18 986
Verhouding Rijksoverheid – NS

nr. 102
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 20 september 2004

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1 heeft op 30 juni 2004 overleg gevoerd met staatssecretaris Schultz van Haegen-Maas Geesteranus van Verkeer en Waterstaat over de verhoging van de tarieven van de NS per 1 juli 2004 aan de hand van de antwoorden op vragen ter zake van het lid Gerkens (Aanhangsel der Handelingen II, vergaderjaar 2003–2004, nr. 1821).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

Mevrouw Gerkens (SP) is tegen de tariefverhoging. Het overgangscontract staat het niet toe en uit democratisch oogpunt is het een slechte zaak, als consumentenorganisaties de dienst uitmaken en niet de Kamer. Zij is teleurgesteld dat de staatssecretaris het overgangscontract met de NS heeft aangepast zonder de Kamer te raadplegen, terwijl de tariefverhoging een heikel punt is. Als de Kamer geen vragen had gesteld, had zij misschien nooit geweten van een aanpassing van het contract. Vindt de staatssecretaris het juist dat consumentenorganisaties bepalen welke afspraken de NS moet nakomen in plaats van de volksvertegenwoordiging? Vindt zij het juist dat zij, zonder de Kamer in te lichten, het overgangscontract heeft geamendeerd? Hoe weegt zij de belangen af tussen de NS, de reiziger en de belastingbetaler en is zij ervan op de hoogte dat de NS nog steeds winst maakt? Vindt zij het terecht dat zij vooruitloopt op de nog vast te stellen concessie en is zij bereid de tariefverhoging tegen te houden als een Kamermeerderheid die niet steunt?

Mevrouw Dijksma (PvdA) memoreert dat de Kamer in een vorige kabinetsperiode de minister van Verkeer en Waterstaat opdracht heeft gegeven om een dubbele prijsverhoging in een jaar bij de NS te voorkomen, maar dat de consumentenorganisaties met de NS hebben afgesproken dat bij een bepaald percentage punctualiteit een tariefverhoging geen probleem meer vormt. Zij maakt zich zorgen over de wijze waarop de NS zich presenteert aan de reiziger, nu de bezuinigingen bij de NS, volgens het bedrijf en het ministerie bedoeld om de dienstverlening te verbeteren, leiden tot een afname van de dienstverlening en een verhoging van de tarieven. Tariefverhogingen schrikken potentiële reizigers af, terwijl het de bedoeling is dat meer mensen gebruikmaken van het openbaar vervoer. Is de staatssecretaris bereid terug te komen op haar besluit?

De heer Duyvendak (GroenLinks) heeft zich verbaasd over de procedure, omdat hij de indruk had dat de Kamer nog in discussie was met de staatssecretaris. Eerder heeft de Kamer zich duidelijk uitgesproken tegen een prijsverhoging, die er nu via alsnog komt via de afspraak tussen de NS en de consumentenorganisaties in het Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer (LOCOV). Hij ziet echter geen inhoudelijke reden om terug te komen op het eerder door de Kamer ingenomen standpunt, gelet op de prijs-kwaliteitverhouding bij de NS. Doordat het bedrijf eenzijdig op de kosten let, worden reizigers weggejaagd. De tariefverhoging is gebaseerd op fictieve gegevens over de punctualiteit, aangezien veel treinen uit de dienstregeling zijn gehaald, de dienstregeling structureel wordt uitgekleed in de vakantieperioden en aansluitingen en wachttijden niet meer in stand worden gehouden.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD) vraagt of de afspraak tussen de NS en de consumentenorganisaties ook als bindend zal worden beschouwd door de rechter.

De heer Atsma (CDA) is benieuwd naar de juridische grond van het besluit van de staatssecretaris en vraagt wat er wordt bedoeld met de opmerking dat de prijseffecten zijn verrekend met de tariefruimte in de concessie. Hij is van mening dat de Kamer rijkelijk laat aan de bel trekt, aangezien de afspraak al heel lang bekend is.

Antwoord van de staatssecretaris

De staatssecretaris wijst op de gevolgen die het afzien van tariefverhogingen heeft gehad voor de NS en staat positief tegenover de mogelijkheid voor het bedrijf om zich daarvan te herstellen. Op basis van de afspraken die in het kader van de concessie worden gemaakt en de afspraak met het LOCOV gaat zij ervan uit dat sprake is van een redelijke prijsstijging voor de komende jaren. Gelet op de eerdere uitspraak van de rechter is zij van oordeel dat haar besluit juridisch correct is.

