19 291
Noord-Atlantische Assemblée

nr. 110
nr. 23
VERSLAG VAN DE JAARLIJKSE ZITTING 1997

Vastgesteld 11 november 1997

De Noord-Atlantische Assemblée (NAA) heeft van 9 tot en met 13 oktober 1997 in het Paleis van het Parlement te Boekarest haar jaarlijkse zitting gehouden. Aan de zitting namen naast delegaties uit de zestien NAVO-lidstaten ook geassocieerde delegaties (zonder stemrecht) uit Albanië, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Macedonië, Moldova, Oekraïne, Polen, Roemenië, Rusland, Slovenië, Slowakije en Tsjechië en waarnemers uit Egypte, Finland, Georgië, Japan, Oostenrijk, Zweden, Zwitserland, het Europees Parlement en de WEU-assemblee deel. Van de Nederlandse delegatie naar de NAA waren in Boekarest aanwezig: uit de Eerste Kamer de heren Van Eekelen (VVD), Van Gennip, Hirsch Ballin (beiden CDA) en K. Zijlstra (PvdA) en uit de Tweede Kamer mevrouw Van Heemskerck Pillis-Duvekot en de heren Weisglas (beiden VVD), Van Traa, M. Zijlstra (beiden PvdA), Mateman (CDA, voorzitter van de delegatie), Hoekema en Van Waning (beiden D66).

Het programma van de zitting was als volgt:

– donderdag 9 oktober: vergadering van de griffiers van de delegaties.

's Avonds heeft de staf van de Nederlandse ambassade in Roemenië de delegatie uitgebreid geïnformeerd over de situatie in dat land.

– vrijdag 10 en zaterdag 11 oktober: vergaderingen van de algemene commissies en van het standing committee.

– zondag 12 oktober: 's ochtends vergadering van het standing committee; 's middags een excursie naar Snagov, aangeboden door de gastheren.

– maandag 13 oktober: plenaire vergadering.

Algemene Commissies (general committees)

Hieronder worden de rapporten, die in de vergaderingen van de algemene commissies aan de orde zijn geweest, alsmede de gastsprekers vermeld. Met * aangeduide dokumenten zijn in het Engels beschikbaar bij de griffie voor de interparlementaire betrekkingen.

Commissie voor civiele aangelegenheden

a) Stability on the Balkans: the Role of European Security Institutions. *

Inhoud: Bosnia (Political Dynamics, The situation at the grassroots). Albania. The Former Yugoslav Republic of Macedonia. The Federal Republic of Yugoslavia. Croatia. The crux of the problem.

Algemeen rapporteurs: de heren Paecht (Frankrijk) en Van Eekelen.

b) Organized Crime, Drug-Related Crime and Illegal Migration in the Central and Eastern European Region. *

Inhoud: Crime in Hungary. Organised Crime. Drug-related Crime. Role of foreign criminals in criminal activity in Hungary. Illegal immigration. Criminal activities in the individual states of Central and Eastern Europe. The Strategy against organised crime required in Central and Eastern Europe.

Rapporteur: de heer Csoti (Hongarije).

c) The Republic of Macedonia and the Process of NATO Enlargement. *

Inhoud: The Macedonian Post-Communist Story. The far-reaching directions of the internal and foreign policy of the Republic of Macedonia (domestic policy aspects, foreign policy aspects, defence and security).

Rapporteur: de heer Ruzin (Macedonië).

d) Gastsprekers waren :

– de heer Nano, minister-president van Albanië;

– de heer Dejeu, minister van binnenlandse zaken van Roemenië, over Romania's national strategy for combatting organized crime and drug trafficking;

– de heer Sommaruga, voorzitter van het Internationale Comité van het Rode Kruis, over Military and Humanitarian Action: Incompatibility or Complementarity;

– de heer Arlacchi, directeur generaal van het VN kantoor in Wenen, over Fighting Drug-trafficking and organised crime in Europe.

