergadering vastgesteld, evenals de twee U reeds toegezonden ontwerp-verklaringen.

Voorts heeft het Uitvoerend Comité een verklaring vastgesteld, waarin het kennis neemt van de lijst van instanties, bedoeld in artikel 108, lid 1, van de Uitvoeringsovereenkomst, die verantwoordelijk zijn voor de nationale gedeelten van het Schengen Informatiesysteem. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de instellingen die verantwoordelijk zijn voor het technische gedeelte en de instantie die verantwoordelijk is voor de uitwisseling van aanvullende informatie als bedoeld in het SIRENE-handboek. De verklaring is te Uwer informatie bijgevoegd.1

De tekst van het slotcommuniqué is te Uwer informatie bijgevoegd.1

Aan het slot van de vergadering heb ik het Duitse Voorzitterschap gelukgewenst met het succes en medegedeeld dat de Nederlandse Regering en het Parlement mijn tevredenheid delen. Vervolgens heb ik een drietal voorstellen gedaan, die op dat moment niet verder besproken zijn.

Eerst heb ik het scheidende lid van de Europese Commissie Vanni d'Archirafi voorgesteld de nieuw aantredende Commissie te vragen een analyse te maken van de Uitvoeringsovereenkomst van Schengen in het licht van de artikel 7.A-problematiek en de Derde Pijler.

Vervolgens heb ik het aantredende Belgische Voorzitterschap gevraagd het mooie resultaat van de vergadering van 22 december te communiceren aan de overige EU-lidstaten en de toetreders, en hen te vragen om toe te treden tot de Schengen-verdragen.

Tot slot heb ik de vraag gesteld of Noorwegen niet op de een of andere wijze tot Schengen zou kunnen toetreden, om zodoende de problemen met de Noordse Paspoortunie uit de wereld te helpen. Hierbij zou gedacht kunnen worden aan een verdrag tussen de Schengen-Staten en Noorwegen.

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

M. Patijn


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven