18 106 Voortgang rivierdijkversterkingen

Nr. 231 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 9 juni 2015

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Milieu over de brief van 1 april 2015 inzake de 27ste Voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas (Kamerstuk 18 106, nr. 229).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 8 juni 2015. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Van Dekken

De griffier van de commissie, Sneep

Vraag 1

Op welke wijze wordt er bij de budgettering van de verdere werkzaamheden voor de projecten Zandmaas en Grensmaas rekening gehouden met de oorspronkelijke bijdrage van de participerende overheden?

Antwoord 1

De verdere werkzaamheden voor de projecten Zandmaas en Grensmaas worden geheel gefinancierd uit het (resterende) projectbudget op het Deltafonds. Voor zover er nog sprake was van een bijdrage van de participerende overheden zijn deze tussen partijen verrekend.

Vraag 2

Kunt u aangeven in hoeverre de door u te nemen beheersmaatregelen voor de aankoop van 42 hectare grond voor de Zandmaas voldoende zullen zijn om de natuurdoelstelling te behalen?

Antwoord 2

Als de beheersmaatregelen volledig kunnen worden uitgevoerd, zijn deze voldoende om de natuurdoelstelling te behalen. Het risico is echter altijd aanwezig dat niet tot overeenstemming gekomen kan worden met grondeigenaren of dat onteigeningsprocedures niet succesvol zijn.

Vraag 3

Wat is de bestemming van het budget dat – gelet op het feit dat de prognose van de eindstand van Zandmaas met € 4,3 miljoen gestegen is tot € 392 miljoen en op peildatum 31 december 2014 dus € 14,7 miljoen onder het beschikbaar budget ligt – overblijft? Wat is de verhouding in de verdeling van de onderbesteding tussen participerende overheden?

Antwoord 3

Het resterende budget vloeit na afronding van het project terug naar de investeringsruimte op het Deltafonds. Er zit geen budget van participerende overheden in. Zie ook het antwoord op vraag 1.

Vraag 4

Wat is de bestemming van het budget dat – gelet op het feit dat de prognose van de eindstand van Grensmaas in de rapportageperiode met € 0,8 miljoen gestegen is tot € 139,3 miljoen maar hiermee nog steeds ruim onder het beschikbaar budget van € 150,1 miljoen ligt – overblijft? Wat is de verhouding in de verdeling van de onderbesteding tussen participerende overheden?

Antwoord 4

Zie hiervoor het antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Kunt u toelichten welke alternatieve projecten er zijn gestart in zowel het Grensmaasgebied als het Zandmaasgebied in het kader van de verplichtingen op basis van de Kaderrichtlijn Water?

Antwoord 5

In het Grensmaasgebied vormen de Vlaamse Boertienmaatregelen de alternatieve projecten. Voor de Zandmaas starten geen alternatieve projecten.

Vraag 6

Waarom lukt het niet om bij de Grensmaas de verplichting van de Kaderrichtlijn Water volledig te realiseren? Op welke onderdelen wordt de verplichting niet gerealiseerd?

Antwoord 6

Op de onderdelen stroomgeulverbreding en uiterwaardverlaging lukt het niet om de bijdrage aan de Kaderrichtlijn Water volledig te realiseren omdat er ontwerpwijzigingen zijn geweest en de maatregelen qua omvang niet voldoende zijn voor het realiseren van de volledige Kaderrichtlijn Water-opgave.

Vraag 7

Wat zijn de extra kosten door de brand in de zandverwerkingsinstallatie in Moerdijk in augustus 2014? Is er geen andere zandverwerkingsinstallatie waarmee (tijdelijk) gewerkt kan worden?

Antwoord 7

De extra kosten door de brand in de zandverwerkingsinstallatie in Moerdijk is een ondernemersrisico. Op dit moment zijn de problemen opgelost en is de zandverwerkingsinstallatie weer in bedrijf.

Vraag 8

Wordt de natuurdoelstelling van de Kampergeul naar verwachting gehaald? Wanneer komen hier nadere specificaties over?

Antwoord 8

Ja, de nadere specificaties over hoe Kampergeul B.V. de natuurdoelstelling nakomt, zijn inmiddels ontvangen.