De dienstverlening door de NS is van groot belang, al zal in de komende jaren een aantal keuzes moeten worden gemaakt op dat gebied ten behoeve van een goed spoorvervoer. Niet alleen de punctualiteit is groter geworden, maar ook de tevredenheid van de klanten, zij het dat deze nog niet groot genoeg is. Wanneer het publiek belang is vastgesteld, biedt dat een goed sturingsinstrument. De NS heeft in de afgelopen periode hard gewerkt aan het terugdringen van het ziekteverzuim en het verminderen van storingen om de punctualiteit te vergroten. Er wordt vooral naar gestreefd de betrouwbaarheid te verbeteren en de mensen weer over te halen om met de trein te reizen.

De rechter heeft uitgesproken dat de rijksoverheid gerechtigd is het overgangscontract aan te passen. De staatssecretaris weet niet of de afspraak tussen de NS en de consumentenorganisaties door de rechter als bindend zal worden gezien, maar zij wil in ieder geval aan de realisering ervan meewerken en het verzoek van beide partijen ondersteunen.

Treinen die uit de dienstregeling zijn gehaald vallen buiten de metingen, maar uitgevallen treinen en gehaalde aansluitingen worden afzonderlijk gemonitord en op beide punten wordt vooruitgang geboekt. De kwestie van de sluiting van loketten en de kaartverkoop moet in een breder maatschappelijk verband worden gezien. Vooral op het punt van de infrastructuur doen zich nog problemen voor. Een en ander is precies uitgewerkt in de afspraak tussen de NS en de consumentenorganisaties.

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Gerkens (SP) noemt het curieus dat de staatssecretaris geen antwoord kan geven op de vraag over de juridische grondslag van de afspraak tussen de NS en de consumentenorganisaties. Zij is van mening dat de Kamer eerder had moeten worden geïnformeerd over het besluit van de staatssecretaris en beraadt zich op het aanvragen van een VAO.

Mevrouw Dijksma (PvdA) merkt op dat de Kamer niet te laat heeft gereageerd, aangezien zij alleen reageert op definitieve besluiten. Het is geen sprake van een eenmalige tariefverhoging en van verbeterde dienstverlening. Daarom is zij van mening dat de voorgestelde tariefverhoging moet worden tegengehouden.

De heer Duyvendak (GroenLinks) stelt dat de staatssecretaris eerder wel gevoelens heeft geuit, maar geen concrete voornemens kenbaar heeft gemaakt waarop de Kamer kan reageren. Hij is er niet van overtuigd dat de tariefverhoging wordt gerechtvaardigd door de prijs-kwaliteitverhouding bij de NS en de punctualiteit en is voornemens een motie in te dienen.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD) komt tot de conclusie dat het overgangscontract ruimte biedt voor de tariefverhoging en heeft geen behoefte aan een VAO.

De heer Atsma (CDA) sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Snijder.

De staatssecretaris merkt op dat het aan de minister is om het overgangscontract te wijzigen. Er gaan dan ook geen formele Kamerprocedure aan vooraf. Zij heeft geen duidelijke signalen ontvangen vanuit de Kamer dat er behoefte was aan een extra bijeenkomst over deze kwestie; reden waarom er ook niet is stilgestaan bij een extra procedure om het oordeel van de Kamer te vragen. Zij benadrukt dat de tariefverhoging zal moeten leiden tot een verbetering van de dienstverlening van de NS.

De voorzitter constateert dat er behoefte is aan een VAO.

De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Atsma

De griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Atsma (CDA), voorzitter, Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), Van As (LPF), Van Gent (GroenLinks), Duyvendak (GroenLinks), Bruls (CDA), Gerkens (SP), Van Lith (CDA), Van Hijum (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Mastwijk (CDA), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), De Krom (VVD), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming (VVD) en Haverkamp (CDA).

Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Smeets (PvdA), De Ruiter (SP), Slob (ChristenUnie), Aptroot (VVD), Szabó (VVD), Hessels (CDA), Van Dijken (PvdA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), Vos (GroenLinks), Halsema (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Vergeer (SP), Van Haersma Buma (CDA), Buijs (CDA), Jager (CDA), Giskes (D66), Van Winsen (CDA), Van Dam (PvdA), Verdaas (PvdA), Van Beek (VVD), Van den Brink (LPF), Luchtenveld (VVD) en De Pater-van der Meer (CDA).

Naar boven