19 291
Noord-Atlantische Assemblee

nr. 110a
nr. 24
VERSLAG VAN DE VOORJAARSZITTING 1998

Vastgesteld 1 juli 1998

De Noord-Atlantische Assemblee (NAA) heeft van 22 tot en met 26 mei 1998 in Barcelona haar voorjaarszitting gehouden. Aan de zitting namen naast delegaties uit de zestien NAVO-lidstaten ook geassocieerde delegaties (zonder stemrecht) uit Albanië, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Macedonië, Moldova, Oekraïne, Polen, Roemenië, Rusland, Slovenië, Slowakije en Tsjechië en waarnemers uit Egypte, Finland, Israel, Marokko, Oostenrijk, Tunesië, Zweden, Zwitserland, het Europees Parlement en de WEU-assemblee deel. Van de Nederlandse delegatie naar de NAA waren in Barcelona aanwezig: uit de Eerste Kamer de leden Van Eekelen, Van Graafeiland (beiden VVD), Van Gennip, Hirsch Ballin (beiden CDA) en K. Zijlstra (PvdA) en uit de Tweede Kamer Van Heemskerck Pillis-Duvekot, Weisglas (beiden VVD), Koenders, M. Zijlstra (beiden PvdA), Mateman (CDA, voorzitter van de delegatie), Hoekema en Van Waning (beiden D66).

Het programma van de zitting was als volgt:

– vrijdag 22 mei: vergadering van de griffiers van de delegaties.

– zaterdag 23 en zondag 24 mei: vergaderingen van de algemene commissies.

– maandag 25 mei: 's ochtends vergadering van het standing committee; 's middags een excursie naar Girona en Peralada, aangeboden door de gastheren.

– dinsdag 26 mei: plenaire vergadering.

Algemene Commissies (general committees)

Hieronder worden de rapporten, die in de vergaderingen van de algemene commissies aan de orde zijn geweest, alsmede de gastsprekers vermeld. Met * aangeduide dokumenten zijn in het Engels beschikbaar bij de griffie voor de interparlementaire betrekkingen.

Commissie voor civiele aangelegenheden

a) Stability in Southeastern Europe: An ongoing Challenge*

Inhoud: The Federal Republic of Yugoslavia (The Yugoslav Political Scene, The Economy, Serbia and Montenegro, Kosovo). Croatia. The Former Yugoslav Republic of Macedonia. Albania. Bosnia and Herzegovina. Integrating the Region into Euro-Atlantic Institutions.

Algemeen rapporteur: de heer Paecht (Frankrijk).

b) Media and Civil War: The Bosnia and Herzegovina Experience*

Inhoud: The international Media: the case of Bosnia and Herzegovina (Pre-war media coverage in the Balkans. The media and its influence on state policy. The international media and the civil war in Bosnia). The local media and the conflict in Bosnia-Herzegovina (The local media and the preparation of the Yugoslav war. Pre-war local media in Bosnia: inventory. The local media during the war in Bosnia. The media in the Post-Dayton era). The media and peace-keeping forces in Bosnia and Herzegovina.

Rapporteur: de heer Gheorghiu (Roemenië).

c) Military Support for Civilian Operations in the Context of Peacekeeping Missions*

Inhoud: Peace support operations: an enabling framework. Supporting civilians (Developing Cimic. Planning for cooperation). Law and order (Filling the requirement gaps. Building on national models. Domestic and International Security, and Democratic Control).

Rapporteur: de heer Van Eekelen.

d) Gastsprekers waren:

– de heer Mayor, minister van binnenlandse zaken van Spanje.

– de heer Westendorp, Hoge Vertegenwoordiger voor Bosnië en Herzegovina, over Consolidation of Peace in Bosnia and Herzegovina.

– de heer Moratinos, Speciale afgezant van de EU voor het vredesproces in het Midden-Oosten, over The Middle East Peace Process and Security in the Eastern Mediterranean.

– de heer Gonzalez, persoonlijk vertegenwoordiger voor Joegoslavië van de fungerend voorzitter van de OVSE.

– de heer Hastert, lid van het Huis van Afgevaardigden van de Verenigde Staten, over Illegal Drugs: A Growing International Security Threat.

