19 291
Noord-Atlantische Assemblée

nr. 86
nr. 19
VERSLAG VAN DE JAARLIJKSE ZITTING 1995

Vastgesteld 13 november 1995

De Noord-Atlantische Assemblée (NAA) heeft van 5 tot en met 9 oktober 1994 in het Lingotto Congrescentrum te Turijn haar jaarlijkse zitting gehouden. Aan de zitting namen naast delegaties uit de zestien NAVO-lidstaten ook geassocieerde delegaties (zonder stemrecht) uit Albanië, Belarus, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Moldova, Oekraïne, Polen, Roemenië, Rusland, Slovenië, Slowakije en Tsjechië en waarnemers uit Cyprus, Egypte, Finland, Georgië, Japan, Malta, Marokko, Oostenrijk, Zweden, het Europees Parlement, de OVSE-assemblee en de WEU-assemblee deel. Van de Nederlandse delegatie naar de NAA waren in Turijn aanwezig voor zoveel de Eerste Kamer betreft de heren Van Eekelen, Van Graafeiland (beiden VVD) en K. Zijlstra (PvdA) en voor zoveel de Tweede Kamer betreft mevrouw Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD) en de heren Hoekema (D66) en M. Zijlstra (PvdA).

Het programma van de zitting was als volgt:

– donderdag 5 oktober: vergadering van de griffiers van de delegaties.

– vrijdag 6 en zaterdag 7 oktober: vergaderingen van de algemene commissies; op vrijdag tevens van het standing committee.

– zondag 8 oktober: 's ochtends vergaderingen van het drafting committee, het standing committee en van het standing committee met de voorzitters van de geassocieerde delegaties; 's middags een excursie naar Serralunga d'Alba, aangeboden door de gastheren;

– maandag 9 oktober: plenaire vergadering.

Algemene Commissies (general committees)

Hieronder worden de rapporten, die in de vergaderingen van de algemene commissies aan de orde zijn geweest, alsmede de gastsprekers vermeld.

Met * aangeduide dokumenten zijn in het Engels beschikbaar bij de griffie voor de interparlementaire betrekkingen.

Commissie voor civiele aangelegenheden

a) Democratie in West-Europa: een diagnose *.

Belangrijkste onderwerpen: de erosie van de democratie (te veel onoplosbare problemen, the lack of a political design, politicians' prevarication, the dispossession of traditional policy elites); new forms of political expression (political expression in civil society, new technologies and direct democracy, the resurgence of local identities, globalization and democracy); het vernieuwen van de democratie (preserving the foundations of democracy, adapting representative democracy).

Rapporteur: de heer Ruperez (Spanje).

b) De gevolgen voor de veiligheid van het openen van grenzen *.

Inhoud: the problems to face; how to tackle them; questions for the committee.

Rapporteur: Lord Lucas of Chilworth (Verenigd Koninkrijk).

c) Samenwerkingsstructuren in het Middellandse-zee-gebied*.

Belangrijkste onderwerpen: Presentation of the Cooperation frameworks (beleid van instituties van het Westen, multilaterale samenwerkingsinitiatieven, het vredesproces in het Midden-Oosten); Beoordeling van de samenwerkingsstructuren (do the responses meet the needs, de specifieke rol van de NAVO, building a comprehensive framework).

Rapporteur: de heer Moya (Spanje).

d) Inleiding door de heer Riccardi, organisator van de bijeenkomsten in Rome inzake Algerije, over de politieke ontwikkeling in Algerije.

e) Ronde-tafeldiscussie over pers en media in Italië, met de heren Roppo, hoogleraar rechtsgeleerdheid aan de universiteit van Genua, en Mennitti, uitgever van het tijdschrift Ideazione.

f) Ronde-tafeldiscussie over continuïteit en verandering in het Italiaanse politieke systeem, met de heren Urbani en Bassanini, beiden lid van de Italiaanse Kamer van Afgevaardigden.

Commissie voor defensie en veiligheid

a) Structuur en functies; European Security and defence identity (ESDI) and Combined Joint task forces (CJTF) *.

Belangrijkste onderwerpen: The state of the debate: a European perspective; wat voor een Europese defensie-identiteit? (achtergrond, het memorandum van het Verenigd Koninkrijk, het rapport van de Nederlandse regering, het Franse beleid, Duitsland, de mediterrane groep, het EP, het Durieux-rapport); CJTF: hoe staat het er mee.

Rapporteur: de heer Estrella (Spanje).

b) De uitbreiding van de NAVO*.

Belangrijkste onderwerpen: Partnerschap voor vrede; Achter het partnerschap (the NATO enlargement study, Rusland en uitbreiding, ontwikkelingen in de VS); Waarom uitbreiding van de NAVO nodig is: een flexibele, creatieve en acceptabele benadering (dwingende argumenten, het wie, hoe en wanneer van uitbreiding, het voorkomen van vervreemding en isolatie); de discussie in de NAA over uitbreiding, het vergemakkelijken van transparantie, samenwerking en wederzijds begrip.