Commissie voor defensie en veiligheid

a) After the Madrid summit: Reform of NATO military structure. *

Algemeen rapporteur: de heer Estrella (Spanje).

b) The State of the Russian Forces. *

Inhoud: The situation: a crumbling giant. Powerful forces in the Soviet era – Imperial overstretch. The Community of Independent States – Nothing but a fig leaf. Partnership for Peace and Relation to NATO. Fragmentation of the Armed Forces. The Fighting in Chechnya – Failure and Losses. The conscription system: in shambles. Morale and Crime. Sources of radioactive contamination: the Northern fleet. Military reform – intentions, plans opposition.

Algemeen rapporteur: de heer Estrella (Spanje).

c) NATO Enlargement, Partnership for Peace, and the Return to Europe: Hungary – on the threshold of NATO, Romania – a qualified candidate. *

Inhoud: Potential additions. The return to Europe. Membership Criteria, costs, problems and trends. Partnership for peace and the Euro-Atlantic Partnership Council.

Rapporteurs: de heren Holstein Campilho (Portugal), Ratiu (Roemenië) en Wachsler (Hongarije).

d) SFOR: a Transatlantic Coalition for Peace. *

Inhoud: The way to Dayton. The implementation force (IFOR). The stabilisation force (SFOR). Civilian tasks. Sub-regional arms control. Shortcomings.

Rapporteur: mevrouw Van Heemskerck Pillis-Duvekot.

e) No Arctic Security without Russia. *

Inhoud: Military Activity in the Arctic. Arctic arms Control. Sources of Co-operation: the Arctic Environment, the Arctic Council, the Barents region, Quasi-military activity.

Rapporteurs: de heren Rompkey (Canada) en Hoekema.

f) PfP Enhancement: Springboard to greater Security in Europe. *

Inhoud: Basic characteristics. Partnership activities. Future potential of PfP. Enhancement. Euro-Atlantic partnership council. Consultations and decision-making. Operational and military issues. Other issues. Resource implications.

Rapporteur: de heer Cook (Verenigd Koninkrijk).

g) Gastsprekers waren :

– de heer Babiuc, minister van defensie van Roemenië, over Options and decisions concerning national security.

– generaal Degeratu, chef van de generale staf van Roemenië, over the reform of the Romanian armed forces.

– de heer Haekkerup, minister van defensie van Denemarken, over de NAVO in de 21ste eeuw.

– de heer Bustani, directeur-generaal van de OPCW (Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons), over Fighting Proliferation, Prohibition of Chemical Weapons on the Eve of the 21st Century and Beyond.

De commissie heeft de heer Hoekema tot algemeen rapporteur gekozen.

Economische commissie

a) Transatlantic Defence Trade and Changing Defence Markets. *

Inhoud: Barriers to a genuine transatlantic partnership. Co-operation and rivalry. Changing defence markets. The NATO angle. US Initiatives. The Eastern European Dimension. The Way ahead.

Algemeen rapporteur: de heer Wieczorek (Duitsland).

b) Hongarije in de wereldeconomie. *

Inhoud: Hungary in the Soviet system. The Horn Government – Austerity from the Left. The Problem of Economic Growth. Labour markets. Privatisation. The commercial Situation. The Central Bank and Financial Sector. Agriculture. Political Outlook.

Rapporteur: de heer K. Zijlstra.

c) Privatisation in Hungary, Poland and the Czech Republic. *

Rapporteur: de heer K. Zijlstra.

d) The costs of NATO expansion: a survey of four major preliminary studies. *

Inhoud: The CBO report. The Rand Corporation study. The Polish-Euro-Atlantic study. The US Administration study.

Rapporteur: de heer Cohen (VK).

e) Gastspreker waren:

– de heer Leca, algemeen directeur van RENEL (het Roemeense electriciteitsbedrijf), over Romania's energy policies from a regional perspective.

– de heer Skidelsky, Social market Foundation in Londen, over Future Transatlantic Economic Challenges.