Commissie voor defensie en veiligheid

a) The new NATO: Security for an Undivided Europe*

Inhoud: The new Security Landscape. Enlargement – Practised Conflict Prevention. Threats, Dangers, Risks: Expect the Unexpected. New NATO Strategy: Crisis Management and War Prevention. The new Forces: small, flexible, mobile, fast. Competing visions: Entering uncharted waters.

Algemeen rapporteur: de heer Hoekema.

b) NATO Forces: Preparing for New Roles and Mission*

Inhoud: The Framework (Defence and Deterrence. Crisis management capabilities. Peacetime). Redefining NATO's strategic concept? National concerns (Germany: revising military doctrine. Integrating the Spanish role. Inscribing French Defence into a multinational framework. High Priority to peacekeeping: Netherlands case. Adapting Italian conscription. Danish contribution to regional stability. Transforming the US Defence – National Security in the 21st Century. Developing ESDI).

Rapporteur: de heer Forcieri (Italië).

c) European Security: The Baltic Contribution*

Rapporteurs: de heren Rompkey (Canada) en Hoekema, met bijdragen van de delegaties uit Litouwen, Letland en Estland.

d) The Reform of the Russian Military: Prospects, Possibilities and Dangers*

Inhoud: The Situation: down but not out! Military Reform: «Hardly popular». Struggle for survival. Prospects: On Paper a farsighted concept. Concerns (A lower nuclear threshold? Arms Procurement, Arms Industry, Arms Exports. Control of Arms Trade. Nuclear safety. Conventional Arms Control).

Rapporteur: de heer Cook (Verenigd Koninkrijk).

e) Beyond IFOR, SFOR, DFOR: After the Combatant comes the Legislator*

Inhoud: Lessons from IFOR and SFOR Operations (Political oversight and planning operations. Developing «interlocking institutions». Further involving partner countries. The future of the mission: dynamic). Reasons for inactivity (A NATO unprepared. UN/NATO tensions. Lack of consensus). Lessons learnt from the Bosnian tragedy. Rapporteur: mevrouw Van Heemskerck Pillis-Duvekot.

f) Gastsprekers waren:

– de heer Solana, Secretaris-generaal van de NAVO.

– de heer Serra, minister van defensie van Spanje, over Spanish Security Policy on the Brink of the 21st Century.

– generaal Esparza, Commander of the Working Group for the establishment of Joint Headquarters South, over Spain and NATO: preparing the New Headquarters South.

Economische commissie

a) Transnational Organised Crime – An Escalating Threat to the global Market*

Inhoud: A darker side of Globalisation. Transnational organised Crime: trends and networks. The global criminal network. Money laundering. The transition economy and organised crime. Russian crime groups. Economic consequences. Global markets – National legislation and law enforcement. Parliaments and the combat against organised crime – preliminary recommandations.

Algemeen rapporteur: de heer K. Zijlstra.

b) The costs of NATO Enlargement*

Rapporteur: de heer Cohen (VK).

c) Central European Defence Markets*

Inhoud: A burdensome legacy. The Czech Republic. Hungary. Poland. Regional Cooperation. NATO's role.

Rapporteur: de heer Alierta (Spanje).

d) Privatisation in Hungary, Poland and the Czech Republic*

Rapporteur: de heer K. Zijlstra.

e) EU Enlargement, the WTO and Agricultural Reform in Europe*

Inhoud: The assessment of agricultural reform in the CEEC's. The CAP system. Potential impacts of the enlargement. Poland. Hungary. Czech republic. Estonia. Slovenia. Cyprus. Recent trends in EU Agriculture and Agenda 2000.

Rapporteur: de heer Alierta (Spanje).

e) Gastsprekers waren:

– de heer Rato, minister van economische zaken en financiën van Spanje, over Spain's preparation for European Monetary Union.

– de heer Figel, hoofd van het Securities Fraud Unit van de US Attorney Office in New York, en mevrouw Del Ponte, procureur-generaal van Zwitserland, over Organised Crime and Swiss Banking.

– de heer Mundell, hoogleraar aan de John Hopkins universiteit in Bologna, over The Euro, the Dollar, and the future of the international monetary system.

Politieke commissie

Bij het begin van de vergadering heeft de commissie de heer Van Traa herdacht.

a) The transatlantic Agenda and the new NATO*

Inhoud: The West and Iraq. Kosovo. NATO and Russia: On track? Ukraine. Future Allies.