Vraag 9

Heeft zelfrealisator Kampergeul B.V. voor de Noordgeul van de Zandmaas inmiddels een specificatie gegeven van de wijze waarop zij de overeenkomst voor het behalen van de natuurdoelstelling zal realiseren? Zo ja, kunt u aangeven hoe de natuurdoelstelling voor de Noordgeul bereikt zal worden? Zo nee, wanneer verwacht u de specificatie?

Antwoord 9

Kampergeul B.V. heeft een specificatie gegeven. Van de 128 ha die Kampergeul B.V. volgens de overeenkomst moet realiseren, wordt 81 ha in het gebied van het Tracébesluit gerealiseerd en 47 ha in het aangrenzende gebied van het Maaspark Well.

Vraag 10

Waarom verloopt de vrijwillige verkoop van gronden van eigenaren moeizaam? Waarom is er niet eerder gebruik gemaakt van de aanvullende beheersmaatregelen? Zullen deze maatregelen voldoende zijn om het probleem te verhelpen? Hoeveel extra kosten zijn hiermee gemoeid?

Antwoord 10

Vrijwillige verkoop van gronden verloopt in sommige gevallen moeizaam omdat de overheid verkoop niet kan afdwingen. Redenen voor eigenaren om niet te verkopen zijn van uiteenlopende aard, zowel emotioneel als zakelijk. De natuurdoelstelling voor de Zandmaas is daarom ook niet expliciet gekoppeld aan een einddatum. In het aankoopproces heeft Maaswerken gestuurd op realisatie eind 2015. Vanwege stagnerende voortgang bij de vrijwillige aankoop van de laatste 10% van de gronden zijn begin 2014 mogelijkheden bezien om op andere wijze alsnog een zo groot mogelijk deel van deze gronden aan te kopen. In hoeverre de aanvullende beheersmaatregelen voldoende zijn, is onzeker. Het risico is altijd aanwezig dat niet tot overeenstemming gekomen kan worden met grondeigenaren of dat onteigeningsprocedures niet succesvol zijn. Het treffen van beheersmaatregelen kan extra geld kosten, maar hierin is voorzien in de projectraming.

Vraag 11

Waarom is er bij de locatie Itteren een vertraging van maximaal zes maanden voorzien bij het verwerken van ontgraven materiaal en hoeveel extra kosten brengt dat met zich mee?

Antwoord 11

Door de stagnerende afzet van zand en grind is een vertraging van maximaal zes maanden voorzien bij het verwerken van ontgraven materiaal. Hier zijn geen kosten voor de overheid mee gemoeid. Dit is voor risico van het Consortium Grensmaas.

Vraag 12

Waarom bent u niet eerder begonnen met het nemen van maatregelen om de natuurdoelstelling eind 2015 te kunnen realiseren?

Antwoord 12

Zie hiervoor het antwoord bij vraag 10.

Vraag 13

Waarom hebben de beheersmaatregelen, die al in de 26ste voortgangsrapportage (Kamerstuk 18 106, nr. 228) werden genoemd om de natuurdoelstelling voor de Zandmaas te behalen, niet geleid tot grondaankopen in de tweede helft van 2014?

Antwoord 13

De beheersmaatregelen leiden niet op zo’n korte termijn tot het kunnen aankopen van gronden. Het vestigen van een onteigeningstitel en het vervolgens doorlopen van de onteigeningsprocedure kost enkele jaren.

Vraag 14

Bent u van plan om de deadline voor het behalen van de natuurdoelstelling naar latere jaren uit te stellen indien u het doel eind 2015 niet behaalt? Zo ja, in welk jaar en met inzet van welke maatregelen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 14

De natuurdoelstelling voor Zandmaas is niet expliciet gekoppeld aan een einddatum, omdat de overheid afhankelijk is van vrijwillige verkoop van gronden. In het aankoopproces heeft Maaswerken gestuurd op realisatie eind 2015. Mijn ambitie is de natuurdoelstelling zo snel mogelijk te realiseren en ik wil dit op een zo doelmatig mogelijke wijze doen. Ik ben daarbij wel afhankelijk van de effectiviteit van de in de voortgangsrapportage genoemde beheersmaatregelen.

Vraag 15

Wat is precies de inhoud van de nadere Overeenkomst tussen de Staat en het Consortium Grensmaas? Hoe groot is de lening die zo nodig verstrekt kan worden?

Antwoord 15

De inhoud van de nadere Overeenkomst betreft wijzigingen van het programma van eisen en optimalisaties. De lening die zo nodig verstrekt kan worden bedraagt maximaal € 40 miljoen.

Vraag 16

Kan er meer informatie gegeven worden over de uitkomst van de gesprekken – buiten de ervaren situaties – tussen het Rijk en de provincies met het Consortium Grensmaas over de tegenvallende afzet van zand en grind?

Antwoord 16

Nee. De gevoerde gesprekken tussen de convenantpartners en het Consortium Grensmaas hebben tot op heden niet geleid tot een formele schriftelijke toelichting (brief) met duiding van de door het Consortium Grensmaas ervaren problematiek. Ik kan u derhalve niet meer informatie verstrekken.

Vraag 17

Heeft de vertraging van de werkzaamheden om de aanvullende Boertienmaatregelen (Boertien-plus) gezamenlijk ten uitvoer te brengen extra kosten met zich meegebracht?

Antwoord 17

Deze vertraging brengt geen extra kosten met zich mee voor het project Maaswerken. Ik kan niet beoordelen of de vertraging tot extra kosten heeft geleid buiten het project (bijvoorbeeld bij Vlaanderen).

Vraag 18

Heeft de vertraging van de voortgang van werkpakket 2 (dijkverbeteringsmaatregelen bij Lottum, Grubbenvorst en Neer) extra kosten met zich meegebracht?

Antwoord 18

Deze vertraging brengt geen extra kosten met zich mee voor het project Maaswerken. Ik kan niet beoordelen of de vertraging tot extra kosten heeft geleid buiten het project (bijvoorbeeld bij het uitvoerende waterschap).

Vraag 19

Hoeveel extra kosten brengt het rekening houden met de doelstellingen van de Maaswerken en Kaderrichtlijn Water met zich mee? Waarom lukt het niet om de verplichtingen volledig te realiseren?

Antwoord 19

Het rekening houden met de genoemde doelstellingen leidt niet tot extra kosten. Door wijzigingen in het ontwerp is de oppervlakte van de maatregelen verminderd. Daarnaast zijn de Maaswerkenmaatregelen qua omvang niet voldoende voor het realiseren van de volledige KRW opgave. Hierdoor lukt het niet de bijdrage aan de Kaderrichtlijn Water volledig te realiseren. Zoals in de 27e voortgangsrapportage gemeld zijn hiervoor alternatieve projecten in het Beheerplan Rijkswateren (BPRW) opgenomen.

Vraag 20

Welke maatregelen worden er getroffen om de bouwmarkt meer aan te (laten) trekken voor een positieve uitwerking op de afzetmogelijkheden voor zand en grind?

Antwoord 20

Er worden geen maatregelen getroffen om de bouwmarkt meer aan te (laten) trekken voor een positieve uitwerking op de afzetmogelijkheden voor zand en grind.

Vraag 21

Kan er preciezer worden aangegeven wat de mogelijke financiële en planmatige consequenties zijn van de slechte afzet van delfstoffen?

Antwoord 21

Mogelijke financiële en planmatige consequenties kan ik niet nader duiden. Ik baseer mij hiervoor op de monitoringrapportages van KPMG. De zesde monitoringrapportage meldt het risico dat bij langdurig achterblijvende afzet niet alle grind binnen de contractuele termijn kan worden gewonnen.

Vraag 22

Wat staat er precies in de uitspraak ten aanzien van robuustheid van de te realiseren kades en de discussie over overstroombaarheid?

Antwoord 22

Ten aanzien van robuustheid van de te realiseren kades is aangegeven dat het is toegestaan om, rekening houdend met nieuwe normeringen, te kiezen voor bredere dijkvoeten, mits het past in het ontwerpkader. In het kader van overstroombaarheid is het niet toegestaan een hogere waterstand toe te passen dan die uit het ontwerpkader.

Vraag 23

Welke afspraken zijn er gemaakt waaraan partijen zich moeten houden om het risico op een bezwaarprocedure zo klein mogelijk te houden?

Antwoord 23

Partijen moeten zich houden aan de met de Europese Commissie gemaakte afspraken over het openbaar aanbesteden van een deel van de benodigde werken ter uitvoering van het Grensmaasplan. Het openbaar aan te besteden deel van de werken is opgenomen in de overeenkomst tussen de Overheid en het Consortium Grensmaas.

Naar boven