– de heer Popescu, staatssecretaris en directeur van het nationale bureau voor herstructurering, over Economic Reform in Romania.

– de heer Pana, staatssecretaris van landbouw van Roemenië, over Romanian Agricultural Reform.

De commissie heeft de heer K. Zijlstra tot algemeen rapporteur gekozen.

Politieke commissie

a) After the Madrid Summit. *

Inhoud: Introduction and Political Assessment. NATO and Russia. The NATO-Ukraine Charter. The CFE Treaty.

Algemeen rapporteur: de heer Van Traa.

b) Ratification of NATO Enlargement. *

Inhoud: Persisting Questions. A plea to Colleagues in Russia.

Rapporteurs: mevrouw Just (Denemarken) en de heer Goss (Verenigde Staten).

c) on her way to NATO *.

Rapporteur: de heer Pastusiak (Polen).

d) Complementary Pillars of European Security: The OSCE Security Model and the Euro-Atlantic Partnership Council. *

Inhoud: OSCE: From Lisbon to Copenhagen (Security Model and Joint Action, Implementation, Next Steps). The Euro-Atlantic Partnership Council.

Rapporteur: de heer George (Verenigd Koninkrijk);

e) Can we really get rid of division in Europe? *

Rapporteur: de heer Pascu (Roemenië).

f) Gastsprekers waren:

– de heer Kirby, plv hoofd van de Partnership and Cooperation section van het Political affairs directorate van de NAVO.

– de heer Comanescu, staatssecretaris van buitenlandse zaken van Roemenië.

– de heer Munter, assistant to the special advisor to the US President and Secretary of State for NATO Enlargement Ratification.

– de heer Eide, Special Representative of the Secretary General of the UN Mission in Bosnia and Herzegovina.

Wetenschappelijke en technische commissie

a) Information Warfare and the Millennium Bomb. *

Inhoud: Information warfare (Defining Information warfare, Categories of Information warfare, Perpetrators and Instances of Information warfare, Problems of Information warfare). The millennium Bomb (The year 2000 Computer problem defined, the extent of the problem, Responses).

Algemeen rapporteur: Lord Lyell (Verenigd Koninkrijk).

b) Cruise Missile Proliferation, the 1997 NPT preparatory committee meeting, Russia and the chemical weapons convention. *

Rapporteur: de heer Roesjorde (Noorwegen).

c) The technological aspects of Humanitarian Demining. *

Inhoud: History of mines and mine development. Recent improvements in landmine technology. Anti-personnel landmine clearance. Demining technology. Canadian technological initiatives: landmine detection. NATO and humanitarian demining. Toward a ban on anti-personnel landmines: progress to date.

Rapporteur: mevrouw Parrish (Canada).

d) Gastsprekers waren:

– de heer Bustani, directeur-generaal van de OPCW, over Fighting Proliferation, Prohibition of Chemical weapons on the Eve of the 21st Century and Beyond.

– de heer Oltean, minister voor de wateren, bossen en het milieu van Roemenië, over Romania's environmental problems and policies.

– de heer Bolkcom, van Science Applications International Corporation, USA, over NATO Defence Technology Policy Challenges during the 21st Century.

De subcommissie voor proliferation heeft de heer Van Waningtot ondervoorzitter gekozen.

Special Mediterranean Group

a) Four years after Oslo: is there still a Middle east Peace Process? *

Inhoud: The Oslo accords: an overly ambitious initiative. Progress and setbacks after Oslo. Wither the Peace process? The peace Process at an impasse.

Rapporteur: de heer Moya (Spanje).

b) NATO's Role in the Mediterranean. *

Inhoud: Risk factors in the Mediterranean. NATO's response. Perspective and Prospects.

Rapporteur: de heer Moya (Spanje).

De Group heeft de heer Mateman tot voorzitter gekozen.