Algemeen rapporteur: de heer Voigt (Duitsland).

b) NATO's Nineteen Nations – OSCE*

Inhoud: The new Allies (Beyond PfP. NATO Accounting and Accountability. Public Support. 1999). OSCE (Field Activity. Security Model).

Rapporteur: de heer George (Verenigd Koninkrijk).

c) NATO's Open Door*

Inhoud: Why Three? The next wave (Who and when? Potential Obstacles. Intensified dialogue. EAPC and «PfP+». Extra-alliance relationships). And beyond.

Rapporteurs: mevrouw Just (Denemarken) en de heer Goss (Verenigde Staten).

d) Poland and Neighbours – Military Cooperation*

Inhoud: Political Goals and the essence of bilateral military cooperation. Cooperation with individual neighbours. Prospects and limits of cooperation.

Rapporteur: de heer Pastusiak (Polen).

e) Towards a Common European Political and Security Space*

Rapporteur: de heer Pascu (Roemenië).

f) Gastsprekers waren:

– de heer Matutes, minister van buitenlandse zaken van Spanje.

– generaal-majoor Marchand, Assistant Director van de Cooperation & Regional Security Division van de NAVO, over Update on Military Cooperation between NATO, Partner Countries, Russia and Ukraine, en over the Preparation of the 3 Invited Countries.

Wetenschappelijke en technische commissie

a) The Revolution in Military Affairs, en The Kyoto Agreement on Greenhouse Gas Emissions*

Inhoud: The Revolution in Military Affairs (The concept of a revolution in military affairs. The Gulf war. Technology trends and new areas of warfare. New operational concepts. Implications for the alliance). The Kyoto Agreement on Greenhouse Gas Emissions (The science of global climate change. The Kyoto agreement. The next round of negotiations).

Algemeen rapporteur: de heer Ibrügger (Duitsland).

b) Transfers of Conventional Arms*

Inhoud: The world arms bazaar. New trends in arms sales. Restraining the arms trade (The Wassenaar arrangement. The United Nations Register of conventional arms. Codes of conduct in arms sales. Anti-personnel land mines and small arms export).

Rapporteur: de heer Roesjorde (Noorwegen).

c) Gastsprekers waren:

– mevrouw Tocino, Minister van milieubeheer van Spanje, over Pollution in the Mediterranean.

– de heer Parry, Directeur Europa van British Aerospace, Transatlantic Cooperation and Competition in Defence Technology.

– de heer Schmitt, voorzitter van het bestuur van het Amerikaanse Instituut voor Natuurkunde, over The Work and Recommendations of the High Level Review Group on NATO's Scientific and Environmental Affairs Programme.

– de heer Rambaut, Plv Assistant Secretaris-generaal van de Scientific and Environmenal Affairs Division van de NAVO, over The Implementation of the High Level Group's Recommendations.

Mediterranean Special Group

Security in the greater Middle East*

Inhoud: Country studies (Turkey, Israel, Jordan, Egypt). Implications for Western policies (Competing visions of the Middle East. Reviving western visions.) Rapporteur: de heer Moya (Spanje).

Plenaire vergadering

De vergadering is toegesproken door de heer Brzezinski, Counsellor van het Center for Strategic and International Studies te Washington, DC. Hij herinnerde eraan dat de NAVO een bondgenootschap was, gericht op democratie, vrede, stabiliteit en, last but not least, verzoening in Europa. Alle lidstaten namen er uit vrije wil aan deel. Veel landen willen tot de NAVO toetreden, geen lidstaat wil eruit. De uitbreiding van de NAVO is gebaseerd op het historisch gegroeide besef dat verzoening op veiligheid moet steunen. Nu besloten is drie landen tot de NAVO toe te laten, komen vragen over nieuwe toetredingskandidaten op, zoals wanneer, waar, en hoeveel. Zijn dat landen in het zuidoosten of het noordoosten van Europa, waarbij spreker meende dat de noordoostelijke landen kwetsbaarder zijn.

Of wil men na april 1999 inzake uitbreiding een tijdje pas op de plaats maken.