Rapporteurs: de heren Napolitano (Italië), Voigt (Duitsland) en Wachsler (Hongarije).

c) The NAA enlargement process: maintaining the momentum*.

Inhoud: the evolving partnership; where to from here?; wat zou uitbreiding van de NAA betekenen?

Rapporteur: de heer Wachsler (Hongarije).

d) De landmijn-crisis: een groeiende epidemie *.

Belangrijkste onderwerpen: aard en schaal van het probleem; landmijnen en militaire strategie; het opruimen van mijnen; landmijnen en internationaal recht; de herzieningsconferentie in 1995.

Rapporteur: de heer Cook (Verenigd Koninkrijk).

e) Ronde-tafeldiscussie over landmijnen, met de heren McGrath, directeur van de Mines Advisory Group, Blagden, voormalig senior demining consultant van de Verenigde Naties, en Jarman, defensie analist van het tijdschrift Defence Research and Analysis.

f) Gastsprekers waren:

– de heer Silvestri, staatssecretaris van defensie van Italië;

– de heer Blechman, voorzitter van Defense Forecast Inc., over Rethinking peacekeeping: when to intervene and how.

Economische commissie

a) Causes and effects of global currency fluctuations *.

Belangrijkste onderwerpen: de rol van de centrale banken; de uitwerking op de VS van de dalende dollar; de uitwerking op Europa van de dalende dollar; de rol van de yen in de valuta-crisis; gevolgen voor Azië van de stijgende yen; valuta-blokken – op de korte termijn niet waarschijnlijk; should currency trading be controlled?

Rapporteur: de heer Wieczorek (Duitsland).

b) Uitbreiding van de EU in werkelijkheid: breder en minder diep? *.

Belangrijkste onderwerpen: de associatie-overeenkomsten: een onvolledige opening voor de handel; problematische integratie in de Europese Unie; de pre-toetredingsstrategie: een nieuwe aanzet (de oorspronkelijke structuur van de overeenkomsten, de top in Essen: een beslissend moment, de volgende stap in 1996, daarna toetreding?); transatlantische belangen en zorgen.

Rapporteur: de heer K. Zijlstra.

c) De Tsjechische republiek: een voorbeeld *.

Belangrijkste onderwerpen: totaalbeeld van de economische prestatie; privatizering op zijn Tsjechisch (eigendom en rol van Tsjechische investeringsfondsen, inter-enterprise and the investment funds); totaalbeeld van de Tsjechische banksector (de grote vier en de staat, de positie van de Tsjechische banksector); de Tsjechische aandelenmarkt – een onzichtbaar proces; het Tsjechische «werkloosheidswonder»; export van Tsjechië – de sleutel tot groei en stabiliteit; aanbevelingen (privatisering, banken, aandelenmarkt, investeringsfondsen, export).

Rapporteur: de heer K. Zijlstra.

d) Gastspreker waren:

– de heer Garuzzo van de FIAT-groep;

– de heer Low, counsellor in de Trade and Services division van de Wereldhandelsorganisatie.

Politieke commissie

a) Naar een veiligheidsstrategie voor Europa en de NAVO *.

Belangrijkste onderwerpen: op zoek naar Europese veiligheid en defensie; partners of geallieerden?; een atlantisch handvest; milieu-uitdagingen in de noordelijke regio. Rapporteur: de heer Petersen (Noorwegen).

b) Projecting stability in an undivided Europe: partnerschap voor vrede en stabiliteitspact in Europa *.

Belangrijkste onderwerpen: Het partnerschap voor vrede (volgende stappen, NAVO-Rusland: wat er gedaan moet worden, eerste beginselen); het pact voor stabiliteit in Europa.

Rapporteur: de heer Blin (Frankrijk).

c) Interim-rapport van de subcommissie voor de zuidelijke regio *.

Belangrijkste onderwerpen: Alomvattende veiligheid; het mediterrane initiatief van de NAVO; de mediterrane groep van de WEU; een Euro-mediterraan partnerschap; de OVSE.

Rapporteur: de heer De Rato (Spanje).

d) Zegeningen van de vrijheid: de NAVO spoedig verbreden *.

Rapporteur: de heer Solomon (Verenigde Staten).

e) Collective Security revisited *.

Belangrijkste onderwerpen: Budapest (CVSE wordt OVSE, versterken, Nagorno-Karabakh, code of conduct, veiligheid in de 21ste eeuw, CVSE eerst, regional arms control and post-conflict rehabilitation, de Middellandse zee); Tsjetsjenië; het ongrijpbare afwegen.

Rapporteur: de heer George (Verenigd Koninkrijk);

f) Civilian Control of the armed forces of the republic of Poland *.

Onderwerpen: The Drawsko affair; Civil control of armed forces exercised by the president of the republic, the Council of ministers, the minister of national defence and the Parliament; Draft regulations on the competence of supreme authorities of the republic with respect to position and role of the armed forces of Poland.

Rapporteur: de heer Pastusiak (Polen).

g) Understanding and ensuring mutual security: a challenging task for us all – an in-between perspective *.

Onderwerpen: Partnership versus expansion or partnership as part of enlargement?; NATO viewed as an area of stability through democracy; Again the economic dimension of security; Who is responsible for ensuring our mutual security?

Rapporteur: de heer Roman (Roemenië).

h) Transatlantic Security: beyond NATO *.

Rapporteur: de heer Nikonov (Rusland).

i) Ronde-tafelgesprek over Mutually reinforcing institutions for security and Cooperation, met de heren Chevallard van de Europese Commissie, Holthoff, plv. secretaris-generaal van de WEU, Leroy, van de political affairs division van de NAVO, en Oliver, secretaris-generaal van de OVSE-assemblee.

j) Gastsprekers waren:

– de heer Gardini, staatssecretaris van buitenlandse zaken van Italië;

– de heer Karkoszka, staatssecretaris van defensie van Polen;

– de heer Volk, coördinator van het kantoor in Moskou van de Amerikaanse Heritage Foundation, over de Russische perceptie van uitbreiding van de NAVO: mythes en realiteiten.

Wetenschappelijke en technische commissie

a) Interim-rapport van de subcommissie over de proliferatie van militaire technologie *.

Belangrijkste onderwerpen: missile defences and the cold war (the ABM treaty, the strategic defense initiative, from SDI to GPALS); het einde van de koude oorlog: nieuwe uitdagingen (the shift from strategic to theatre defences, BMD and the ABM treaty); de internationale dimensie.

Rapporteur: de heer Boehlert (Verenigde Staten).

b) De afbraak van de ozonlaag *.

Rapporteur: de heer Riani (Italië).

c) Land Mines and Mine Clearance Technologies*.

Belangrijkste onderwerpen: landmijnen: een beschrijving; de gevolgen; mine breaching and mine clearance.

Rapporteur: de heer Dincerler (Turkije).

d) Wetenschap, technologie en Partnerschap voor vrede *.

Inhoud: een breder veilgheidsconcept; managing security; NACC – PfP and the Scientific and technical committee.

Rapporteur: de heer Nolin (Canada).

e) The «inhumane weapons» convention, informatie-document *.

Inhoud: de conventie; de drie protocollen; the review conference.

f) Nucleaire proliferatie, informatie-document *.

Belangrijkste onderwerpen: het non-proliferatie verdrag (key provisions, the provisions in practice, the indefinite extension of the NPT); after the NPT extension conference (strengthening IAEA safeguards, a comprehensive nuclear test ban treaty, fissile material & nuclear experise, a nuclear weapons register, universal application of the NPT).

g) Gastsprekers waren:

– de heer Politi, research fellow aan het WEU Instituut voor veiligheidstudies in Parijs;

– de heer Ritch, permanent vertegenwoordiger van de VS bij het IAEA in Wenen, over The IAEA, expanding roles in international security;

– de heer Pagani, Marine environment specialist, over International Cooperation in Pollution Prevention and Sustainable Development in the Mediterranean Basin.

Plenaire vergadering

De vergadering is toegesproken door de heren Smith, voorzitter van de WEU-assemblee, Swaelen, voorzitter van de OVSE-assemblee, Oostlander, lid van het Europees Parlement, Voigt, voorzitter van de Noord-Atlantische Assemblee, mevrouw Agnelli, minister van buitenlandse zaken van Italië, en de heer Corcione, minister van defensie van Italië.

Na hen sprak de secretaris-generaal van de NAVO, de heer Claes. Hij herinnerde eraan dat na het einde van de koude oorlog de mening wijd was verbreid dat de noodzaak tot het nemen van moeilijke beslissingen was verdwenen.

«A Europe, whole and free» zou binnen handbereik liggen. Dat is gebleken niet zo te zijn.

Regeringen en parlementen van de NAVO-lidstaten zien zich nog steeds voor moeilijke keuzen gesteld, inzake Bosnië, uitbreiding van de NAVO en de betrekkingen met Rusland.

Uit de gang van zaken in Bosnië konden voor de toekomst belangrijke lessen worden geleerd.

Zoals de onmogelijkheid van een neutrale vredeshandhaving in een burgeroorlog waar geen vrede te handhaven was; zoals de onmogelijkheid tegelijkertijd op de grond de vrede te handhaven en vanuit de lucht de vrede af te dwingen; zoals de noodzaak van een duidelijk mandaat voor de Verenigde Naties en een betere verstandhouding tussen VN en NAVO, en de noodzaak van «unity of command». De NAVO had bewezen effectief te kunnen optreden, een staakt-het-vuren leek binnen bereik. Vrede was echter alleen mogelijk wanneer de NAVO een rol zou blijven spelen, en daar waren grondtroepen voor nodig. De Noord-Atlantische Raad had recent de voorwaarden bepaald voor verder optreden in Bosnië. De belangrijkste waren dat geen NAVO-troepen ten behoeve van de ene of de andere zijde zouden worden ingezet, én dat ze alleen zouden worden ingezet wanneer de regering van Bosnië-Hercegovina ze ter plekke wenst. Verder zou het een door de NAVO geleide en onder NAVO-commando staande operatie moeten zijn. Tenslotte was er een «exit»-strategie nodig. Het zou dus niet om een open interventie als in Vietnam of om nation-building als in Somalië gaan, het moest gaan om een missie met een beperkt doel en een beperkte duur.

De heer Claes meende dat we een historische verplichting hebben bij te dragen aan de stabilisatie van het gebied ten oosten van het NAVO-verdragsgebied.

Wanneer de landen uit Centraal- en Oost-Europa tot de NAVO zouden toetreden, zou er in twee opzichten winst zijn. De risico's voor onze veiligheid zouden verminderen, en op de lange termijn vermeerderen we de middelen en capaciteiten waarover de NAVO kan beschikken. Maar uitbreiding kon niet direkt plaatsvinden en zou ook niet gemakkelijk zijn. Nieuwe leden van de NAVO zouden in staat moeten zijn een reële bijdrage aan de organisatie en aan de nieuwe taken van de NAVO te leveren. Uitbreiding van de NAVO mocht niet leiden tot nieuwe scheidslijnen in Europa en tot veiligheid voor sommigen, terwijl het anderen uitsloot. Artikel 5 van het verdrag van Washington gold in gelijke mate voor alle lidstaten en zou na hun toetreding ook voor nieuwe leden moeten gelden. Haastige beslissingen over de toelating van nieuwe leden en de datum waarop zouden vermeden moeten worden. We dienden geleidelijk en vastberaden te werk te gaan.

Wat ook de intrinsieke waarde van uitbreiding was, het was geen panacee voor de veiligheid in Europa. Van even groot belang als uitbreiding was de parallele weg, die van partnerschap met Rusland. Dat partnerschap was geen troostprijs.

Volledig rekening houdend met het gewicht en de omvang van Rusland binnen de context van veiligheid in Europa, bood het dit land een bevoorrecht partnerschap en concrete samenwerking.

Het politieke klimaat tussen Rusland en de NAVO was de afgelopen periode niet beter geworden.

Rusland had echter niets te winnen door zich te isoleren, noch had het iets te vrezen van uitbreiding van de NAVO, die was immers niet tegen haar gericht. Het tegendeel was waar: een stabiel en democratisch Centraal- en Oost-Europa, waarvan het veiligheidsbeleid niet op nationale basis werd bepaald maar was verankerd in de geïntegreerde multinationale structuur van de NAVO, zou de meest geschikte achtergrond zijn voor succesvolle politieke en economische hervormingen in Rusland. Het vestigen van nauwe betrekkingen tussen Rusland en de NAVO betekende niet dat Rusland over een veto of een «droit de regard» beschikte vis-à-vis de interne besluitvorming van de NAVO.

In aansluiting aan zijn toespraak heeft secretaris-generaal Claes vragen beantwoord. Daarbij zei hij onder meer het niet mogelijk te achten dat een land vol lid zou worden van de WEU, zonder ook vol lid van de NAVO te worden.

Tenslotte werd het woord gevoerd door de permanent vertegenwoordiger van de VS bij de NAVO, de heer Hunter, die vervolgens ook vragen beantwoordde.

De vergadering heeft de resoluties van de commissies geamendeerd aangenomen *. Macedonië is toegelaten als geassociëerd lid.

De penningmeester heeft aan de vergadering verslag uitgebracht, waarna de begroting voor 1996 is goedgekeurd.

De voorzitter, vice-voorzitters en penningmeester van de NAA zijn allen bij acclamatie herkozen.

Een ontwerp-resolutie over hervorming en vernieuwing van de Euro-atlantische veiligheidsbetrekkingen is besproken, geamendeerd en aangenomen *.

Komende zittingen

In 1996 zal de voorjaarszitting in mei in Vouliagmeni (Athene) worden gehouden, terwijl de jaarlijkse zitting in november in Parijs zal plaatsvinden.

De wnd. voorzitter van de delegatie

K. Zijlstra

De griffier van de delegatie

Van Waasbergen

Naar boven