Standing Committee

De commissie, die bestaat uit de voorzitters en plv. voorzitters van de delegaties uit de 16 NAVO-landen, heeft besloten de voorzitters van de delegaties van Hongarije, Polen en Tsjechië, de landen waarmee de NAVO thans onderhandelt over uitbreiding, voortaan als waarnemer te laten deelnemen aan haar vergaderingen. Voorts heeft het committee ingestemd met een voorstel tot wijziging van de organisatie van het secretariaat van de assemblee.

Plenaire vergadering

De vergadering is toegesproken door de heren Diaconescu en Roman, voorzitters van respectievelijk de Roemeense Kamer van Afgevaardigden en de Senaat, en Ciorbea, minister-president van Roemenië. De heer Ciorbea heeft ook vragen beantwoord.

Vervolgens is de vergadering toegesproken door de heer Solana, secretaris-generaal van de NAVO. De heer Solana herinnerde eraan dat de NAVO ten tijde van zijn vorige optreden voor de NAA, in november 1996, voor historische beslissingen stond. Welnu, die beslissingen waren genomen en met de uitvoering was begonnen. Met drie landen, Hongarije, Polen en Tsjechië, werd onderhandeld over uitbreiding, terwijl verdere uitbreiding niet werd uitgesloten. Het partnerschap met Rusland was vastgelegd in de Founding Act, dat met Oekraïne in een Handvest. De instelling van de Euro-Atlantic Partnership Council maakte meer intensieve consultaties met partner-landen mogelijk. Het Partnership for Peace programma was uitgebreid. De dialoog met Mediterrane staten werd voortgezet. En hetzelfde kon worden gezegd van de hervorming van de commandostructuur van de NAVO.

Nader ingaande op de uitbreiding van de NAVO zei de secretaris-generaal dat de grenzen van de Atlantische gemeenschap niet langer door de geografie waren bepaald, maar door gemeenschappelijke waarden. Oogmerk was een situatie waarin geen land in Europa zijn buren ooit meer als dreiging zou zien. Binnen de NAVO werden beslissingen met consensus genomen en werd rekening gehouden met ieders belangen. Uitbreiding ging niet in de eerste plaats om het corrigeren van onrecht dat uit het verleden dateert; het ging om het creëren van de voorwaarden voor stabiliteit en welvaart in de toekomst. Indien de NAVO niet zou uitbreiden, zouden de landen in Centraalen Oost-Europa op andere wijze in hun veiligheid voorzien. De landen waarmee nu over uitbreiding werd onderhandeld, zouden niet de laatste zijn. Uitbreiding was een continu proces, de deur bleef open.

Over de contacten met Rusland zei de heer Solana dat de Permanent Joint Council, die op basis van de Founding Act is opgezet, al werkt. Het partnerschap van NAVO en Rusland schoot dus wortel, maar het plantje zou goed moeten worden verzorgd om het tot een duurzame en sterke stam te laten groeien. Ook het partnerschap met Oekraïne was goed op het spoor gezet.

In Bosnië heerste dankzij de NAVO sinds twee jaar vrede; de strijdende partijen waren gescheiden en van hun wapens ontdaan op een wijze die hervatting van de vijandelijkheden bemoeilijkte. De recente gemeenteraadsverkiezingen in Bosnië waren een stap in de goede richting op de lange weg naar democratisering en verzoening. Spreker zei verbaasd te zijn over artikelen in de kranten over het loslaten van Dayton en het aanvaarden van verdeling. Zo'n koers zou agressie en extremisme belonen, in Bosnië moreel, politiek en economisch catastrofaal zijn, en elders potentiëel vreselijke gevolgen hebben. Men moest aan de implementatie van Dayton vasthouden en de verschillende partijen houden aan hun commitments.

De heer Solana heeft vervolgens vragen beantwoord.

Vanuit de Nederlandse delegatie heeft de heer Van Eekelenhem geprezen voor de succesvolle onderhandelingen met Rusland die tot de Founding Act hebben geleid. Hij vroeg wat de secretaris-generaal had bedoeld met veiligheid op andere wijze toen hij over Centraal- en Oost-Europa sprak. En hoe stond het met de ESDI, was dat alleen een militaire of ook een politieke aangelegenheid?