Spreker meende dat het uitbreidingsproces moet doorgaan op een geloofwaardige basis, en daarom een continu proces moet zijn, zonder lange onderbrekingen. Dat betekent dat na april 1999 concreet over uitbreiding moet worden gesproken. Anderzijds moet men niet te ambitieus zijn, de NAVO moet de toetreding van drie nieuwe leden kunnen verwerken. En de sceptici en de tegenstanders van uitbreiding moeten aan de nieuwe situatie kunnen wennen.

Spreker verwachtte dat de volgende uitbreiding spoedig zal volgen en op een beperkt aantal landen betrekking zal hebben. Hij dacht aan twee landen in het zuidoosten en een in het noordoosten, niet aan een cluster van staten.

Er waren nog andere problemen die de aandacht vroegen, zoals de gevoeligheden tussen de Europese Unie en Turkije en tussen de NAVO en Rusland. Uitbreiding is ook verzoening, geen confrontatie. Niets is gewonnen wanneer deuren dicht blijven, veel is te winnen met voorzichtige toenadering. De EU kan bijdragen aan de interne stabiliteit en de externe oriëntatie van Turkije, een loyale NAVO-partner.

Rusland kan geen veto uitspreken over de uitbreiding van de NAVO. Maar van het proces van uitbreiding is Rusland zelf ook niet uitgesloten. Elk Europees land dat wil toetreden, heeft het recht daartoe. Het gaat om verzoening in Europa en veiligheid in de wereld. Dat gaat ook Rusland aan.

Na zijn inleiding heeft de heer Brzezinski vragen beantwoord. Vanuit de Nederlandse delegatie heeft de heer Van Eekelen opgemerkt dat de door de heer Brzezinski naar voren gebrachte benadering van noord en zuid misschien niet door alle Europeanen wordt gedeeld.

Hij vroeg of het concept van de kern (heartland) van Eurazië, dat de heer Brzezinski in zijn boek «The Grand Chessboard» behandelt, in de omstandigheden van vandaag wel van nut kan zijn, waar juist meer aan de periferie dan in de kern lijkt te gebeuren.

De heer Brzezinski antwoordde dat, wat de aanduidingen noord en zuid betreft, het hem om de geostrategische keuzen gaat die gemaakt moeten worden. Hij meende dat de NAVO zowel naar het zuiden als naar het noorden kijkt, maar vooral naar het noorden. Voor de grote politieke vraagstukken van dit moment is het begrip «heartland» van Eurazië niet relevant. Maar indien er tussen de Verenigde Staten, Europa, Rusland, China, Japan en misschien ook India stabiele relaties kunnen worden opgebouwd, zal een harde kern van stabiliteit in de wereld bereikt zijn. Als dat niet lukt, zal er geen stabiliteit in de wereld zijn.

Vervolgens is de vergadering toegesproken door de voorzitter van de militaire commissie van de NAVO, generaal Naumann. Hij wilde, alvorens in te gaan op de hervorming van de NAVO, ingaan op de risico's en onzekerheden waarmee die organisatie thans wordt geconfronteerd.

In de eerste plaats zijn er nog resterende risico's die grotendeels voortkomen uit het feit dat het veranderingsproces in Rusland nog niet voltooid is, terwijl dat land met name op nucleair gebied nog steeds over een belangrijke militaire slagkracht beschikt.

Rusland heeft nog een lange weg te gaan alvorens de veranderingen voltooid zijn.

In de tweede plaats niet-opgeloste Europese problemen, zoals Bosnië en Kosovo. In de derde plaats de onzekerheid langs de periferie van Europa, vooral in de «Boog van Instabiliteit» die zich van Noord-Afrika tot de Indische Oceaan uitstrekt. En in de vierde plaats nieuwe risico's, zoals destabiliserende massa-migratie, internationale misdaad, terrorisme, en dergelijke.

Deze problemen overziende meende generaal Naumann, dat ervan uit moet worden gegaan dat crises en conflicten steeds gecompliceerd zullen zijn en dat daarbij veel aspecten en machten een rol zullen spelen. En ook dat crises en conflicten kunnen oplaaien met weinig of geen tekenen vooraf en dat, wanneer de oorsprong diep-geworteld is, een langdurige interventie nodig kan zijn.

Daarna ging de generaal in op de veranderingen die de NAVO zelf aangaan. In december jl. was besloten een commandostructuur in te voeren die niet meer gericht is op verdediging tegen een aanval uit het oosten, maar die tegen de achtergrond van de uitbreiding van de NAVO en de nieuwe strategische omgeving op een bredere scala van missies is gericht.

