00 010 (R2011) Benoeming van een regent voor het geval van erfopvolging door de Koning die niet de leeftijd an achttien jaar heeft bereikt

Nr. 6 VOORLOPIG VERSLAG VAN DE COMMISSIE VOORBEREIDING PLENAIRE BEHANDELING WETSVOORSTELLEN REGENTSCHAP EN OUDERLIJK GEZAG MINDERJARIGE KONING1

Vastgesteld 15 november 2013

Algemeen

De leden van de VVD-fracties in Eerste en Tweede Kamer hebben met instemming kennisgenomen van het voorstel van rijkswet tot benoeming van een regent voor het geval van erfopvolging door de Koning die niet de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt. Graag willen zij enkele opmerkingen maken en de regering een paar vragen voorleggen. Deze leden merken allereerst op dat zij vertrouwen hebben in de aanwijzing van Koningin Máxima tot regent van het Koninkrijk en eventueel Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Constantijn. Uiteraard spreken zij de hoop uit dat deze wet buiten toepassing zal blijven.

De leden van de SP-fracties in Eerste en Tweede Kamer hebben met belangstelling kennisgenomen van de wetsvoorstellen omtrent het regentschap en ouderlijke macht bij een minderjarige koning. Deze leden zijn voor een adequate regeling voor het onverhoopte geval dat de Koning komt te overlijden voordat zijn opvolger de 18-jarige leeftijd heeft bereikt. Zij hebben een tweetal vragen bij het voorstel van rijkswet inzake de benoeming van een regent.

De leden van de fracties van D66 in Eerste en Tweede Kamer hebben van het voorstel van rijkswet kennisgenomen. Zij hebben nog een vraag.

De leden van fracties van de PvdD in Eerste en Tweede Kamer hebben van het voorstel van rijkswet kennisgenomen. Zij wensen enkele vragen te stellen.

Ministeriële verantwoordelijkheid

De leden van de VVD-fracties vragen de regering in te gaan op het vraagstuk van de ministeriële verantwoordelijkheid voor de situatie dat de regent het Koningschap waarneemt. Graag krijgen de aan het woord zijnde leden een uiteenzetting over dit onderwerp.

Huwelijk regent

Mocht er onverhoopt sprake zijn van een regentschap en mocht de regent vervolgens een huwelijk willen aangaan, heeft de regent daarvoor dan toestemming van de Staten-Generaal nodig, zo vragen de leden van de VVD-fracties. Verliest de regent, als deze geen toestemming heeft, het regentschap? Of geldt het regentschap tot aan het meerderjarig worden van de minderjarige Koning? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fracties een reactie van de regering.

Keuze van de regent

De memorie van toelichting van wetsvoorstel 10 (R2011) memoreert ter ondersteuning van de keuze van de regent dat deze «op brede steun mag rekenen» en dat de ervaringen van de afgelopen jaren de regering hebben overtuigd dat zij «dit vertrouwen ten volle verdient». De leden van de SP-fracties zien graag een nadere inhoudelijke toelichting op deze motivatie. Wellicht dat de regering daarbij ook kan ingaan op de wijze waarop de wetgever in andere Europese koninkrijken de keuze van een regent reguleert en motiveert.

De leden van de fracties van de PvdD vragen de regering waarom het regentschap primair wordt overgelaten aan een lid van de familie en niet bijvoorbeeld q.q. aan de vice-president van de Raad van State wordt opgedragen.

Kan de regering aangeven in hoeverre het voorliggende wetsontwerp op gespannen voet staat met artikel 3 van de Grondwet waarin geregeld wordt dat alle Nederlanders op gelijke voet in openbare dienst benoembaar zijn? Voor zover de benoeming van een regent op gespannen voet staat met artikel 3 van de Grondwet, is de regering voornemens deze spanning weg te nemen? Zo nee, waarom niet, zo ja, op welke termijn en wijze?

Kan de regering aangeven waarom in het kader van het non-discriminatiebeginsel uit de artikelen 1 en 3 van de Grondwet niet is voorzien in een openbare sollicitatieprocedure met bijbehorend functieprofiel?