De heer Solana zei met de woorden «op andere wijze» bedoeld te hebben dat ieder land over het gebruik van zijn eigen middelen beslist. Dat kan betekenen dat, wanneer een land niet tot de NAVO kan toetreden, het die middelen mogelijk op een andere wijze en aan andere dingen zal besteden dan de NAVO-leden graag zouden zien. De ESDI ging over meer dan alleen de commando-structuur. En wel de mogelijkheid voor Europeanen missies van het Petersberg-type te ondernemen, dus met NAVO-materiëel maar onder Europees commando.

De heer Van Traa vroeg de secretaris-generaal of er in 1999 problemen ontstaan wanneer Roemenië niet tot de tweede golf van toetredende landen behoort. Ook wilde hij weten of inzake het arresteren van personen die van oorlogsmisdaden in Bosnië worden verdacht, voortgang kon worden gemeld. De heer Solana zei niet op de situatie in 1999 vooruit te willen lopen. Wat Bosnië betreft meende hij dat dit land zich in de goede richting ontwikkelt. Daarom moet met de hulpverlening worden doorgegaan, het zou moreel, politiek en economisch een verkeerd signaal zijn wanneer daarmee nu zou worden gestopt.

De vergadering is toegesproken door de heer Ruperez uit Spanje in zijn hoedanigheid van voorzitter van de OVSE-assemblee. Vervolgens heeft de penningmeester, Sir Geoffrey Johnson-Smith (Verenigd Koninkrijk), zijn beleid over het afgelopen jaar uiteengezet en de ontwerp-begroting voor 1998 toegelicht. De vergadering heeft met beide ingestemd.

De vergadering heeft gedebatteerd over een ontwerp-resolutie «Facing Global Challenges Together – The Future of the Transatlantic partnership». Vanuit de Nederlandse delegatie hebben de heren Mateman, van Waning en Van Eekelen aan het debat deelgenomen. De heer Mateman stelde vast dat in alle commissievergaderingen tijdens deze zitting in Boekarest onder meer over het transatlantische partnerschap in de 21ste eeuw was gesproken. Het transatlantische partnerschap was toe aan vernieuwing, waarbij van een leidende rol van de Verenigde Staten in de NAVO en in de wereld zou moeten worden uitgegaan. Aangenomen mag worden dat de nieuwe technologie de koppositie van de VS nog zal versterken en de kloof op dit punt met Europa nog zal verdiepen. Maar Amerika kon dat alleen in blijvende samenwerking met Europa. Oogmerken waren nog steeds het bevorderen van de vrije handel, het harmoniseren van economische problemen, het voorzien in de behoefte aan energie, het tegengaan van massavernietigingswapens en het stabiliseren van gevaarlijke gebieden. Tijdens de zitting was gebleken dat niet uitbreiding van de NAVO maar de beweegreden achter de uitbreiding het grote probleem is. Bovendien was duidelijk geworden dat de VS in geval van een conflict in Europa nog slechts een gering deel van de troepenmacht op de been kan brengen van wat ze voor 1990 kon. En in geval van een conflict in de Perzische Golf of het Midden-Oosten zou die macht ook nog deels uit Europa worden teruggetrokken, zodat de VS niet meer voldoende aanwezig zou zijn in Europa. Daarom was het tijd voor ingrijpende veranderingen, van de NAVO en van de collectieve verdediging. Eerste zaak was dus een wijziging van het beleid en van de verdeling van taken en lasten tussen Europa en de VS.

De heer Van Waning dankte de Roemeense gastheren, en in het bijzonder de vertegenwoordigers van de jonge generatie, voor de betoonde gastvrijheid. Met het oog op hun integratie in de Euro-Atlantische gemeenschap raadde hij de Roemenen aan aan hun huidige koers vast te houden. Lidmaatschap van de NAVO zou dan op brede steun kunnen rekenen.