De nieuwe structuur telt 20 hoofdkwartieren met drie niveaus, tegen 65 met 4 niveaus nu. Hij verwachtte dat de nieuwe structuur in het voorjaar van 1999 zal kunnen worden geactiveerd. Hij verwelkomde de Spaanse beslissing voortaan te gaan deelnemen aan de geïntegreerde militaire stuctuur en respecteerde het Franse besluit dat niet te doen.

Inzake de Combined Joint Task Forces werd goede voortgang gemaakt, en de mechanismes die een Europese Veiligheids- en Defensie-Identiteit (ESDI) mogelijk moeten maken, waren voltooid.

De vraag wordt wel gesteld of de Europeanen de politieke wil zullen hebben dat instrument ook te gebruiken. Het was niet aan hem maar aan de politici die vraag te beantwoorden.

Wel kon het potentieel van de ESDI alleen volledig worden benut indien alle Europese NAVO-lidstaten deel zouden uitmaken van de geïntegreerde militaire structuur.

De NAVO veranderde ook naar buiten toe. Drie landen zijn als lid toegelaten en afgesproken is het uitbreidingsproces in 1999 opnieuw te bezien. Verder is er de Founding Act met Rusland, aan de basis waarvan de wens van de NAVO ligt Rusland niet langer als vijand te zien. Veiligheid met en niet tegen Rusland is het oogmerk. Er is echter nog een lange weg af te leggen. Zo is er nu een Russische aanwezigheid in het NAVO hoofdkwartier en bij Shape, maar een wederkerig militair verbindingskantoor in Moskou ontbreekt nog.

Dit is van groot belang omdat veel Russen de NAVO nog steeds als spiegelbeeld van het Warschau-pact zien en bezwaren hebben tegen uitbreiding van de NAVO.

Tenslotte heeft generaal Naumann enkele uitdagingen genoemd waarmee de NAVO en de lid-staten zich de komende jaren geconfronteerd zullen zien. De eerste is die van budgettaire beperkingen, een groeiende tendens de defensie-uitgaven te verminderen. Dat is ongelukkig, omdat juist nu meer flexibiliteit, mobiliteit, inzetbaarheid en volharding nodig zijn om de nieuwe missies met succes te volbrengen.

Een tweede uitdaging is de groeiende technologische kloof tussen de Verenigde Staten en Europa.

Met name op het gebied van commando- en informatiesystemen ontwikkelen de Amerikanen zeer hoogwaardige apparatuur en investeren ze sterk in onderzoek en ontwikkeling, als gevolg waarvan een kloof met betrekking tot de mogelijkheden van onderling gebruik en uitwisselbaarheid met de Europese partners dreigt te ontstaan. Dat betekende niet dat meer geld voor defensie moet worden uitgegeven, maar dat meer met elkaar moet worden samengewerkt en dat meer technische kennis aan elkaar ter beschikking moet worden gesteld. De derde uitdaging is de mogelijkheid dat we aan het begin staan van een tijdperk van globale wanorde, waarin transnationale criminele organisaties en anderen massavernietigingswapens inzetten of de informatierevolutie weten uit te buiten ten nadele van staten en bondgenootschappen.

Deze uitdaging is minder van financiële dan van institutionele, technische, conceptuele en politieke aard, aldus spreker.

Ook generaal Naumann heeft na zijn toespraak vragen beantwoord. Vanuit de Nederlandse delegatie heeft de heer Van Graafeilandgevraagd onder welke hoofdkwartieren de drie nieuwe lidstaten zullen vallen.

Generaal Naumann antwoordde dat van de drie nieuwe lidstaten er twee tot de Northern Region zullen gaan behoren en een tot de Southern Region.

Tenslotte is de vergadering toegesproken door de burgemeester van Barcelona, de heer Clos, de voorzitter van de Generalitat van Catalonië, de heer Pujol, de voorzitter van de Spaanse Senaat, de heer Barrero, de voorzitter van het Spaanse Congres van Afgevaardigden, de heer Trillo, en de minister-president van Spanje, de heer Aznar.

De voorzitter van de delegatie,

Mateman

De griffier van de delegatie,

Van Waasbergen

Naar boven