Titulatuur

In het wetsvoorstel 10 (R2011) wordt gerefereerd aan Koningin Maxima, zo constateren de leden van de SP-fracties. Op vragen van de Eerste Kamerleden Engels en De Graaf van 27 februari jl. heeft de regering laten weten dat voor deze titel geen rechtsgrond bestaat.2 Kan de regering aangeven waarom dan toch voor deze titel gekozen is in het formele wetgevingsproces?

Het viel de leden van de fracties van D66 in twee van de drie wetsvoorstellen op dat de echtgenote van de Koning niet alleen wordt aangeduid met haar wettelijke titels, maar ook met wat de minister-president, in zijn antwoord d.d. 12 maart 2013 op vragen van de Eerste Kamerleden De Graaf en Engels, een «aanspreekvorm» noemde.3 Daarbij wees hij erop dat de toepasselijke wetgeving geen grondslag bevat voor verlening bij koninklijk besluit van een titel «Koningin». De aan het woord zijnde leden vragen zich af of met deze wetsvoorstellen niet impliciet alsnog de titel «Koningin» aan de echtgenote van de Koning wordt verleend. Tevens vragen zij waarom niet wordt volstaan met vermelding van de wettelijke titels van de echtgenote van de Koning.

De leden van de fracties van de PvdD vragen de regering waarom HKH Prinses Máxima in het voorstel van rijkswet wordt aangeduid als «Koningin», waar haar wettelijke titel uitsluitend «Prinses der Nederlanden» is.

De commissie voorbereiding plenaire behandeling wetsvoorstellen regentschap en ouderlijk gezag minderjarige Koning ziet de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de commissie voorbereiding plenaire behandeling wetsvoorstellen regentschap en ouderlijk gezag minderjarige Koning, Engels

De griffier van de commissie voorbereiding plenaire behandeling wetsvoorstellen regentschap en ouderlijk gezag minderjarige Koning, Hamilton


X Noot
1

Leden:

Van Bijsterveld (CDA) (Eerste Kamer), Bosma (PVV) (Tweede Kamer), Van der Burg (VVD) (Tweede Kamer), Van Dijk (PVV) (Eerste Kamer), Engels (D66) (voorzitter) (Eerste Kamer), G.J. de Graaf (VVD) (Eerste Kamer), Holdijk (SGP) (Eerste Kamer), Klaver (GL) (Tweede Kamer), Koffeman (PvdD) (Eerste Kamer), Kuiper (CU) (Eerste Kamer), De Lange (OSF) (Eerste Kamer), Nagel (50PLUS) (Eerste Kamer), Van Raak (SP) (Tweede Kamer), Recourt (PvdA) (Tweede Kamer), Schouw (D66) (Tweede Kamer), Schrijver (PvdA) (Eerste Kamer), Taverne (VVD) (Tweede Kamer), Van Toorenburg (CDA) (Tweede Kamer), Vermeij (PvdA) (Tweede Kamer), Vliegenthart (SP) (Eerste Kamer)

Plv. leden:

Arib (PvdA) (Tweede Kamer), Beertema (PVV) (Tweede Kamer), Bisschop (SGP) (Tweede Kamer), Bruins Slot (CDA) (Tweede Kamer), Fokke (PvdA) (Tweede Kamer), Th.C. de Graaf (D66) (Eerste Kamer), Klein (50PLUS) (Tweede Kamer), Knip (VVD) (Eerste Kamer), Litjens (VVD) (Tweede Kamer), Lokin-Sassen (CDA) (Eerste Kamer), Van Oosten (VVD) (Tweede Kamer), Pechtold (D66) (Tweede Kamer), Segers (CU) (Tweede Kamer), Slagter-Roukema (SP) (Eerste Kamer), Van Strien (PVV) (Eerste Kamer), Strik (GL) (Eerste Kamer), Sylvester (PvdA) (Eerste Kamer), Thieme (PvdD) (Tweede Kamer), De Wit (SP) (Tweede Kamer)

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen I 2012/13, nr. 2.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen I 2012/13, nr. 2.

Naar boven