Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2019
Bij de beantwoording van de vragen over de eindevaluatie Zandmaas/Grensmaas en de
33ste Voortgangsrapportage van 18 juni 2018 (Kamerstuk 18 106, nr. 245) heb ik toegezegd u begin 2019 te informeren over het bereiken van de natuurdoelstelling
Grensmaas (vraag 24). Bij deze ga ik daarop in.
Een belangrijk onderdeel van het Grensmaasproject is het realiseren van grootschalige
natuurontwikkeling in combinatie met hoogwaterbescherming en grindwinning. De hoogwaterbescherming
werd conform afspraak eind 2017 bereikt. De grindwinning en afwerking is op een aantal
locaties langs de Grensmaas afgerond en hier ontwikkelt de natuur zich al volop. De
overige locaties worden de komende jaren afgerond waarna ook daar de natuurontwikkeling
zijn gang kan gaan.
Ten aanzien van de natuurdoelstelling het volgende:
-
1. In de bestuursovereenkomst tussen Rijk en Provincie Limburg uit 1997 is als doelstelling
vastgelegd het realiseren van een aaneengesloten natuurgebied met een omvang van minimaal
1.000 hectare nieuwe natuur.
-
2. Per brief van 5 maart 2013 (Kamerstuk 18 106, nr. 216) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de scopewijziging natuurdoelstellingen Maaswerken
als gevolg van de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur. De totale oppervlakte
natuurontwikkeling in de Grensmaas is toen vastgesteld op 1.208 hectare.
De natuur zal zich pas jaren na oplevering van het Grensmaasproject volledig ontwikkeld
hebben. Om zeker te zijn dat niet alleen de hoogwaterdoelstelling en grinddoelstelling
in dit project gehaald zouden worden, is als tussenmijlpaal opgenomen dat eind 2018,
1.208 ha grond beschikbaar moest zijn ten behoeve van toekomstige natuurontwikkeling.
Op dit moment is 1.125 ha beschikbaar. Dit betekent dat nog 83 ha rest om aan de natuurdoelstelling
te voldoen. Het Consortium Grensmaas zal zich tot het einde van het Grensmaasproject
inspannen om zoveel mogelijk gronden te verwerven met eindbestemming natuur. Deels
kan hiervoor het onteigeningsmiddel ingezet worden (21 ha), maar voor die percelen
die niet vergraven1 worden (62 ha), kan alleen minnelijke verwerving worden toegepast. Dit is vastgelegd
in de overeenkomst met het Consortium Grensmaas (DMW2005/3763). Daarom is voor deze
percelen sprake van een inspanningsverplichting.
Gedurende de resterende uitvoeringsperiode zullen de betrokken partijen (provincie
Limburg, Consortium Grensmaas, Rijkswaterstaat en Natuurbeheersorganisaties) de voortgang
kritisch volgen en zo nodig aanvullende acties uitzetten om deze laatste hectares
nog te verwerven.
Het Rijk heeft met de provincies decentralisatieafspraken gemaakt in het Bestuursakkoord
natuur en het Natuurpact. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Wet natuurbescherming
die per 1 januari 2017 in werking is getreden. De provincies zijn sindsdien verantwoordelijk
voor het natuurbeleid en de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen Ecologische
Hoofdstructuur). De provincie Limburg monitort het bereik van de natuurdoelstelling
Grensmaas.
Zeer recent (20 maart jl) hebben de provincie Limburg en mijn ministerie ingestemd
met een verlengingsverzoek van het Consortium Grensmaas om op de locatie Koeweide/Trierveld
in de gemeente Sittard-Geleen drie jaar langer grind te mogen winnen. Dit aangezien
het Consortium Grensmaas door achterblijvende afname van grind een achterstand heeft
opgelopen in de geprognosticeerde grindproductie. Met deze verlenging tot 2027 kan
het Consortium Grensmaas de hoeveelheid grind winnen die op grond van de aan haar
verleende ontgrondingsvergunning is toegestaan. De verlenging betekent ook dat het
Consortium Grensmaas drie jaar langer de verplichting heeft zich in te spannen om
de natuurdoelstelling te behalen.
Conclusie
Het overgrote deel van de gronden met eindbestemming natuur is beschikbaar. Tot einde
project zullen partijen zich blijven inspannen om de resterende 83 ha te verwerven.
De natuurontwikkeling vindt plaats na afronding van de werkzaamheden op de diverse
locaties.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga