18 106
Voortgang rivierdijkversterkingen

nr. 197
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 oktober 2009

In het kader van de Regeling grote projecten bied ik u hierbij, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de zestiende Voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas aan. De rapportage bestrijkt de periode van 1 januari 2009 tot en met 30 juni 2009.1

Aanpassing risicoparagraaf

De Departementale Auditdienst heeft in haar assurancerapport behorende bij de vijftiende voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas aangegeven dat de voortgangsrapportages Zandmaas en Grensmaas aan kwaliteit zou winnen indien in de toekomst naast de financiële risico’s ook de belangrijkste tijdsrisico’s met bijbehorende beheersmaatregelen beter inzichtelijk zouden worden gemaakt. Ik onderschrijf deze aanbeveling en met ingang van deze voortgangsrapportage is de opzet van de risicoparagraaf in de voortgangsrapportage dan ook gewijzigd.

Sluitstukkaden

In antwoord op schriftelijke vragen van de vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat over VGR152 heb ik onlangs aangegeven dat uit het gezamenlijk met de regionale partijen uitgevoerde onderzoek naar de hoogwaterbescherming in Limburg is gebleken dat er meer kaden versterkt en aangelegd moeten worden om de toegezegde hoogwaterbescherming in Limburg te realiseren dan nu is opgenomen in de scope van het project Maaswerken. Ik heb daarbij ook aangegeven nog volop in overleg te zijn met regionale partijen over de wijze waarop voorzien kan worden in deze bescherming. Over het eindbeeld van de hoogwaterbescherming in heel Limburg bestaat globaal overeenstemming tussen partijen. De discussie richt zich momenteel op de wijze waarop dit eindbeeld bereikt kan worden. Begin oktober is een vervolgoverleg gepland. Ik zal u over de uitkomst van dat overleg informeren en u dan ook duidelijkheid verschaffen over de gevolgen die deze uitkomst heeft voor het project Maaswerken (scope, tijd en geld).

Procedure inzake archeologische aanbestedingskwestie

Het archeologisch adviesbureau Becker & Van de Graaf heeft op 29 juli 2009 de Staat (het ministerie van OCW) gedagvaard. Becker & Van de Graaf is van oordeel dat OCW ten onrechte het verrichten van archeologische werkzaamheden in verband met de realisatie van het project hoogwatergeul Lomm niet heeft aanbesteed met inachtneming van de Europese aanbestedingregelgeving. De Landsavocaat behartigt het belang van de Staat en heeft inmiddels op 16 september 2009 de reactie op de dagvaarding van Becker & Van de Graaf – de zogenaamde conclusie van antwoord – ingediend bij de rechtbank. Kort en goed is de Landsadvocaat van mening dat er geen sprake is van aanbestedingplichtige opdrachten omdat de waarde daarvan onder de Europese drempelwaarden ligt. Naar verwachting zal eerst in de loop van 2010 vonnis worden gewezen omdat het een bodemprocedure betreft.

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

Kamerstuk 18 106, nr. 196, d.d. 1 juli 2009.

Naar boven