Naar aanleiding van de voorliggende resolutie citeerde spreker uit het door Stan Sloan, de rapporteur van de NAA inzake de rol van de NAVO in de 21ste eeuw, in de NAVO Kroniek gepubliceerde artikel «Transatlantic relations: Stormy weather on the way to enlargement?». Het debat over uitbreiding van de NAVO ging ook en vooral over het doel van de NAVO en de verdeling van de lasten en verantwoordelijkheden binnen die organisatie. In sommige landen in Europa werd Amerika van streven naar hegemonie beschuldigd. Of het Amerikaanse streven naar een andere lastenverdeling en de klacht over Amerikaanse hegemonie het bondgenootschap zouden verzuren, hing vooral af van de waarde die de VS aan de NAVO hechten. Er was geen dreiging uit het oosten meer die de lid-staten dwingt samen te werken. Maar er was nog wel een waardengemeenschap en er waren ook praktische overwegingen. Europa was voor een geloofwaardig antwoord op haar veiligheidsbehoeften op samenwerking met de VS aangewezen. Voor de VS was samenwerking in de NAVO de meeste effectieve wijze de veiligheidslasten te verdelen. Noch Europa noch de VS hadden een andere keuze dan het voortzetten van de samenwerking. Een billijke verdeling van de lasten zou bepalend zijn voor de NAVO in de toekomst. De voorliggende resolutie sloot daarbij aan. Samen met de resoluties die door de commissies waren aangenomen, werd daarmee een duidelijk pad voor de komende jaren uitgezet.

De heer Van Eekelen wilde zich beperken tot de voorliggende resolutie. Bij bepaalde formuleringen konden kantekeningen worden geplaatst, maar hij had van het indienen van amendementen afgezien omdat hij het eens was met de strekking van de resolutie. Het was de taak van de NAVO de verwijten aan de VS van unilateraal gedrag te neutraliseren door duidelijk te maken dat transatlantische samenwerking van vitaal belang was voor beide zijden van de Atlantische Oceaan. Dat was geen zaak van een beter of ander evenwicht tussen de NAVO partners en het Europese veiligheidsbeleid, maar van luisteren naar de argumenten van anderen voordat een beslissing werd genomen. Ook de gemeenschappelijke buitenlandse en veiligheidspolitiek van de EU zal op de een of andere wijze ruimte moeten laten voor consultatie van Europese en transatlantische niet-EU-leden. Dat was de essentie van ESDI; die kan niet worden beperkt tot een regeling van de commando-structuur voor door Europeanen geleide operaties waarbij NAVO-materiëel wordt gebruikt.

Spreker onderstreepte het belang van het gezamenlijk ontwikkelen van plannen en van het nastreven van gezamenlijk beleid. Bosnië was daar een voorbeeld van. Bij ontbreken van overeenstemming tussen Europa en Amerika had het conflict kunnen escaleren. Dayton was pas mogelijk toen de bondgenoten het weer geheel eens waren. Spreker meende dat over vrijwel alle aangelegenheden transatlantische overeenstemming mogelijk was wanneer er moeite werd gedaan die te bereiken.

Over de uitbreiding van de NAVO zei spreker dat het hem meer om stabiliteit dan om veiligheid was te doen. En met stabiliteit bedoelde hij in de eerste plaats de rule of law, een pluralistische democratie, democratisch bestuur van het leger, een markteconomie en goede betrekkingen met de buren. Veiligheid is het resulaat van die factoren, omdat die het klimaat van vertrouwen scheppen dat essentiëel is voor onze burgers om zich op hun gemak te voelen en in vrede te leven.

De op de voorgestelde resolutie amendementen zijn besproken en enkele zijn aangenomen. Vervolgens is de resolutie aangenomen.

De voorzitter van de delegatie

Mateman

De griffier van de delegatie

Van Waasbergen

Naar boven