Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat de noodklok wordt geluid door het gevaar op N-wegen (ingezonden 11 februari 2022).

Nader antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 8 april 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1953.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Noodklok om gevaar N-wegen: «Klein foutje direct fataal»?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op dit bericht?

Vraag 3

Klopt het dat 25% van de dodelijke verkeersongelukken plaatsvindt op N-wegen, terwijl slechts 7.813 km van de 140.000 km wegen een N-weg is?

Vraag 4

Wat is uw reactie op het plan van Veilig Verkeer Nederland voor het veiliger maken van N-wegen?

Vraag 5

Herinnert u zich de brief Verkeersveiligheid Rijks-N-wegen?2

Vraag 6

Wat is de stand van zaken van het veiliger maken van de genoemde N-wegen die een verhoogd risico op verkeersongelukken hebben: N7, N14, N31, N33, N35, N36 en N48?

Vraag 7

Kunt u een overzicht sturen van het aantal verkeersongelukken en verkeersdoden per genoemde N-weg?

Vraag 8

Welke maatregelen worden er genomen voor het veiliger maken van de genoemde N-wegen? In hoeverre wordt er voor de genoemde N-wegen ingezet op het verbreden van de rijbanen, het scheiden van de rijbanen, het aanbrengen van middengeleiders, het verharden en het verbreden van bermen en het weghalen van bomen in bochten?

Vraag 9

Kunt u een overzicht sturen van het aantal verkeersongelukken en verkeersdoden op N-wegen per provincie?

Vraag 10

Welke afspraken worden er gemaakt met provincies voor het nemen van maatregelen om N-wegen veiliger te maken?

Vraag 11

Welke publieke campagnes lopen er nu om menselijke fouten in het verkeer op N-wegen te verminderen? In hoeverre zijn deze campagnes succevol? In hoeverre zorgen deze campagnes voor een vermindering van het aantal verkeersongelukken?

Vraag 12

Bent u bereid in gesprek te gaan met de provincies om provinciale afspraken te maken voor het veiliger maken van N-wegen?

Vraag 13

Herinnert u zich de beantwoording op de Kamervragen over de verkeersveiligheid op de N36?3

Vraag 14

In hoeverre heeft u sindsdien gewerkt aan het gelijk en breder maken van de baanbreedte op de N36?

Vraag 15

Welke inpassingsvraagstukken moet u hiervoor nog oplossen? Welke maatregelen neemt u om deze inpassingsvraagstukken op te lossen?

Vraag 16

Deelt u de mening dat een wisselend rijwegprofiel op de N36 een verhoogd risico op verkeersongelukken geeft?

Nader antwoord

Op 4 maart jl. informeerde ik uw Kamer over de beantwoording van schriftelijke vragen over ongevallen op N-wegen, gesteld door het lid Koerhuis4. Gevraagd werd onder andere naar het aantal verkeersongelukken en verkeersdoden op de volgende Rijks-N-wegen: N7, N14, N31, N33, N35, N36 en N48. In de tabel met het aantal verkeersdoden, zijn per abuis ook de ernstige letselslachtoffers meegeteld als dodelijke slachtoffers. Ik betreur dit omdat ik eraan hecht uw Kamer volledig en correct te informeren.

Hieronder treft u de tabel met uitsluitend het aantal dodelijke slachtoffers. De cijfers over verkeersdoden zijn gebaseerd het Bestand geRegistreerde Ongevallen Nederland (BRON). Omdat in BRON alleen wegnummers worden geregistreerd, is met het Nationaal Wegen Bestand (NWB) geverifieerd dat de slachtoffers vielen op de betreffende N-wegen.

Jaar

N7

N14

N31

N33

N35

N36

N48

Totaal

2015

0

1

0

0

0

1

0

2

2016

0

0

0

1

1

3

1

6

2017

0

1

0

0

0

1

1

3

2018

1

1

0

0

0

2

1

5

2019

0

0

0

0

0

1

0

1

2020

0

0

2

0

0

2

0

4

Totaal

1

3

2

1

1

10

3

21


X Noot
2

Kamerstuk 29 398, nr. 970

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2284

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1953.

Naar boven